zondag 31 januari 2016

Knalfeest

Islamitische Staat? Er is helemaal niets islamitisch aan dat stelletje kindermoordenaars en vrouwenverkrachters. Want als je nog steeds gelooft dat je, door het lukraak vermoorden, verkrachten of verminken van onschuldige mensen in de hemel komt, waar 72 maagden op je zouden wachten, ben je niet alleen een grote sukkel. Nee, dan leef je in een waanwereld. Dus in het vervolg is benaming WaanStaat meer op zijn plaats.

Binnen de islam worden aan iedere rechtvaardige islamitische man maagden beloofd in de hemel. Goed lezen mijn beste terroristjes, iedere RECHTVAARDIGE islamitische man. Omdat ik het gevoel heb dat jullie door marihuana vernevelde garnalenhersens nog verder gekrompen zijn door het overdadig nuttigen van alles wat Allah verboden heeft, zal ik het trachten uit te leggen. Rechtvaardigheid is, ook volgens jullie geloof, juist en eerlijk handelen. Dus als een randdebiel mensen gaan afslachten en je besneden plasser in alles steken wat nog een teken van leven geeft, is NIET rechtvaardig, laat staan juist en al helemaal niet eerlijk. Sorry, kan er niets aan veranderen. Die 72 goede en schone maagden met mooie ogen en ronde, niet hangende, volle borsten gaan jullie woestijntent voorbij.


Na te zijn gestorven gaan jullie verdorven zielen, zoals jullie ooit door een haat-Iman is bijgebracht, naar het hiernamaals. Conform de vroomheid, eerlijkheid, kuisheid en/of andere zaken wordt er door een hogere macht beslist of een ziel naar de hemel mag of dat deze naar de hel moet. En er is niet al te veel fantasie voor nodig om in te zien dat deze hogere macht, in jullie geval, maar tot één beslissing kan komen. Volgens de Koran is namelijk de enige plek waar jullie na het aardse bestaan welkom zijn de hel. De hel, een heerlijke plek welke gekarakteriseerd wordt door een hoge mate aan fysieke en mentale pijn en lijden. In jullie geval kan het mij niet genoeg pijn en lijden zijn. Geen 72 maagden, no fucking way, maar gezellig met zijn allen rond het hellevuur. Of liever nog, er midden in.


Dus ik zou zeggen, doe iedereen op deze aarde een groot plezier en trek massaal de bomgordels aan. Vervolgens gaan jullie op korte termijn, doch zo spoedig mogelijk, naar een mooie plek ver van de bewoonde wereld. Daar aangekomen trekt u allen gelijktijdig aan het touwtje rechts van u, waarmee uw nutteloze leven wordt afgesloten met een grote knal. Beetje bloederig misschien, maar kom op, in de hel moet de kachel ook branden.


Jan van Oranje

www.janvanoranje.nl

vrijdag 22 januari 2016

Mmmmm van Mora

Geachte mevrouw Cora van Mora,

Het zal iedereen wel eens gebeuren. Dat je ineens trek krijgt in een in olie gebakken versnapering. Zo ook in huize Oranje. In de loop der jaren hebben mijn vrouw en ik verschillende fabrikanten, die deze hapjes kant en klaar voorbereid in een diepvriesdoosje proppen, uitgeprobeerd. En eerlijk is eerlijk, die van u komen er in de regel niet slecht vanaf. Dit heeft ons de durf gegeven om uw kaassoufflé uit te proberen.

Nadat mijn vrouw de friteuse op de door u geadviseerde temperatuur van 170 graden had gebracht, gingen de soufflés de hete olie in. Vier stuks om precies te zijn, want op één been valt nog steeds niet echt prettig te leven. Mijn vrouw is nogal precies. Dus exact 10 seconden na de op de verpakking aangegeven baktijd, lagen de prachtig goudkleurig gebakken rolletjes op mijn bordje kokend heet te wezen. Even wachten dus en vooral niet te snel toehappen. Om de afkoeltijd te versnellen, besloot ik de soufflés in twee gelijke stukjes te snijden. Eenmaal doorgesneden lagen er vier halve delen op mijn bord. Elk met een hol gapend gat in het midden.

De donkere holtes zagen er geheimzinnig uit, waardoor wij ons geroepen voelde om als heuse speleologen af te dalen in de krochten van de zojuist geopende grotten. Prachtig schone wanden en een prettige geur was wat ons tegemoet kwam. Door honger gedreven at ik de ene helft "kaal" op. Maar omdat ik toch iets van vulling miste, vulde ik de andere helft met appelmoes. Mijn vrouw houdt wel van een experimentje en vulde haar holle buisjes met gember, kwark en stroop. De laatste helft vulde zij in een jolige bui met sambal op basis van Naga Jolokia pepers. Met als gevolg dat zij de rest van de avond buiten in de vrieskou heeft gestaan met haar bek wagenwijd open. De geluiden die zij voortbracht had ik haar voor het laatst horen voortbrengen op onze huwelijksnacht, ruim 20 jaar geleden.

Wij zijn nu van plan om dit weekend uw bitterbal te proberen. Na onze soufflé-ervaring zijn wij echter bang dat die bitterbal van u net zo’n losse flodder wordt als uw kaassoufflé. Ik wil u dan ook vragen of u in het vervolg wat meer aandacht kunt besteden aan de eindcontrole. Mocht dit niet tot de mogelijkheid behoren, vermeld dan in ieder geval op uw verpakking dat het om doe-het-zelf-snacks gaat. Dan koop ik er in het vervolg meteen een paar onsjes kaas bij.

Jan van Oranje
www.janvanoranje.nl

zondag 17 januari 2016

Het plein

De vrouw hangt voorover gebogen op haar fiets. Met haar zoontje achterop op weg naar school. Daarna boodschappen doen bij de supermarkt aan het dorpsplein. Driftig trapt ze de pedalen rond. Maar hoe hard zij ook fietst, ze komt altijd een paar minuten te laat. Sommige mensen hebben dat.

Daar komt de trotse vrouw aangelopen over het dorpsplein. Rechtop, hoofd ophoog. "Hier ben ik" schijnt ze te zeggen. Maar wie ze is? Niemand die het weet, alleen zijzelf. De kerkklokken spelen hun uurmelodie. De deuren van de supermarkt gaan open en Stinkende Steef glipt snel naar binnen. Steef is het sociale geval van het dorp. Dakloos, werkloos en hopeloos. Maar altijd vriendelijk. En altijd stinkend. Steef gaat niet naar binnen om iets te kopen, maar om iets te jatten. Niemand die het in zijn hoofd haalt om hem te fouilleren. Niemand ook die het meer dan 5 seconden uithoudt binnen een straal van 2 meter van Stinkende Steef.

De bakker plaatst zijn bord buiten. “De koffie staat klaar” staat er op. Zou die koffie echt al klaar staan, of moet hij die nu eerst nog gaan zetten? Die mooie juffrouw van de schoenenzaak is de ramen aan het lappen. Dat doet ze alleen als het niet druk is in de zaak. De kapper op de hoek van het pleintje staat buiten een praatje te maken. Zal wel weer over voetbal gaan. Hij heeft zelf model kaalhaar, de kapper. "Een kaal hoofd maakt jonger", zegt hij altijd. Daarmee onbedoeld een signaal afgevend van "ik heb geen fantasie".

Ach, de moeder van Maria is weer eens ziek, want Maria glipt zojuist de drogisterij binnen. Blijft ze weer thuis van school om voor haar arme moeder te zorgen. Dat gebeurd trouwens wel vaak de laatste tijd. Zou nou niemand dat in de gaten hebben? Al zingend komt groep zeven aangelopen over het dorpsplein. Op weg naar de wekelijkse zwemles. Allemaal lachende gezichten. Dat was vroeger wel anders. Dan was het janken wat de klok sloeg. Voorop loopt juffrouw Bella. En achter de groep Jaap, een slungelige jongen en hevig verliefd op Bella. Maar hij komt nooit verder dan het meelopen naar de zwemles. Zou Jaap ooit de stap wagen om Bella mee uit te vragen?

Het is weer tijd om naar het tehuis te gaan. Naar het kleine benauwde kamertje, met het bed in de woonkamer. Hij heeft zijn dagelijkse portie vermaak weer gehad. Een beetje stram staat de oude man op van het bankje. Op weg naar weer een dag minder.

Jan van Oranje

maandag 11 januari 2016

Liefde is...

"Heb je enig idee hoelang ik heb gezocht?" vroeg hij. "Alle kastjes heb ik overhoop gehaald voordat ik de lucifers had gevonden. Waarom had je die achter in de kast verstopt? Was je bang dat ik het huis zou laten afbranden? En even uitleggen hoe de vaatwasser werkt was zeker te veel moeite? Je had me ook wel eens mogen vertellen hoe de wasmachine werkt. Al die verschillende knoppen en wasmiddelen, ik kan er echt geen touw aan vastknopen. Ik heb alles maar gewoon bij elkaar gepakt en in de machine gemikt. Ik zie wel hoe het eruit komt."

"Oh ja, en dan nog wat. Die keramische kookplaat is dus echt niet aan te krijgen hè. Waarom moest je nou zo'n ingewikkeld ding kopen? Op een simpel gasfornuis kun je toch ook koken? Ik ben al bang om te vragen wat deze gekost heeft. Zal niet goedkoop zijn. Trouwens, dat koken is sowieso een bak ellende. Daar begin ik niet eens meer aan. De snackbar zit hier op de hoek en voor de vitamines neem ik wel een slaatje. Ik heb trouwens bloemen voor je meegebracht. Ik hoop dat je ze mooi vindt, want ze hadden alleen nog maar van die stink chrysanten. Ja, ik weet dat het niet je lievelingsbloemen zijn, maar € 15,- voor een zielig bosje tulpen vond ik wal al te gortig. Die moeten ook elke dag schoon water en dat zie ik jou zo 1, 2, 3 niet doen. Of wel soms?"

"Nog even over die achterlijke zus van je. Dat mens blijft maar langskomen. Om te zien hoe het met me gaat, zegt ze. Alsof ik achterlijk ben. Ik heb daar allemaal geen zin in, in dat opdringerige gedoe. Het is trouwens een bemoeizuchtig kreng ook. Maar dat wist je al. Oh ja, voor ik het vergeet te zeggen, ik heb de tuin lekker laten betegelen. Groene vingers heb ik nooit echt gehad, dus dit is ideaal. En ik weet dat je het er niet mee eens zult zijn, maar de boodschappen doe ik voortaan bij Appie Hein. Ja, natuurlijk weet ik dat het daar veel duurder is dan bij de Aldi, maar hij zit hier aan het einde van de straat. Scheelt mij zeker 15 minuten lopen. En dat is een knap eind als je heup versleten is hoor. Nou lieverd, ik denk dat dit het wel was. Zullen we voor volgende week weer afspreken?” De man trok zijn jas recht en liep weg. De bloemen op het graf van zijn onlangs overleden vrouw achterlatend.

Jan van Oranje

Vader en zoon

Soms mis ik het wel hoor. Die vader tot zoon gesprekken. Het zijn altijd van die lekkere tijddoders. Gisteren moest ik ineens weer aan je denken, doordat ik een afbeelding van Adam en Eva zag. Je weet wel God, dat zijn die eerste twee die jij geschapen hebt. Ik snapte niet helemaal waarom Adam en Eva navels hebben. Want als je de eerste bent, vanwaar dan die navel? En die vijgenbladen. Je schept twee mensen, die zich dan voor elkaar schamen? Vervolgens schep je hele negerstammen die de godganse dag in hun blote plasser lopen.

Nu ik je toch aan de lijn heb, waarom al die shit in de wereld? Oorlog, vluchtelingen, armoede, moord, ziektes. Waar heb je het zo druk mee God? Niet met het oplossen van alle ellende. Zo moeilijk kan het toch niet zijn? Sla die bestseller van je open en op elke willekeurige bladzijde kan een kreupele spontaan weer lopen, een blinde zien en kom je ook nog met een super truc door je zoon over water te laten lopen. Wat ik sowieso knap vind met die gaten in zijn voeten. Schijnbaar heb je gewoon een bizar gevoel voor humor. In dat geval stel ik voor dat ze jou in het vervolg de oudejaarsconference laten doen.

Je groupies niet even een klein beetje helpen, maar wel verlangen dat ze massaal in een steenkoude kerk gaan zitten. De wereld schep je in een dag of zes, maar een centrale verwarming plaatsen in een kerk is dan ineens erg lastig? En dan die banken God. Uit het jaar nul. Net als je zoon overigens. Die banken zijn zo hard, dat je na een dagje kerk de eerste veertien dagen loopt als een pinguïn. Vervolgens laat je jouw schapen onduidelijke liedjes zingen terwijl ze moeten gaan staan en zitten, staan, zitten, staan, zitten. Als je dat van boven aanschouwd moet je toch wel bloed piesen van het lachen God?

Tot overmaat van ramp wordt er aan het einde van de rit ook nog een gort droge, ver over de datum zijnde, hostie achter in je keel gepropt, waarbij het te veel moeite is om een klein slokje van die rode wijn te geven, zodat dat ding niet de hele nacht in je keel blijft hangen. Of is dat juist je bedoeling? Een soort vergeetmenietje?

Nou God, het was weer gezellig, maar ik ga hangen. Moeten we vaker doen, even lekker bijkletsen.

Jan van Oranje

zondag 3 januari 2016

Bakkersperikelen

Ik neem een slurpje van mijn koffie. Zittend op mijn vaste stek aan de bar kan ik iedereen goed bekijken. De laatste dag van het jaar komen de vaste gasten hun opwachting maken. Aan het eerste tafeltje zit het bejaard echtpaar van Ooijen. Ik hoop dat ik ook ooit op die manier oud mag worden. Zorgen makend om niets en de dag plukkend zoals hij gepresenteerd wordt.

Daar zit Ed. Toen ik hem de eerste keer zag dacht ik serieus dat hij de leadzanger was van de plaatselijke rockband. Ed blijkt echter chef-kok te zijn in zijn eigen restaurant in het centrum van mijn dorpje. Er gaat een echtbaar schuin achter mij zitten. Ik ken ze vaag. Hij neemt een koffie, zij een vers geperste jus d'orange. En een mokkagebakje. Vlak voor ze haar vorkje in het gebakje wurmt, slaat de twijfel toe. Ze zegt tegen de serveerster dat ze toch liever een abrikozenvlaai heeft. De vlaai heeft de tafel nog niet bereikt of ik hoor de tut hola kwelen; 'Nee, doe anders toch maar dat mokkagebakje'. Sommige mensen vragen bijna om een langzame wurgdood.

De barman is ondertussen aan het worstelen met de vers geperste jus d'orange van mevrouw. Met het zweet op zijn voorhoofd doet hij zijn best om de halve sinaasappel in het persapparaat te frutten. De sinaasappel is te groot. Of het apparaat te klein. Kan ook. Met als gevolg dat het heerlijke sap voornamelijk op de beste man beland en op het tegelwerk voor hem. Het duurt twee halve sinaasappels voordat het apparaat verstopt is met sinaasappelprut. Na het halve apparaat uit elkaar gehaald te hebben begint hij met de volgende twee helften. Met hetzelfde resultaat. Gelukkig sluiten ze pas over een paar uurtjes en heeft hij nog even.

Ed besteld een broodje rosbief. Ed besteld eigenlijk altijd een broodje rosbief. Sterker nog, het zou me niets verbazen als Ed zelf nog eens verandert in een broodje rosbief. Er komen klanten binnen voor 10 oliebollen. Er zijn er nog maar 8. De klant vraagt hoe dat dan gaat met de aanbieding '10 halen, 9 betalen'. De bakker biedt aan om er dan 2 appelbeignets bij te doen. Helaas verkoopt de bakkersvrouw net de laatste appelbeignets. Tenslotte gaat de man weg met 8 oliebollen, een saucijzenbroodje en een chocoladebol. Ook lekker.

Ik neem mijn laatste slokje koffie van dit jaar, reken af en wens iedereen een goed uiteinde. Met een halfje bruin onder mijn arm wandel ik rustig terug naar huis. Op naar een gelukkig nieuw jaar.

Jan van Oranje

Ron Brandsteder allergie

Naast mij was een stelletje komen zitten. Uit Rotterdam, dan wel omgeving. Tenminste, die indruk kreeg ik, want ze klonken zoals Jules Deelder klinkt. Maar dan zonder het brilletje, maar met trainingspak. Een Rotterdamse setje die met een weet-ik-veel-hoeveel-de-hands Fordje, een knal gele, naar mijn dorpje waren gekomen. Ze hadden beide een colaatje genomen. Ze zagen er een beetje truttig uit. Of burgerlijk. Of eigenlijk helemaal niet.

Ik nam een slokje van mijn koffie en bekeek het stel eens goed. Eén blik was voldoende om mij het gevoel te geven dat ze ooit met één van de laatste honeymoonquizzen hebben meegedaan. Typisch van die Ron Brandsteder tiepjes: braaf, gehoorzaam en met de standaard “bord op schoot” zondagavondseks. Aangezien ik een ongelooflijke pesthekel heb aan die Brandsteder, altijd al gehad ook, moest ik bij het aanschouwen van dit stelletje steeds aan dat stompzinnige programma denken. Ik kreeg dan ook meteen last van irritatiebultjes. Soms vraag ik me wel eens af wat mij nou eigenlijk irriteert aan die gozer. Nou, daar kan ik kort in zijn, zo'n beetje alles.

Ik irriteer me aan zijn arrogante, altijd zwetende hoofd, zijn houding, zijn altijd leuk willen zijn, dat stompzinnige nep lachje van hem, de manier waarop hij dat zoontje van hem over het paard heeft gesmeten, kortom, een vreselijke Gooise kwal. En als ultiem bewijs voor mijn stelling is het belangrijk te weten dat hij ooit met Patty Brard getrouwd is geweest. En dan ben je echt een heel eind heen als man. Patty Brard, het broedsel wat de ene na de andere relatie verslindt in de hoop dat ze een kerel vindt met een kluissleutel als piemel waarmee ze vervolgens een eeuwigdurend zilvervlootorgasme kan beleven.

De honeymoonquiz. Nog steeds begrijp ik de benaming 'quiz' niet helemaal. Ik bedoel, wat is er quizerig aan een dame, vaak met iets te dikke bips, vol enthousiasme in de tomatensoep te pleuren. En dan niet één keer, maar twee, drie of heel veel keren. Net zolang totdat Brandsteder vond dat ze er “leuk spontaan op stonden”. En daarna die verrekte toren van Pisa, waarbij het van belang was dat alle houten bruidsparen op de toren werden gezet voordat die om zou lazeren. Dat spel heb ik ooit nog van mijn schoonmoeder gekregen. Ik hou sindsdien niet meer van mijn schoonmoeder. Dat was voor mij de ultieme druppel.

Jan van Oranje

Opa en Oma

Ze had het bijna gehaald. Honderd jaar. Maar om de een of andere reden heeft het niet zo mogen zijn voor oma. Eén dag, nog geen 24 uur, voordat ze de mijlpaal van honderd zou halen, blies ze haar laatste adem uit. Het koninklijk telegram stond op de kast. Mijn opa was haar al wat jaartjes eerder voorgegaan. En dus was er nu definitief een einde gekomen aan het duo 'Opa & Oma'.

"We gaan naar opa en oma" bezorgde ons als kind altijd vrolijke kriebels. Niet alleen door de spannende grote reis, helemaal van Brabant naar Amsterdam. Naar opa en oma gaan was een feestje, met alle rituelen. Opa en oma woonden heel lang aan het IJ, in Amsterdam Noord. In een klein huisje, met een kleine woonkamer, een kleine keuken, een kleine slaapkamer en een nog kleinere badkamer. Een kabouterhuisje voor oude mensen, in de wijk 'Vogelenbuurt'. De gemeente had zich er bij het uitdelen van de straatnamen makkelijk van af gemaakt. Eerste Vogelenstraat, Tweede Vogelenstraat, etc. Tot de Zesde Vogelenstraat. Waarom moeilijk doen als het makkelijk kan. Opa en oma woonden aan de Vogelkade. Kon opa fijn bootjes kijken. Als er een langs kwam welteverstaan, want dat gebeurde zelden tot nooit.

Bij aankomst had oma ons al gewaarschuwd dat we gerust een snoepje mochten pakken, maar dan wel uit het speciale 'voor kinderen' snoeptrommeltje. Het andere trommeltje zat vol met heerlijke nougatblokken, maar die waren voor opa. En de 'kletskoppen' in het koektrommetje boven op de kast waren voor de visite. Binnen 10 minuten hadden wij de nougatblokken opgevreten, met als toetje de kletskoppen.

Mijn opa was een echte 'opa' opa. Klein mannetje, hoedje op zijn kale hoofd en altijd vrolijk. Aangekomen in het kleine huisje gingen we vaak wandelen met opa. In het Vliegenbos. In dat hele bos was geen vlieg te bekennen trouwens. Wel muggen. Na het wandelen had oma dan het eten klaar. Echt oma eten; draadjesvlees, aardappelen en bloemkool met een papje. Als toetje stoofpeertjes of tuttifrutti. Ik weet nog dat oma zilver bestek had. Heel prettig als je dan met je kiezen, vol met vulling, op je vork beet.

En dan ineens was het voorbij. Werden we weer met vier kinderen achter op de bank gepropt van de Renault 16 van mijn vader. Steevast kotste ik dan de longen uit mijn lijf door een overdosis nougatblokken. Maar dat kan ook aan de snoepzak, die oma nog snel even in onze handen drukte, gelegen hebben.

Jan van Oranje

Verboden te neuken

Het is niet vol, maar wel ontzettend druk. Aan het begin van onze jaartelling waren we met het miserabele aantal van circa 200 miljoen mensen. Ruim 2000 jaar later hebben we bijna de grens van 8 miljard bereikt. En we fokken gewoon door, als ware wij hyperseksuele konijnen.

In 1412 zaten we aan de 500 miljoen soortgenoten. Door ziektes als de pest, pokken, honger en gebrek aan hygiëne werd de groei van de mens lekker in toom gehouden. Een beetje gezin kreeg 15 kinderen en daarvan bleven er met wat geluk 4 in leven. Met nog wat meer geluk bereikte 2 tot 3 kinderen een leeftijd waarop men zelf kon gaan vermenigvuldigen. En ja, als je 2 mensen nodig hebt voor het maken van een kindje, dan schiet het niet erg op met de bevolkingsgroei als er steeds maar 2 tot 3 overblijven.

In het jaar 1804 zijn we ineens met een miljard mensen. De mens werd beter met in leven blijven. We deden er 70.000 jaar over om met een miljard te zijn, maar 23 jaar later is het aantal al verdubbeld. Door de tweede wereldoorlog stagneert de groei een beetje, maar in 1960 halen we al de 3 miljard. Vanaf dat moment gaan we pas echt goed tekeer en schiet de teller tegen het jaar 2000 door de 6 miljard. Koud in de 21e eeuw is daar mens nummer 7 miljard en nu wachten we met spanning op baby nummer 8 miljard.

