Ik ben
vandaag weer eens naar de kapper geweest. Ik had wel eens zin om naar een
andere kapper te gaan. Mijn vorige kapper kon namelijk maar één model. Coup
Jack van Gelder zeg maar. Nu moet je weten dat er in het dorp waar ik woon zo'n
2000 mensen woonachtig zijn en ik zelf al minstens 18 kappers geteld heb. Keuze
genoeg dus. Eigenlijk zijn er meer kappers dan bakkers en dat is knap, daar er
in elke straat minimaal één bakker zit. Ik vond er dus al snel één in de knusse
winkelstraat van ons net zo knus dorpje.
Ondanks dat het zaterdag was zat er niemand binnen. Ik
stelde aan het lelijke meisje achter de balie de overbodige vraag of er nog
plek was. Je moet tenslotte iets vragen als iemand je in de kapsalon net zo
overbodig vraagt of ze je kunnen helpen. Ik heb namelijk nog nooit een kapsalon
met zelfbediening gezien. Het meisje achter de balie, die het begin van een
forse snor op haar bovenlip had, riep iemand en met een hoog stemmetje werd er
vanachter een kralengordijn gevraagd of ik alvast in de stoel rechts wilde gaan
zitten. Zou de rest van de stoelen gereserveerd zijn, vroeg ik mij af. In
plaats van een door mij verwacht meisje bleek er een klein, negroïde,
gerimpeld, oud kaal mannetje vanachter het gordijn te voorschijn te komen. Ik
kon er niets aan doen, maar moest meteen aan een titel van Suske en Wiske
denken. 'De Kale Kapper'. Daarbij bleek zijn hoofd ook nog eens grote
gelijkenissen met Shrek te hebben. Alleen dan bruin in plaats van groen. En
gerimpeld. Erg gerimpeld.
Ik kreeg steeds meer spijt van mijn keuze om een andere
kapper te proberen. Maar omdat zijn uiterlijk niets hoefde te zeggen over zijn
knipvaardigheden, besloot ik de kleine bruine dwerg een kans te geven. Met zijn
hoge stem vroeg hij mij of ik iets onderuit wilde zakken. Mensen die mij niet
kennen moeten weten dat ik de twee meter bijna had bereikt toen ik besloot te
stoppen met groeien. De stoel stond al in standje extreem laag, dus bijna op
grondniveau, en het trolletje had al iets van een opstapje klaar staan, maar
schijnbaar was het doel van zijn schaar, te weten mijn hoofd, nog steeds buiten
zijn bereik. Dus toen ik zo'n beetje met mijn nek op de plek zat, waar je
normaal gesproken met je kont gaat zitten, kon het mannetje eindelijk aan de
slag.
Keurig een schoon gewassen en strak gestreken laken om,
het knetterde zelfs een beetje, een iets te strak bandje om mijn nek en vanuit
het niets werd mijn hoofd bespoten met een soort ijswater. Althans zo voelde
het aan. Goed voor je hartspier. Meneer vroeg of er veel af moest. Ik kon het
niet laten en moest weer naar zijn kale hoofd kijken. Wat zou hij bedoelen met
'veel er af'? Ik besloot toen maar te zeggen, dat ik het toch redelijk gedekt
wilde houden. Voor je het weet ga je als de Witte Humberto Tan door het leven,
en daar zit het thuisfront echt niet op te wachten. Integendeel. Ik heb, toen
ik merkte dat ik eerder kaal dan grijs zou worden, wel eens geopperd om dan
maar meteen alles eraf te scheren. Het scheelde niets, of ik had de rest van
mijn huwelijk de bank als nachtelijk metgezel gehad. Kaal is dus 'not done' in
huize Zotteklap.
Ik moet zeggen, dat de mini kapper, behalve veel praten,
ook prima knipte. Alsof er een motortje in zijn schaar zat. Rakketakketak. Als
een mini uitvoering van een elektrische heggenschaar ging hij te werk. Voor het
blote oog niet te volgen. Na al het lief en leed uit de wereld te hebben
aangehoord en volledig op de hoogte te zijn gebracht van de laatste gossips
begon hij aan de verlossende handelingen. Na mijn hoofd in model gebracht te
hebben, was het de beurt om, ongevraagd, aan mijn wenkbrauwen te beginnen.
