vrijdag 27 mei 2016

De trein

Het is druk in de trein. Benauwd ook. De passagiers zitten echt hutje op mutje. De jonge vrouw vervloekt zichzelf dat ze haar water is vergeten. Bij gebrek aan een zitplaats is ze maar op haar koffer gaan zitten. Het is haar hele bezit, de koffer met daarin de snel bij elkaar geraapte kleding en wat boeken. Want lezen is haar lust en haar leven. Waar ze naartoe gaat weet ze niet. Vindt ze ook niet belangrijk. Ze is op weg naar een betere toekomst en werk. Ze weet nog niet wat voor werk, maar dat maakt haar niets uit. Alles beter dan die eeuwige sleur van verveling.

Ongelooflijk hoe warm het is in de wagon. Ze zou een moord doen voor een beetje frisse lucht. Ze moet al een tijdje plassen, maar er is geen doorkomen aan als je naar de wc wilt. Dus besluit ze het maar gewoon op te houden. Naast haar staat een oudere dame. Die heeft het ook warm, getuige de stralen zweet die van haar hoofd aflopen. Ze kijkt naar beneden en ziet dat er zich tussen de benen van de vrouw een klein plasje vormt. Dat kan toch niet allemaal zweet zijn, denkt ze. Maar dan ruikt ze ineens de sterke geur van urine. De vrouw durft haar niet aan te kijken. De jonge vrouw hoopt dat ze er snel zullen zijn, want ook haar drang om te plassen is bijna ondragelijk. Het lijkt wel alsof de oudere dame het startschot heeft gegeven voor een algehele plaspauze. Al snel is het niet alleen verschrikkelijk warm in de wagon, maar stinkt het ook als de hel naar ongewassen lichamen, oud zweet en urine.

De rit gaat maar door en door. Ze passeren dorpjes, steden, maar stoppen nergens. Haar hele lichaam doet inmiddels pijn. En plassen doet ze nu ook gewoon waar ze staat. Het begint normaal te worden. In haar trance voelt ze ineens hoe de trein vaart mindert. Ze hoort remmen piepen. Lawaai van stemmen die van alles door elkaar roepen. De deuren gaan open en de jonge vrouw neemt gulzig een flinke teug frisse lucht. Te gulzig, getuige haar hevige hoestbui. Ze gaat met de andere passagiers naar buiten, het perron op. Het felle zonlicht doet pijn aan haar ogen. Ze kijkt rond, maar het enige wat ze ziet is een poort met daarboven de tekst Arbeit macht frei.

Jan van Oranje

zaterdag 21 mei 2016

Jut en Jul

Elke ochtend zaten ze daar. Gewoon gezellig met z'n tweetjes een beetje over koetjes en kalfjes te koeren, balkonnetje onder poepen en, als ze in een baldadige bui waren, gingen ze eventjes andersom zitten, met de duivenpoeperd op de straat beneden hen gericht. Op zulke momenten leek het net alsof ik ze stiekem zag grinniken. Er waren ook momenten dat ze duidelijk ruzie hadden. Op zulke dagen zaten ze alle twee aan een kant van het balkon. Keken ze elkaar geen moment aan. Maar normaal gesproken zaten ze als twee verliefde vogelpubers met elkaar te kroelen. Het geluk droop er vanaf en wel op zo'n manier dat ik stiekem een beetje jaloers was.

Ik noemde ze altijd Jut en Jul. Hoe hun namen werkelijk waren weet ik niet. Als duiven al namen hebben. Wie het weet mag het zeggen. Elke ochtend, zo rond twaalf uur, kwamen ze aanvliegen en gingen ze op de balustrade van het balkon tegenover mij zitten. Eerst kwam Jut en twee minuutjes later, nooit meer, kwam Jul. En dit nu al bijna twee jaar achter elkaar, zonder ooit een dag over te slaan. Heel gek, maar om twaalf uur gaat mijn blik bijna automatisch richting de overkant van de straat. Het is bijna net zo vanzelfsprekend geworden als plassen voor het slapen gaan. Logisch dat als ze dan een keer te laat zijn, ik een beetje ongerust word. Dit gebeurde echter zelden tot nooit. Sterker nog, ik begin zelfs te vermoeden dat postduiven, behalve een feilloos gevoel voor richting, ook een aangeboren gevoel voor tijd hebben. Een soort vliegende wekkers met GPS.

Gisteren keek ik, zoals gewoonlijk, om 12.00 uur naar de overkant. Wat ik zag was een leeg balkon. Misschien dat een duif ook achter kan lopen, vroeg ik me een beetje onnozel af. Jut en Jul waren te laat. Heel erg veel te laat zelfs. Zo erg veel te laat dat ik ze zelfs de hele dag niet heb gezien. Midden in de nacht dacht ik dat ik iets hoorde en ben ik even buiten gaan kijken. Maar er was niets of niemand. Vandaag ging mijn blik om 10.00 uur al richting de overkant. Niets. Om 11.00 uur niets. En om 12.00 uur ook niets. Ik heb tot een uur of drie naar de overkant gekeken. Maar het balkon bleef leeg. Heel erg leeg. Ik zal ze missen, Jut en Jul.

Jan van Oranje

dinsdag 17 mei 2016

De Zwarte Madonna

Ik heb ooit met mijn vrouw het prachtige klooster van Montserrat, nabij Barcelona, bezocht. Daar staat een beeld van de Zwarte Madonna. De Zwarte Madonna van Montserrat is een beeld van de Maagd Maria, met op haar schoot het kindeke Jezus. Het gelaat van zowel de Madonna als het kindje zijn compleet zwart geblakerd. In het Catalaans wordt dit beeld liefkozend 'La Moreneta' genoemd.

Volgens de legende werd het eerste Mariabeeld in 880 door een aantal herdersjongens gevonden in een grot, op de berg Montserrat. Toen de bisschop dit hoorde, probeerde hij het beeld naar Manresa, een stad in Catalonië, te verplaatsen. Dit bleek echter onmogelijk omdat het beeld eenvoudigweg te zwaar was. De bisschop interpreteerde dit, slim als hij was, als een wens van de Madonna om te blijven op de plaats waar zij gevonden was. Persoonlijk denk ik dat hij geen zin had om zich een blijvende hernia te sjouwen. De beste man liet er de hermitage van de Heilige Maria bouwen, wat uitgegroeid is tot het huidige klooster.

De Madonna die tegenwoordig wordt vereerd is een Romaans beeld uit de 12e eeuw. Ze verbeeldt de Madonna met het kind op haar schoot. In haar rechterhand houdt ze een bol vast die het universum symboliseert. Het kind heeft zijn rechterhand opgeheven in een gebaar van zegening en houdt in zijn linkerhand een dennenappel vast, teken van vruchtbaarheid en eeuwig leven. Het beeld is, afgezien van het hoofd en de handen, volledig vervaardigd uit goud. De aanbidders beweren dat het zwarte gelaat van de Madonna en het kindje, veroorzaakt is door een brand, een paar eeuwen geleden. Het gelaat en de handen werden zwart en de rest van het beeld bleef onaangetast. Klinkt leuk, maar meer waarschijnlijk komt het door de rook van kaarsen die eeuwenlang aan haar voeten werden gezet ter verering.

Het verhaal wil dat als een vruchtbare vrouw de dennenappel die het kind in zijn hand heeft streelt, de vrouw binnen een jaar zwanger zal raken. Tijdens ons bezoek gingen ook wij in de lange rij staan. Na een uur stonden wij oog in oog met de Zwarte Madonna en haar net zo zwarte kindje. In haar pure onschuld streelde mijn vrouw de dennenappel. En nog eens, En nog eens. Het was bijna erotisch, alsof zij in trance was en de dennenappel moest blijven strelen. Nog geen 10 maanden later werd mijn oudste zoon geboren.

Jan van Oranje

vrijdag 13 mei 2016

Dromen zijn bedrog

In een land, hier niet zo ver vandaan, leefde eens een bijzonder man. De man bezat geen publiek ambt of officiële titel. Hij werd gewoon als 'Broeder' of 'Leider' aangesproken. Toen hij in 1969 leider werd, was het land straatarm. Maar onder zijn leiding veranderde het land vrij snel van één van de armste in één van de rijkste landen ter wereld. Het land had namelijk een enorme olievoorraad.

De man had het goed voor met zijn landgenoten. Iedereen had toegang tot gratis huisvesting, gratis zorg en gratis onderwijs. Daarbij verzekerde hij ook elke inwoner van gratis elektriciteit, renteloze leningen en werd de winst van de olie-industrie eerlijk verdeeld onder elke inwoner. De man zorgde voor gelijke rechten voor man en vrouw, wat in dat land, gelegen in het Midden-Oosten, heel ongewoon was. In 2010 had het land het hoogste BBP per hoofd van de bevolking en één van de hoogste levensverwachtingen ter wereld. Er leefden zelfs fors minder mensen in armoede dan in Nederland.

Het land was rijk geworden door de enorme olievoorraad. De man wilde deze rijkdom echter niet delen met andere landen, omdat dit ten koste zou gaan van het levensgeluk van zijn landgenoten. De VS wilde graag, maar kreeg geen toegang tot de olievoorraad en ook hield de man het IMF en de Wereldbank buiten de grenzen. Dit zorgde ervoor dat de VS 40 jaar lang probeerde om de man van zijn troon te stoten, om op die manier toch bij de olie te kunnen komen. De VS schilderde de man zelfs af als tiran, dictator of terrorist. Uiteindelijk organiseerde de VS 'De Arabische Lente'. Zogenaamd om het Midden-Oosten te helpen bij de overgang naar democratie. In werkelijkheid ging het, net als de door de VS uitgeroepen oorlog tegen terrorisme, uitsluitend om de macht over de olievoorraad en imperialistische hegemonie. Het gevolg voor het land was dramatisch. Verschillende milities strijden om de macht, wat geresulteerd heeft in tienduizenden slachtoffers onder voornamelijk burgers. Mensenrechten worden op grote schaal geschonden, de gezondheidszorg staat op instorten en de infrastructuur is een puinhoop. Het land is weer terug in de situatie van voor 1969.

Kolonel Moammar al-Qadhafi werd op 19 oktober 2011 gedood door huurlingen uit Tsjaad, Somalië en Soedan, die zij aan zij vochten met de NAVO en de VS. Twee jaar voordat hij werd afgezet en vermoord, werd Libië gezien als één van de rijkste landen in Afrika.

Jan van Oranje

woensdag 11 mei 2016

Open brief aan Hans Kazàn

Geachte heer Kazàn,

Hartelijk dank voor de uitnodiging voor uw theatershow, welke u mij als persoonlijk bericht in Facebook hebt doen toekomen. U schrijft dat uw show gehouden gaat worden in juli en augustus van dit jaar in Theater de Maaspoort in Venlo. In uw schrijven nodigt u mij uit om langs te komen en krijg ik ook nog de eer om u na afloop persoonlijk te ontmoeten. Dit omdat, zoals u zelf stelt, berichten delen via Facebook mooi is, maar het nog leuker zou zijn als wij persoonlijk met elkaar zouden kunnen praten. Waarover u het dan met mij wilt hebben heeft u in het midden gelaten.

Hoewel ik erg graag op uw uitnodiging in zou gaan, moet ik helaas toch weigeren. Dit daar ik, net als u, niet in Nederland resideer. Ik ben daarbij vader van 3 kinderen en echtgenoot van een lieve vrouw en kan het dus niet maken om alleen te gaan. Als u dan weet dat vliegreizen in de zomermaanden behoorlijk prijzig zijn, begrijpt u meteen mijn probleem. Bij mij is alles namelijk maal 5. Uw entree, maal 5. Uw show is 's avonds, dus krijg ik ook nog minimaal één hotelovernachting voor mijn kiezen, maar ik ga voor het gemak uit van twee. Maal 5. Eten, maal 5. Drinken, maal 5. Openbaar vervoer, maal 5. En zo kan ik nog wel even doorgaan.

Om zeker te zijn van mijn beslissing, heb ik gekeken wat vliegreizen kosten. Goedkoper dan € 275,- per persoon kon ik zo snel niets vinden. Maal vijf, oftewel € 1.375,- Een hotel kost in Nederland al snel € 75,- per nacht. Maal twee en, u raad het al, dat dan weer maal vijf. Dat maakt € 750,-. Inclusief ontbijt, maar voor de rest geen hap te eten. Een beetje gezonde maaltijd, met een drankje; € 20,- per persoon. Kosten voor vijf personen in twee dagen: € 200,-. Uw entree is € 82,50 voor vijf personen. Vanwaar ik woon gaan er geen vluchten naar Limburg, maar wel naar Rotterdam. Een auto huren is dan denk ik de goedkoopste optie. Kosten voor twee dagen: € 150,-.

Dit alles optellend kom ik op een bedrag van € 2.557,50. Maar dan heb ik wel met u kunnen praten. Meneer Kazàn, ik denk dat het voor u net zo leuk maar voor mij fors voordeliger is, als u mij uw telefoonnummer geeft. Dan bel ik u wel even op.

Met vriendelijke groeten,

Jan van Oranje

zaterdag 7 mei 2016

Slegs Blankes

Mijn voorouders zijn Joden, Belgen, Duitsers, Denen, Fransen, Amsterdammers, Brabanders en Zeeuwen. Er zit verder nog wat Haags, Leids en Fries bloed doorheen en een paar druppels waarvan de herkomst niet helemaal vast staat. Maar ik ben voor iedereen 100% Nederlander. En ja, dat kan je zien.

Mijn zus is getrouwd met een Nederlandse man. Hij heeft Indonesische voorouders. En ja, dat kan je zien. Dat kan je ook merken als je mee mag eten. Niet voor niets hebben zij een fles water op het toilet staan. Ik dacht altijd dat die er stond voor als het hete eten je dorstig had gemaakt. Blij dat ik nooit stiekem een slokje heb genomen. Mijn zus en mijn zwager hebben lieve kinderen. Kinderen dus met Joodse, Belgische, Duitse, Deense, Franse, Amsterdamse, Brabantse, Zeeuwse en Indonesische voorouders. Ook bij hen zit er nog wat Haags, Leids en Fries bloed doorheen en een paar druppels waarvan de herkomst niet helemaal vast staat. Mijn nichtje en neefje zijn dus net zo 100% Nederlands als ik ben. Toch?

Het is door hen nooit tegen mij gezegd. Maar toch heb ik ergens het vreemde gevoel dat er op dit moment in Nederland verschillende 100% regels zijn. Dat 100% Nederlander voor veel mensen eigenlijk maar 50% is. Of 25%. Of gewoon 0%. Dat mensen, die meer Nederlander zijn dan de Koninklijke familie, gewoon ineens niet meer als Nederlands worden beschouwt. Niet blank. Niet Arisch. Gezien worden als minderwaardig. In Zuid Afrika spreekt men een taal die veel lijkt op het Nederlands wat onze voorouders ooit spraken. Die taal heet 'Afrikaans'. Het is een simpele taal, die in al zijn simpelheid een woord heeft voortgebracht dat in elk land begrepen en veroordeelt wordt. Dat woord heet; 'Apartheid'.

Ons moet almal verseker dat Nederland vry bly van 'Apartheid'. Vry bly van 'ek is beter as jy' of 'slegs vir blankes' of 'swart gevaar'. Ons moet gaan insien dat ons almal gelyk is. Dat dit niks saak hoe die buitekant lyk, maar dat dit gaan om die binnekant. Waarom skole vir Katolieke, Protestante, Moslems of nie gelowiges? Waarom nie net één soort skool? Gemengt, waardeur kinders vroeg leer dat ons almal uniek, maar ons ook gelyk is. Maar miskien is dit al te laat. Miskien is dit alles regtig veel te laat en hang daar binnekort in Nederland bordjes aan openbare geboue met die teks; 'Slegs Blankes'.

Jan van Oranje

donderdag 5 mei 2016

De Sultan en de Columniste

Ebru Umar krijgt nog een paar dagen extra vakantie. Het wordt de Nederlandse columniste, wederom, verweten dat zij zich negatief heeft uitgelaten over het beleid van de grote leider Erdoğan en de islam. Dat laatste heeft hij er maar snel bijgehaald, ten behoeve van de publieke opinie. In een interview dat Umar heeft gegeven, haalde ze passages uit haar column aan. En je mag in Turkije niet in herhaling vallen. Haar wordt ook verweten dat er een cartoon over internet zwerft, waar Umar met een kogel aan haar voet wordt afgebeeld. Mag ook niet.

Dus Umar herhaalt enkele passages uit een column. Precies die column waarvoor ze al eerder veroordeelt werd tot een gedongen verblijf in het Anatolische Fabeltjesland. Dat ze voor hetzelfde vergrijp al een week eerder veroordeelt was, is niet in het korte termijn geheugen van Erdoğan opgeslagen. Het gevolg van deze aanval van dementie is dat hij haar gewoon voor dezelfde "misdaad" nog een keer veroordeelt. Hij ja, want zoals elke zichzelf respecterende dictator, beslist er maar één en dat is Erdoğan Atatürk.

En wat het beledigen van de islam betreft, de man is zelf de allergrootste belediging van de islam. Als leider van een land loop je nu eenmaal het risico op bespotting. Maar ik denk dat de kleine Erdoğan, als hij al ooit een school van binnen heeft gezien, tijdens de uitleg van het spreekwoord "Hoge bomen vangen veel wind" net even een geitje aan het beminnen was. De Turkse premier Davutoglu wordt nota bene afgeserveerd, als hij het lef heeft openlijk kritiek te uiten op het huidige beleid. Die is net zo vrijwillig vertrokken, als dat Umar in Turkije verblijft. Het wegsturen van Davutoglu past namelijk wel erg goed in het streven van Sultan Erdoğan I naar de heroprichting van het Groot Ottomaanse Rijk.

Umar zit nu al twee weken gedwongen te genieten van de Turkse gastvrijheid. Het minste wat minister Koenders zou kunnen doen, is financiën beschikbaar stellen om haar bij te staan in haar juridische strijd. Natuurlijk hadden alle onderhandelingen meteen moet worden opgeschort. Het is al belachelijk dat er ooit onderhandeling met dit voor 97% Aziatische land begonnen zijn. Het is dat het ten koste zal gaan van de levens van onschuldige vluchtelingen, maar je zou zo'n figuur gewoon keihard nee moeten verkopen. Een president die zijn gat afveegt met de Europese normen, waarden en wetten, hoort namelijk niet thuis in Europa. Daar hebben ze ooit beerputten voor uitgevonden.

Jan van Oranje

woensdag 4 mei 2016

Heksje Kierewiet (Modern sprookje)

Meneer van Oranje was schrijver van korte verhaaltjes. Verhaaltjes die bijna altijd over grote mensen dingen gingen. Verhaaltjes van vaak ook niet meer dan 400 woorden. En dat valt niet mee hoor, om in 400 woorden te vertellen wat je te vertellen hebt. Meneer van Oranje las zijn verhaaltjes altijd voor aan zijn grootste fan, de kanarie Kobus. Als Meneer van Oranje een verhaaltje klaar had dan ging hij voor het kooitje van Kobus zitten en zei hij steevast "zo Kobus, ik heb weer een verhaaltje klaar. Luister maar eens". En Kobus ging dan behaaglijk zitten op zijn stokje om te luisteren naar weer een verhaal over rare mensen, politieke zaken en andere dingen waar hij eigenlijk helemaal geen kaas van gegeten had. Kobus viel na een paar zinnen dan ook steevast in slaap.

Maar vandaag was het anders. Vandaag was het weer sprookjestijd. Dan kwam er weer een verhaaltje over enge heksen of gemene trollen. Meneer van Oranje wist namelijk alles over heksen en trollen. Hij zei vaak tegen Kobus dat hij misschien wel de grootste heksen- en trollenkenner van de hele wereld was. En de wereld is heel groot, dus moest Meneer van Oranje wel heel erg veel van heksen en trollen weten. Meneer van Oranje zei vaak tegen Kobus dat hij zelfs regelmatig heksen persoonlijk had ontmoet. En wie kan dat nou zeggen? Dat zijn er niet veel. Kobus had zich eigenlijk al een beetje voorbereid op een fijn middagdutje tijdens een van de saaie verhaaltjes, maar nu stonden zijn oogjes helemaal open en was hij een en al aandacht. Dit was andere koek. Dit was spannend. Dat wist Kobus. Meneer van Oranje wist natuurlijk dat Kobus altijd in slaap sukkelde. Hij snurkte hele bossen om. Maar nu zag hij Kobus heen en weer wippen en hoorde hij hem blij fluiten. Dus ging Meneer van Oranje er eens lekker voor zitten, nam nog een slokje koffie en begon te vertellen:

Er was eens, in een land hier ver, heel ver vandaan een heksje. Heksje Kierewiet was haar naam. Maar de meeste mensen noemden haar gewoon Wietje. En omdat Meneer van Oranje vond dat hij, als bedenker van het verhaal, alle rechten had, noemde hij haar ook Wietje. Wietje was een echte heks. Ze had een bezem waarmee ze kon vliegen, natuurlijk had ze een zwarte kat en ze had altijd een grote punthoed op haar hoofd. Wietje was ook behoorlijk aan de dikke kant en droeg altijd zwarte kleren. Op haar bovenlip groeide iets wat op een snor begon te lijken en op haar neus zat een vette wrat waar twee dikke zwarte haren uitgroeiden. Wietje was de hele dag bezig met het maken van de meest vreselijk smakende soepjes. Die maakte ze in een grote ketel, waarin ze, als ze niets beters te doen had, altijd aan het roeren was. Wietje woonde in een klein huisje, midden in een eng donker bos. Overal in het huis zaten spinnenwebben, waarin grote vette, zwarte spinnen zaten, die gemeen naar Wietje en haar kat keken. Niet gek, als je weet dat het lievelingsgerecht van Wietje bestond uit schimmelbrood met spinnenkoppen.

Maar af en toe had Wietje trek in iets anders. Iets waar meer smaak aan zat en wat haar honger beter zou stillen. En op zulke dagen ging Wietje op pad. Ze trok dan het donkere bos in op zoek naar verdwaalde kindertjes. Er waren er altijd wel een paar die niet deden luisteren naar hun ouders en die op eigen houtje het bos introkken. De ergste gingen van de paden af en verdwaalden. En die waren het lekkerst, wist Wietje uit ervaring. Want de angst maakte hun vlees sappig. Vandaag was zo'n dag dat Wietje honger had als een reus. Ze trok haar heksenlaarzen aan, van die hoge met veters, stapte op haar bezem en ging op kinderjacht. Ze vloog en vloog tot ze in de verte een kindje hoorde huilen. Wietje daalde af, verstopte haar heksenbezem achter een dikke boom en ging op zoek naar het huilende kindje. Als snel zag ze hem zitten. "Mooi" dacht ze "het is een lekkere vette". Ze ging naar het jongetje toe en zei dat hij niet meer hoefde te huilen. Zij zou hem wel helpen om terug thuis te komen. Het jongetje, dat Tim heette, droogde zijn tranen en keek Wietje dankbaar aan. Hij was wel een beetje bang voor de heks, want Wietje was nou niet direct moeders mooiste. Maar hij was banger om alleen te blijven. Dus pakte hij snel haar uitgestoken hand en dwong zichzelf om niet naar de lange vuile nagels te kijken. "Misschien heeft ze wel in de tuin gewerkt" dacht hij "Mama heeft dan ook altijd van die vieze handen". Wietje liep met Tim naar de plek waar ze haar bezem had laten staan. Dat vond Tim wel spannend, een echte vliegende bezem. Omdat zowel Heksje Wietje als Tim niet tot de meest lichte behoorden, had het bezempje wat moeite om van de grond te komen. Maar uiteindelijk kwamen ze een paar meter los en gingen ze op weg naar het smerige heksenhuisje van Heksje Wietje.

Bij het huisje aangekomen duwde Wietje de kleine Tim snel naar binnen toe en deed de deur op slot. Toen ze Tim een beetje verbaast zag kijken, zei ze snel dat de deur op slot moest omdat anders de kat weg zou lopen. In werkelijkheid wilde ze natuurlijk voorkomen dat Tim de benen zou nemen. Ze pakte een stoel voor Tim, waar ze even flink een dikke laag stof van af blies en gaf hem een toverdrankje, zodat hij snel in slaap zou vallen. Tim had een enorme dorst en dronk het wat vreemd smakende drankje gretig op. Al snel voelde hij zijn ogen zwaar worden en viel hij in een diepe, diepe slaap. Wietje zag hem knikkebollen en begon de bouillon, waarin ze Tim zou gaar koken, aan de kook te brengen in haar grote zwarte ketel. Ze stookte het vuur hoog op, zodat de bouillon snel op kookpunt was. Wietje had een schreeuwhonger en die moest gestild worden. En als het even kon, zo snel mogelijk. Ze ging naar Tim en trok hem al zijn kleren uit. Die zouden de smaak toch alleen maar verpesten, wist ze. Vervolgens pakte ze een groot scheermes en scheerde zijn hele kop kaal. Anders had ze straks steeds haartjes in haar mond en dat vond ze smerig. Toen Tim gereed was, pakte ze hem op en propte hem in de ketel met kokende bouillon. "Oh ja, dit gaat heerlijk worden" lachte ze met de meest gemene lach die ooit in het bos geklonken had.

Meneer van Oranje stopte even met vertellen, want hij had van al dat praten dorst gekregen. Hij ging naar zijn keukentje en maakte een tweede bakje koffie voor zichzelf en een bakje met water voor Kobus. Kobus zag hem aankomen en was vol spanning naar het vervolg van het verhaal. Hij was ook best een beetje trots op zijn baasje. Tenslotte kunnen niet veel mensen zeggen dat heksen tot hun persoonlijke kennissenkring behoren. Meneer van Oranje gaf Kobus zijn vers bakje met water en ging daarna zitten aan de eettafel. Hij nam net een slokje van zijn koffie toen er hard op de deur werd geklopt. Meneer van Oranje stond een beetje mopperend op, want hij vond het nooit leuk om midden in een verhaal gestoord te worden. Nog voor Meneer van Oranje bij de deur was, vloog deze als vanzelf open. In de deuropening stond één van de mooiste vrouwen die Meneer van Oranje ooit had gezien. Het leek wel een prinses, maar dan een mooie prinses. Niet zo'n lelijke die je de laatste tijd op televisie voorbij ziet komen. De mooie dame had blond haar, dat net te zien was onder haar capuchon, een bezem onder haar arm en een witte Perzische kater, die haar been de hele tijd kopjes gaf. Meneer van Oranje stond met open mond de dame aan te staren. En Kobus hield spontaan op met fluiten.

"U bent Meneer van Oranje?" vroeg de mooie dame. Meneer van Oranje kon alleen maar bevestigend knikken. Hij vertrouwde namelijk niet helemaal op zijn stem. "Dat is dan heel mooi" zei de mooie dame. "Mijn naam is Wietje. Maar de mensen noemen mij ook wel Heksje Kierewiet. Maar dan alleen achter mijn rug. Ik wil u laten weten dat ik het een beetje zat ben dat u zoveel onzin over mij vertelt. Uw zogenaamde heksenverhalen, die slaan werkelijk nergens op." Meneer van Oranje wist even niets terug te zeggen. Hij werd zelfs een beetje bang. "Ga toch weg jij, ga toch alsjeblieft weg" riep hij angstig. Kobus, die eerst totaal niet begreep waarom zijn baasje zich zo vreemd gedroeg, had ineens door wat er aan de hand was. Zijn baasje wist helemaal niets over heksen. Hij had het allemaal verzonnen. En nu was deze heks boos geworden op Meneer van Oranje. Deze heks was ook helemaal niet lelijk, maar juist erg mooi. De heks ging niet weg, maar ging naast Meneer van Oranje zitten. "Gezellig toch Meneer van Oranje, zo met zijn tweetjes? Maar genoeg gezelligheid, het is tijd voor een serieus gesprekje".

"Hoe komt u erbij om de kinderen wijs te maken dat heksen slecht zijn en lelijk? En dat ik spinnenkoppen eet of, nog erger, kleine verdwaalde kindertjes. Ik sta helemaal niet de hele dag in een grote ketel te roeren en ik heb ook geen grote zwarte kater. Ik ben meer een Perzenmens. Dus als u het niet erg vindt, wil ik dat nooit meer in één van uw verhaaltjes terug lezen". Om Meneer van Oranje nog een beetje extra te pesten veranderde Heksje Kierewiet de neus van Meneer van Oranje in een dikke worst. Meneer van Oranje kon wel huilen van ellende. "Alsjeblieft mevrouw Wietje, ik bedoel het helemaal niet slecht. Ik wilde alleen een leuk sprookje schrijven. Laat mij niet zo door het leven gaan, met een worst aan mijn neus." Heksje Kierewiet proestte van het lachen, want ze had in haar hele lange heksenleven nog nooit zo'n bang iemand gezien. "Meneer van Oranje, ik wil die worst gerust van uw neus halen," zei het heksje. "maar dan wil ik wel dat u beloofd nooit meer van dergelijke onzin over heksen zal vertellen. En als de worst weg is en ik merk dat u weer met die fantasieverhalen begint, verander ik u in de dikste pad die u ooit gezien hebt". Meneer van Oranje stotterde en snotterde dat hij dat beloofde. Heksje Kierewiet stond op, tikte even tegen de worst en daar was de neus van Meneer van Oranje al weer terug. Tevreden lachend gooide ze in een goede bui wat toverpoeder over Kobus de kanarie, ondertussen een krachtige toverspreuk mompelend: "Iesewiesewassewem, vanaf nu ben jij goed bij stem". Ze opende het kooitje en keek nog een keer quasi boos naar Meneer van Oranje, die angstig in elkaar kroop. Bang dat hij was om veranderd te worden in een dikke pad. Want die waarschuwing nam hij heel serieus. Dat was al eens gebeurd met de huidige koning van het land, koning Willem, dus hij wist dat het mogelijk was. Heksje Kierewiet deed echter niets. Ze liep naar buiten, stapte op haar bezem en vloog weg.

Kobus kroop ondertussen uit zijn kooitje en rekte zich eens even lekker helemaal uit. Hij fladderde naar beneden en ging op de tafel zitten, vlak bij zijn baasje. Meneer van Oranje zat nog steeds te bibberen van angst. "Tja baas, en nu?" vroeg Kobus aan Meneer van Oranje. De mond van Meneer van Oranje viel open van verbazing. "Kobus…….. jij kunt praten?" vroeg hij dan ook verbijsterd. "Hoe kan dat nou?" Meneer van Oranje begreep er allemaal niets meer van. Kobus vertelde hem dat de heks, buiten het zicht van Meneer van Oranje, hem een stem gegeven had. "Ik heb eens nagedacht," zei Kobus, "misschien moet je het toch maar gewoon bij je korte verhaaltjes houden. En ja, ik val dan meestal in slaap. Maar dat geeft toch niet? Je weet dan in ieder geval dat je niet in een dikke pad wordt veranderd", Meneer van Oranje streek eens over zijn kin, dat deed hij altijd als hij diep moest nadenken. Na een paar minuten zei hij "Kobus, ik denk dat ik jouw idee een goed idee vind. Vanaf nu alleen nog maar korte verhaaltjes". En zo kwam het dat Meneer van Oranje, tot in lengte van dagen, korte verhaaltjes schrijft. En Heksje Kierewiet? Die lag lui achterover in haar huisje in het bos. Ze zag het allemaal tevreden aan door haar glazen bol, ondertussen kluivend aan een vers kinderboutje.

Jan van Oranje

maandag 2 mei 2016

Het alibi

Het is zondag 20.00 uur. Als voorproefje op ‘Vermoord in het buitenland’ wordt ik eerst verrast met een herhaling van John van den Heuvel die de tot dan toe ‘spoorloos verdwenen’ Turkse vrouwenhandelaar Saban Baran op gaat sporen. De man is echter al in februari 2015 door de Turkse rechtbank veroordeeld. Een klein regeltje tekst met deze mededeling had dus wel zo handig geweest. Je schrikt je als verhandelde prostitué toch compleet lam als je te horen krijgt dat dit monster alweer ontsnapt blijkt te zijn. Niet dus.