8.000.000.000 mensen die moeten eten, drinken, piesen, poepen, reizen, wonen. De zeeën raken steeds leger, de bossen steeds dunner, minder akkergrond voor boeren. De toekomst van de mensheid is op dit moment dus simpel. Die is er niet. Als we zo door blijven gaan, is de mens sneller uitgestorven dan de witte neushoorn. De aarde is namelijk slechts geschikt voor maximaal 4 miljard mensen, waardoor alles in evenwicht kan blijven. Dus moeten er 4 miljard mensen het veld ruimen. Sorry, niets aan te doen. Omdat mensen van nature egoïstisch zijn, zal er wel niemand te vinden zijn die zich voor de rest van de mensheid op wil offeren. De oplossing is dus even simpel als doeltreffend. Een wereldwijd neukverbod voor een jaartje of 50.

Per jaar overlijden er gemiddeld 59.000.000 mensen op de wereld, oftewel zo'n 3 miljard mensen in 50 jaar. Als we nu zouden stoppen met dat maniakale voortplanten, dan is in 2065 de wereldbevolking teruggebracht tot iets meer dan 4 miljard. Je zou natuurlijk ook kunnen denken aan door de kerk voorgeschreven voorbehoedsmiddelen. Ja, ik vond hem zelf ook grappig.

Jan van Oranje

De uitslag

“Het spijt me, meneer Jansen, maar er is niets meer aan te doen.” Meneer Jansen keek beteuterd. “Weet u het zeker? Het kan toch niet zomaar van de een op de andere dag over zijn?" De man met de witte jas probeerde het zakelijk te houden. “Meneer Jansen, ik begrijp dat u ergens hoop zoekt, maar echt, u moet accepteren dat er niets meer aan te doen is.”

“Hoe moet het nu verder?” vroeg meneer Jansen. “Nou ja, dat is aan u. Daar kan ik niets over zeggen.” Meneer Jansen keek hem met vochtige ogen aan, terwijl de kleine ruimte zich vulde met stilte. “Ik weet dat het hard klinkt, maar ik wil u toch verzoeken om naar huis te gaan” zei de man met de witte jas. Meneer Jansen keek hem even aan, haalde zijn schouders op en als in slow motion liep hij naar de deur. Even wist hij niet meer hoe hij een deur moest openen. Onhandig deed hij de deur open en stapte naar buiten. De kou in.

Verdoofd liep hij door de straten van het dorpje waar hij zijn hele lange leven gewoond had. Hij zag niemand en niemand zag hem. Zonder te weten hoe hij was gelopen, kwam hij aan bij zijn huisje. Apathisch drukte hij op de bel, terwijl hij de sleutel in zijn jaszak had zitten. Zijn vrouw deed de voordeur open. Toen ze haar man zag staan wist ze het eigenlijk al. Hij hoefde niets te zeggen. De blik op zijn bleke trieste gezicht, sprak voor haar boekdelen.

Meneer Jansen ging aan de keukentafel zitten. Zijn vrouw, die al veertig jaar lief en leed met hem deelde, schraapte haar keel, slikte haar verdriet met moeite weg en vroeg “En, wat zei hij?” Meneer Jansen keek haar aan, terwijl hij de eerste tranen voelde rollen. “Dat er niets meer aan te doen was.” Verschrikt bracht zij haar handen voor haar mond. “Nee, oh lieverd nee. Zeg dat het een slechte grap is.” En ook bij haar schoten de tranen in de ogen. Ze wilde flink zijn, ook voor hem. Maar ze kon het gewoonweg niet helpen. “Wat ga je nu doen” vroeg ze tenslotte. “Wat ik meteen had moeten doen.” Ze schrok van zijn woorden, omdat ze wist wat er nu zou komen. Resoluut stond hij op en liep naar het aanrecht. Hij pakte het kapotte koffiezetapparaat en flikkerde het in de vuilnisbak. “Morgen kopen we een nieuwe.”

Jan van Oranje

Mag het licht uit?

"Als je dood bent, dan ben je dood. Je kan bidden tot je een ons weegt, als je dood bent is het over en uit. Finito. Dan is er niets meer.” De oude vrouw sprak vermoeid tegen de nog veel oudere man naast naar bed. Een lang leven had haar uitgeput. Ze wilde nog maar één ding. Slapen, lekker lang slapen.

“Er is geen God, Allah, Boeddha of hiernamaals. Hierna is er niets dan duisternis. Leven na de dood, laat me niet lachen. Als je een beetje nadenkt, is dat eenvoudigweg onmogelijk” sprak ze verder. “Er is ooit berekend dat er al meer dan 100 miljard mensen voor ons zijn geweest. Als al die mensen en de mensen die nog na ons komen, ook naar de hemel gaan, dan wordt dat een knap drukke bedoening."

Ze keek de oude man recht aan, haalde een paar keer diep adem en ging verder met haar relaas. "Ik moet er niet aan denken om bepaalde personen na mijn dood weer tegen te komen. Ik was blij dat ik van ze af was en dan kom ik ze weer tegen. Maar nu voor eeuwig. Nee, als we dood zijn weten we niets meer en zullen we vergeten worden. Ons lichaam zal verbrand worden of verrotten onder de grond. Af en toe komt er nog iemand bij je grafsteen staan janken, maar ook dat gaat voorbij. Trouwens, van mij had het hele leven niet gehoeven. Niemand heeft mij gevraagd om geboren te worden, maar ik ben wel gedwongen geweest het hele leven te leven."