Eigenlijk nooit zo opgelet, maar naarmate je wat ouder wordt lijkt het wel
alsof al het haar dat op je hoofd uitvalt, een nieuw leven begint in je
wenkbrauwen, je neus en je oren. Met een klein kammetje kamde hij de
wenkbrauwen omhoog om dan met een zelfverzekerde knip al het teveel aan haar in
één beweging te verwijderen.
Nu mijn wenkbrauwen als enige op mijn lichaam er uit
zagen als van een twintigjarige, pakte het heertje een wattenstaafje. Ik dacht
echt dat hij mijn oren wilde schoonmaken. Fout! Het wattenstaafje ging in iets
wat volgens mij kokend hete was moest zijn. Voor ik goed en wel besefte wat ik
kon verwachten, gingen beide wattenstaafjes met één beweging mijn neusgaten
binnen. Als je voor lul wilt zitten, moet je eens twee wattenstaafjes in je
neus steken en dan in de spiegel kijken. Wat was ik blij dat er verder niemand
in de zaak aanwezig was. Waarom hij de wattenstaafjes in beide neusgaten
tegelijk stak, begreep ik toen hij, nadat het kokend heet goedje afgekoeld was,
het eerste wattenstaafje uit mijn neusgat ging verwijderen. Als het al pijn
deed toen de kokende was in aanraking kwam met de binnenkant van mijn neus, dan
was het gevoel wat het gaf toen het wattenstaafje werd verwijderd het
duizendvoudige hiervan. Trek maar eens voor de grap één haartje uit je neus. De
tranen springen in je ogen, want dat is geen prettig gevoel. Beeld je dan eens
in dat je een wattenstaafje in je neus hebt, welke zit verankerd aan alle haren
in je neus. Juist. Een soort omgekeerde ontmaagding. Rats! En meteen hoorde ik
ergens een varken gillen dat levend gevild werd. Dat bleek ik zelf te zijn. Eén
neusgat gehad, nog één te gaan. Ik heb serieus overwogen om de rest van mijn
leven met een wattenstaafje in mijn neus rond te blijven lopen. Rats! Voor ik
kon weigeren was het gebeurd. De vloer stond blank van mijn tranen die
onstuitbaar naar buiten spoten. Al het teveel aan vocht in mijn lichaam was ik
meteen kwijt.
Vlug keek ik om mij heen of de kleine sadist niet stiekem
ergens een leger aan kleine dwergen had opgesteld die mij vast zouden grijpen
om mij te dwingen mijn anus te laten harsen. Gelukkig, hij was alleen. Om het
lelijke meisje achter de receptie na dan. Maar die kon ik wel hebben. Hij pakte
nu een kleine tondeuse. Met een kort bzz, bzz, waren mijn oren ontdaan van hun
wildgroei. Had hij dat ook niet in mijn neus kunnen doen? Bzz, bzz, klinkt
namelijk fijner dan Rats! Rats! Of ik ook geschoren wilde worden? Nou nee, het
mannetje vertoonde volgens mij de eerste tekenen van Parkinson en dan wil je
zo'n iemand niet al te dicht bij een reeds flink kloppende slagader in de buurt
hebben met een scherp mes. Of zou hij dat ook harsen? Hoe dan ook, ik besloot
spontaan mijn baard te laten staan.
De marteling was voorbij. Ik had het overleefd. Het laken
ging af. Het te strakke bandje ging van mijn keel en ik kon weer normaal adem
halen. Spiegeltje links, spiegeltje rechts, spiegeltje boven en spiegeltje
onder met de vraag of ik tevreden was. Ik zei snel ja, maar ik was ook
tevreden. Het heeft me tien jaar van mijn leven gekost, maar man wat voelde ik
me fris. Ik rekende € 12,- af, echt waar, en verliet de zaak. Het mannetje
bleek net bij de deurknop te kunnen, want hij hield keurig de deur voor me
open. Ik wreef met mijn vingers door mijn haar, voelde eventjes aan mijn neus
en liep verder. Vooral opgelucht, dat alles goed was, dat ik levend buiten
stond en hij ook 'kaalhaar' op een modelletje kon doen lijken. Thuis gekomen
zag niemand dat ik naar de kapper was geweest. Laat staan dat iemand zei 'goh,
was is je neus leeg'. Maar goed, dat mag de pret niet drukken. De volgende keer
ga ik weer naar het kleine bruine mannetje. Maar dan wel nadat ik vooraf een
overdosis morfine tot mij heb genomen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten