vrijdag 17 juni 2016

Venster op het leven

Naar niets kijkend kijkt de oude man door het raam. Zijn spiegelbeeld kijkt terug en ziet een door de tijd getekend gezicht, met diepe groeven die getuigen van verdriet en leed. Een zeldzame lach kan daar geen verandering in brengen. Het lange zilvergrijze haar hangt vettig in zijn nek. De waterige ogen zien projecties uit een ver verleden. De eerste schooldag, de ontmoeting met zijn vrouw tijdens de plaatselijke kermis, zijn oudste zoon, pas geboren, liggend in zijn armen. Beelden, helder voor hem, onzichtbaar voor anderen. Een enkele traan loopt langzaam langs een kanaal van rimpels naar zijn mondhoek, een zoute smaak van herinneringen achterlatend.

Een vriendelijke verpleegster komt binnen en hij ondergaat gedwee de vernederende verzorging. Ze ontdoet hem van zijn bevuilde nachtkleding. Ooit zou hij zich kapot hebben geschaamd als hij zich gedurende zijn slaap bevuild zou hebben. Nu is het elke dag weer de vraag of de luier het 24 uur volgehouden heeft. De ervaren handen wassen hem en stoppen hem, niet geheel onzacht, in schone kleren. Eindelijk een uurtje rust, maar daarna is het voedertijd. Elke keer weer is het een prestatie van voormaat om zonder knoeien het fijn geprakte voer binnen te krijgen. Als hij het zelf doet vliegt het eten overal heen, behalve zijn mond in. Dus is er een voederassistente die, om een grote smeerboel te voorkomen, het ondefinieerbare goedje bij hem naar binnen lepelt. Omdat zijn mond en tong niet meer precies doen wat hij wilt, druipt het prakje, tot grote ergernis van de voedervrouw, regelmatig langs zijn kin weer naar buiten. Dus zit hij ingewikkeld in een laken zijn warme hap naar binnen te slikken.

Het horrormoment van de dag is aangebroken en men plaatst hem in een hoekje in de aula. Soms komen er mensen naar hem toe die hem aanspreken met 'Opa', maar hij kent die mensen helemaal niet. Het wordt pas echt gezellig als die figuren hun kroost bij hebben. Dan heeft hij binnen een paar tellen een kloppende hoofdpijn. Maar vandaag komt er niemand, dus brengen ze hem terug naar zijn kamer. Nu kan hij weer door het raam naar buiten kijken. Kijken naar mensen die langs lopen, een musje dat, zittend op de vensterbank, even naar binnen kijkt. Zo wacht hij op de man die hem in zijn bed zal stoppen. Dan gaat hij zorgeloos slapen, totdat een nieuwe morgen hem wakker roept. Een dag waarop het allemaal opnieuw begint.

Jan van Oranje

Geen opmerkingen:

Een reactie posten