Na een diepe moeizame zucht gaat ze verder. "Ik heb alleen maar narigheid gezien. Moord en doodslag. Een grote bak ellende. Met welk doel? Nee, als er een God bestaat, dan was het van hem geen goed idee om het leven uit te vinden. De hel en de hemel? Kom op zeg, dat is toch een door pedofiele mannen in jurken uitgevonden leugen, met als enig doel om ons te onderdrukken. Maar ach, voor mij zit het er bijna op. Ben er niet rouwig om. Kan er geen moment van wakker liggen.”

Ze mompelt nog wat, om vervolgens vreedzaam weg te zakken in een diepe slaap. God keek naar haar en stapte langzaam bij haar bed vandaan, terwijl hij zijn ogen liefdevol op haar liet rusten. En voordat hij zachtjes de deur van haar slaapkamer achter zich dichttrok deed hij het licht uit.

Jan van Oranje

Stigmatisatiefeest

Mijn kinderen mogen geen Sinterklaas meer vieren. Nu niet, nooit niet. Ik weiger nog langer om mijn kinderen een feest te laten vieren dat vol zit met vooroordelen en waarin mensen met een bepaalde huidskleur worden gestigmatiseerd. Een feest waar op een overdreven en compleet uit zijn verband getrokken manier, een bepaalde bevolkingsgroep wordt geconfronteerd met hun verleden. Waar een kleine zich misdragende minderheid, als voorbeeld wordt genomen voor de creatie van een niet bestaand persoon. Ik vind dat een dergelijk, zwaar naar discriminatie ruikend feest, een feest dat bol staat van leugens en bedrog, onmiddellijk moet stoppen.

Want terwijl de Zwarte Pieten als toffe peren worden neergezet, die snoep uitdelen, voor elk kind tijd hebben, altijd vrolijk zijn, wordt de witte Sinterklaas afgeschilderd als een oude, saaie, half seniele pedofiele kerel met een baard, die ook nog eens in een jurk loopt en met zijn poten niet van kleine kindertjes af kan blijven. Het liedje "De zak van Sinterklaas" heeft voor mij ineens een hele andere betekenis. Om maar te zwijgen van "Hij komt, hij komt, hij komt de goede Sint."

Natuurlijk heeft de kerk fouten gemaakt. En ja, het gros van de Bisschoppen zat bij kinderen te graaien waar ze graaien konden. Maar om dat nu meteen met een stereotype te bevestigen. Om te doen alsof alle blanken in jurken lopen of een lange witte baard hebben. Of iedereen wijs te maken dat alle blanken kinderen voorliegen. Voorliegen over hun leeftijd, geaardheid, afkomst. Alsof er geen gekleurde Bisschoppen zijn geweest die aan kleine kinderen zaten. Alsof er geen gekleurde mensen zijn die, ergens heel stiekem, wel eens de behoefte hebben tot het dragen van een jurk.

Ik vind dan ook dat Sinterklaas een kleurtje moet krijgen. Omdat zwart geen kleur is, kies ik voor bruin. En dan ook graag een bruin paard, want die grap dat witte mensen op 6 december schimmel tussen hun benen hebben ben ik inmiddels ook beu. Ik had ook kunnen kiezen voor rood, geel of groen, maar ik heb nog nooit een paard gezien in die kleuren, behalve dan misschien 'my little pony'.

Zo mijn beste kindervriendjes, zien jullie nu hoe ontzettend belachelijk die hele discussie is? Dat gezeik over een kinderfeest, wat wordt uitgevochten door "de grote mensen" over de rug van kinderen, die niets anders willen dan geloven. Geloven in een goede Sint die cadeautjes brengt. Kinderen die stralen van geluk als ze, heel in de verte, de stoomboot horen. Kinderen, die op 6 december kleurenblind zijn. En kom nu niet aan met "het doet me denken aan de slaventijd…." De slavernij is op 1 juli van het jaar 1863 afgeschaft. Dus als het je doet denken aan de slavernij, ben je waarschijnlijk ouder dan Sinterklaas en dat is heel oud. En kom op, als we oude koeien uit de sloot gaan halen, denk dan eens aan de vele blanken die door kannibalen zijn opgevreten. Of mijn voorouders die slaaf zijn geweest in de Romeinse tijd. Moet ik nu dan maar stoppen met pizza eten?

Dus kap daar nu een keer mee. Je viert het of je viert het niet. Sinterklaas heeft Zwarte Pieten. Zo simpel is het.

Jan van Oranje

De Pianoman

Het is vrijdagavond, 13 november 2015. Snel nog wat plaatjes schieten om de thuisblijvers jaloers te maken en dan gaan twee vrienden achter de stroom mensen aan, het theater in. De eerste tonen van de Amerikaanse rockband beloven een fantastische avond. Na zo'n drie kwartier horen ze achter zich slecht getimed vuurwerk.

Er klinkt een enkele gil, die ver boven de keiharde muziek uitkomt. De band stopt, mensen beginnen te gillen en het vuurwerk uit een Kalashnikov neemt de show over. Overal boren kogels zich in onschuldige lichamen. De vrienden gaan mee in de blinde paniek die als een golf hun kant op komt. Richting de nooduitgang. Op weg naar overleven. Kruipend over lijken, anderen vertrappend, terwijl het bloed van mensen die ze niet kennen in hun kleding trekt. Al trekkend, vloekend en tierend, gestuurd door de oeroude drang tot overleven, staan ze ineens buiten. Veilig.

De honderden muziekliefhebbers die achterblijven kunnen geen kant meer op als de Kalashnikov zijn lied zingt. De islamitische slagers, gewapend met automatische geweren, legen hun magazijnen op het concertpubliek terwijl ze "Allah is groot" roepen. Een meisje gaat achter haar dode vriendin liggen en besmeurt zichzelf met het bloed wat rijkelijk aanwezig is. Ze besluit zich dood te houden. Glurend door haar wimpers ziet ze de een na de andere vriend neervallen.