Vervolgens komt het kale hoofd van de misdaadverslaggever om 21.00 uur wederom vol in beeld. En op mijn 60 inch HD breedbeeldscherm is dat toch elke keer weer behoorlijk schrikken. Nu gaat hij een moord in het buitenland oplossen. Na een kwartier slap geouwehoer en het tot op het irritante af herhalen van beelden, begint de reclame. Mooi, kan ik eindelijk gaan plassen. Want door de spanning van de herhaalde jacht op Saban Baran staat mijn blaas bijna op ontploffen. Na de reclame krijg ik eerst een herhaling te zien van het gemekker wat ik voor de reclame ook al gezien heb. Waarschijnlijk denkt van den Heuvel dat het programma vooral bekeken wordt door seniele honderdjarigen en mensen met een ernstige beschadiging van het korte termijn geheugen.

Na een half uur weet ik nog steeds niet meer dan dat een Nederlander een aantal jaren geleden in Bolivia vermoord is, dat de dader gepakt is en een vrouwelijke opdrachtgeefster huisarrest heeft, maar nooit thuis is. Ik krijg wat beelden te zien van agrarische medewerkers met kapmessen, die niet toestaan dat van den Heuvel een perceel betreedt. Hierbij worden de kapmessen in beeld gebracht alsof het wapens zijn. De kale speurneus vermeldt nog even ‘terloops’ dat één van deze bloeddorstige mannen een kettingzaag bij heeft, waarmee hij, als ze niet oppassen, hun benen af gaat zagen. Dat deze mensen wellicht gewoon bezig zijn met hun dagelijks werk komt geen moment bij hem op. Misschien moeten ze wel een boom omzagen en dan is een kettingzaag best wel handig.

Het is weer reclame. En ja hoor, na de reclame wordt alles wat ik al tot vervelens toe meerdere malen voorbij heb zien komen herhaald. Niets wordt opgelost. Niemand wordt aangehouden, ondanks de belofte van Johnny dat hij dat persoonlijk wel even voor elkaar zou gaan boksen. Waar is Peter R. wanneer je hem nodig hebt? Had ik in ieder geval een alibi.

Jan van Oranje

zondag 1 mei 2016

Condoomperikelen

Mijn eerste keer. Ik was een jaar of veertien. Ik had destijds al vier maanden 'zwaar verkering' dus werd het, in onze ogen, tijd om 'het' te gaan doen. Omdat haar ouders een spontane hartverzakking gekregen zouden hebben bij de vraag om welk voorbehoedsmiddel dan ook, besloten we dat we een condoom zouden gebruiken. En ik mocht er om.

Ik besloot naar de plaatselijke drogist te gaan. Bij binnenkomst zag ik meteen al drie bekenden van mijn moeder staan. En omdat ik geen trek had om een lollig onderwerp op verjaardagen te zijn, bestudeerde ik vol aandacht een folder over incontinentie bij oudere dames. Nadat alle vrouwen waren vertrokken liep ik naar de balie, waar die dag de ietwat mollige dochter van de erg saaie drogist achter stond. Ze was al zeker twintig, dus in mijn ogen vrij oud. Van vrienden had ik gehoord dat ze zo geil was als boter. Hoewel ik altijd stoer mee deed, wist ik toen nog niet wat ze daar nou precies mee bedoelde.

Ik fluisterde dat ik condooms nodig had. Alsof het de normaalste zaak van de wereld was, pakte ze een doosje van zes. 'Weet je wel hoe je een condoom moet gebruiken?' vroeg ze met een geheimzinnige glimlach. Ik schudde mijn knalrode kop heen en weer. Ze pakte een condoom uit het doosje, scheurde de verpakking open en schoof de condoom in één beweging, die ervaring verraadde, over haar dikke duim. 'Zo moet je dat doen. Zou je dat ook kunnen?' vroeg ze. Ik haalde mijn schouders op, niet goed wetend wat het juiste antwoord moest zijn. Ze keek me even aan, liep toen naar de deur en draaide die op slot. 'Kom mee' zei ze, pakte mijn hand en trok me gehaast mee naar het kamertje achter de zaak. 'Kleed je snel uit' hijgde ze en gaf zelf het goede voorbeeld. Geheel naakt ging ze op de grond liggen met haar stevige benen gespreid. 'Doe nu je condoom om, precies zoals je mij hebt zien doen'. Ik deed wat ze vroeg en ging op haar liggen. Achterin de drogisterij, op de vloer van een klein kamertje, werd ik een man.

Toen ik klaar was rolde ik me van haar af. Ze zei 'Dat ging goed hè? Maar je mag het condoom nu wel af doen hoor.' Ik zei niets, maar liet haar vol trots mijn duim zien, waarna ik het condoom rustig van mijn duim haalde.

Jan van Oranje