Een vrouw springt door een raam en komt terecht in een zijstraat. Ze blijft daar uren staan, omdat ze geen idee heeft waar het veilig is. Vanuit haar schuilplaats ziet ze mensen aan de gevels hangen van het theater. Weg van de kogels. Weg van het sterven. Een groep  mensen komt uit het theater gestormd, vaak besmeurt met het bloed van anderen. Niet schreeuwend maar doodstil, in shock. Een jongen wil terug om zijn broer te halen. Hij  dankt zijn leven aan de agenten die hem tegenhouden. 87 mensen kunnen niet ontsnappen en worden geëxecuteerd. Uit naam van Allah. In de stad van de liefde heerst de haat.

Zaterdagochtend, 14 november 2015. Er ligt een opgedroogde plas bloed bij het Bataclan theater in Parijs. Iemand heeft er provisorisch wat zaagsel overheen gestrooid. Een man komt aan op een fiets, met een piano op een karretje achter zich aanslepend. Bij de eerste tonen van "Imagine" van John Lennon rollen de tranen over zijn gezicht. "Nothing to kill or die for, and no religion too". Na het wegebben van de laatste klanken stapt de man weer op zijn fiets, de piano achter zich aanslepend.

Jan van Oranje

De Zwerver

Waar kwam hij vandaan? En waar ging hij naar toe? Hij zag er uit zoals je dat van een beetje zwerver mag verwachten. Beslist geen Swiebertje. Nee, al van grote afstand was te zien dat deze man een odeur zou hebben die menig vlieg zou doen kokhalzen. Zijn leeftijd was door de warrige baard met geen mogelijkheid te schatten. Zijn kleding, of wat er voor door moest gaan, hing om zijn lijf. Met alle souvenirs van een lange voetreis er in en er op. Zijn schoeisel was omwikkeld met grijze tape. En daarna nog eens. Zijn complete wereldse bezit duwde hij voort in een winkelwagentje welke hij geleend had bij een supermarkt. Naast hem liep een hondje.

Ik mag altijd het karretje duwen als we boodschappen doen en erger mijzelf dan kapot, omdat ik op de een of andere manier altijd een karretje pak met een wiebelwiel. Ik keek naar de man en zag dat ook hij wat dat betreft in de prijzen was gevallen. Dus zelfs daar zat het leven hem tegen. Het linker voorwiel wiebelde dat het een lieve lust was. Ik zag de moedeloze blik in zijn ogen. Maar hij ging dapper door. Het mooie uitzicht ging aan hem voorbij. Hij keek naar de weg die voor hem lag. Ergens daar in de verte lag zijn doel.

Onwillekeurig vroeg ik me af waarom de man tot dit bestaan was gekomen. Was de man ooit gelukkig getrouwd geweest? Kwam hij in een verleden thuis van zijn werk, welkom geheten door zijn vrouw, vrolijke kinderen en een hond, die al kwispelend om zijn aandacht vroeg? Wat voor werk zou hij gedaan hebben? Was de crisis bij hem extra hard aangekomen misschien? Koesterde de man nog de gedachtes van hoe het eens was? Had hij nog hoop dat het ooit allemaal wel weer goed zou komen? Of dacht hij niet meer? Was zijn leven geworden tot het lopen van A naar B, gedachteloos de ene stap voor de andere zettend, hopend op wat eten en een dag zonder regen?

De man was dichterbij gekomen en we stonden op het punt om elkaar te passeren. Ik op weg naar mijn gezin, naar mijn vrouw die het eten al klaar had. Hij op weg naar niets. Hij kwam van het noorden en ging naar het zuiden. Misschien op weg naar een supermarkt om een beter karretje te zoeken. Op weg naar het geluk van een karretje zonder wiebelwiel.

Jan van Oranje

Non inspiratie

Het is natuurlijk een dankbaar onderwerp. De vluchtelingen. De een is voor, de ander tegen. Weer een ander steekt de fik in een wagenpark, gooit ruiten in of verkracht vocaal vrouwelijke voorstanders. Genoeg voer voor een columnist om het een jaartje uit te zingen zou je zeggen. Maar nee, even niet meer, Zotteklap is vluchtelingenmoe.

Moet ik het dan gaan hebben over de ultieme MILF Claudia Schoemacher? Omdat zij besloten heeft haar botoxman twee weken per maand de strakgetrokken billen toe te keren? Nou ja, laten we eerlijk zijn, het is natuurlijk best een beetje raar als je besluit apart van elkaar te gaan slapen. Het is zelfs een beetje meer raar als je 2200 kilometer van elkaar gaat wonen. Hij in druilerig Nederland en zij aan de zonovergoten Spaanse kust. De seks schijnt er wel beter van te worden volgens Claudia. Oftewel, de seks was eerst gewoon prut.

Vanwege non inspiratie de krant van wakker Nederland maar eens opengeslagen. Oh nee, het schijnt dat K3 zoekt K3 doorgestoken kaart is. Verbazend? Niet echt. Eva Jinek heeft volgens zeggen een relatie met Lama Ruben Nicolai. Dat is ook zo'n beetje de enige die ze nog niet gehad heeft. Luv, dat zijn die 3 lekkere meiden uit de jaren 70, werken aan een comeback. Alweer? Maar dan wel zonder derde musketier Patty Brard. Die kregen ze met geen mogelijkheid meer in zo'n rokje geperst. Robert uit GTST werkt ook aan een comeback in de zeepserie. Nou en?

Belangrijker is het om te lezen dat Rintje Ritsma eindelijk vader wordt. Zou het dat meisje met het spandoek "Rintje ik wil je kindje" dan toch gelukt zijn? Ik zie de zoveelste foto van dwergmeisje Silvie van der Vaart, Zarka, Mobetie, Meis of hoe ze ook mag heten. Zwoel kijkend in de camera, met slechts een ieniemienie lingeriesetje aan. Het lijkt alsof ze grote borsten heeft, maar als je haar naast een dame van normale lengte zet, dan blijkt het toch gewoon een krappe B te zijn. Tot slot lees ik dat Vincent Croiset vlinders in zijn buik heeft. Who the fuck is Vincent Croiset? En hoe heeft hij die vlinders in zijn buik gekregen? Ik zie ineens hele rare beelden voor me van het anaal inbrengen van een nest rupsen door ene Vincent.

Al met al weet ik nog steeds niet waar ik over ga schrijven. Nou ja, volgende keer beter.

Jan van Oranje

Daar moet een piemel in!

"Daar moet een piemel in!" Het Brabantse dorp met stadsrechten heeft zich op zijn best laten zien op de inspraakavond over een mogelijk asielzoekerscentrum in Steenbergen. Omdat er in het gehucht zelf niet genoeg tuig aanwezig was, werden er van elders versterkingen opgeroepen. Agressieve relschoppers, die zich op zondag supporters van Feyenoord noemen.

"Daar moet een piemel in!" Mevrouw Dasja Abresch had het lef om een betoog te houden vóór de komst van asielzoekers. Vlak voor haar betoog had iemand zich, stotterend en hakkelend, op een Wildersachtige manier uitgesproken tegen het opnemen van vluchtelingen. Want Moslims zijn verkrachters, zijn respectloos, spugen op niet Moslims en zijn crimineel. Achterbaks tuig is het, als je deze hakkelaar moest geloven. Enkele minuten later stond deze debiel met zijn middelvinger omhoog te schreeuwen dat er een piemel in mevrouw Dasja Abresch moest.

"Daar moet een piemel in!" Ik denk eerlijk gezegd niet dat Dasja daar op zit te wachten. Het inbrengen van de piemel moet dus onder dwang geschieden. Ik noem dat verkrachting en respectloos, maar in Steenbergen is dit dus schijnbaar normaal gedrag. Deze asocialen spugen op iedereen die anders denkt dan dat zij. Gedragen zich bijna crimineel. Als ik de stotterende spreker moet geloven, is hun gedrag dus prima vergelijkbaar met de gemiddelde Moslim.

"Daar moet een piemel in!" Het is iets schreeuwen bij gebrek aan relevante slogans. Op de verschillende persfoto's zie je alle boeren hartelijk lachen. Niemand die er ook maar een moment bij stilstaat waarom ze eigenlijk in dorpshal 't Cromwiel aanwezig zijn. Niemand die het volgens mij ene moer kan schelen. Dat er beslist wordt over het lot van medemensen is bij veel mensen niet eens doorgedrongen. Dat slechts één dame wél het lef had om haar eerlijke mening te geven, wél het lef had om vol tegen de mening van het hele dorp in te gaan en daarom haar kinderen heeft moeten laten onderduiken, is klaarblijkelijk normaal.

"Daar moet een piemel in!" In Steenbergen overschreeuwt men iedereen die anders denkt. Omdat men bang is dat hun dochters verkracht worden, de kinderen niet meer buiten kunnen spelen en dat het dorp wordt overspoeld met criminaliteit. Dus moeten er piemels in vrouwen, wordt een speeltuin in de fik gestoken en worden de ramen van andersdenkenden ingegooid. Uit angst voor meer criminaliteit. Want dat werkt altijd goed tegen meer criminaliteit, ongevraagd piemels in vrouwen stoppen, brandstichten en ramen ingooien……

Jan van Oranje

De barbaren komen!

Ik zal eerlijk zijn. Ik was van plan om een column te schrijven over de vluchtelingen. Mezelf openlijk af te vragen waarom ze niet lekker in hun eigen land, of dan in ieder geval hun eigen omgeving, konden blijven. Wat die bende vrouwenverkrachters, stiekeme moordenaars, terroristen in de dop, smerige kinderlokkers en achterlijke pedofielen kwam doen in het paradijs Nederland?

Ja, ook ik ben schijnbaar gewoon een mens. En ja, ook ik ben schijnbaar eenvoudig beïnvloedbaar door de media met "De Witte Engel" als een moderne Goebbels voorop. En ja, ik had ook mijn twijfels of er geen andere motieven waren dan vluchten voor een bak ellende die ik mij in mijn veilige Europa niet kon voorstellen. Nergens lees, zie of hoor ik namelijk dat we te maken hebben met mensen, zoals jij en ik. Mannen, vrouwen en kinderen. Nergens lees, zie of hoor ik hun verhalen. Wat hun gevoelens zijn. Wat zij hebben meegemaakt en nog steeds meemaken. Wat voor offers zij gebracht hebben.

Ik sla een willekeurige krant open en lees over rellen, uitgelokt door asielzoekers. Ik kijk op teletekst en lees over ondankbaarheid. Ik kijk naar het journaal en zie uitsluitend jonge mannen. Mannen die best wel eens terrorist zouden kunnen zijn. Ik hoor de meest verschrikkelijke dingen die deze barbaren zouden hebben uitgevreten. Niet één keer lees, zie of hoor ik de mening van de vluchteling, die er wel degelijk is. Nergens lees, zie of hoor ik van hun dankbaarheid, die er wel degelijk is. Nergens lees, zie of hoor ik het verdriet van de moeders, die er wel degelijk is. Nergens lees, zie of hoor ik hun kijk op het vluchteling zijn, die ze wel degelijk hebben.

Ik lees, zie en hoor wel dat er vrouwen verkracht zijn. Binnen een uur weet men dat het asielzoekers zijn geweest en zijn de daders opgepakt. Nederlandse pedofielen kunnen jarenlang ongestraft rond neuken, maar in dit geval was de politie ongewoon effectief. Ik lees, zie en hoor over kindbruidjes. Vieze oude mannen zouden massaal aan hun pedofiele trekken komen door zich te vergrijpen aan kinderen van soms net 10 jaar. Maar nergens, echt nergens, is een kindbruidje te zien of gezien. Ik lees, zie en hoor over rellen in de opvangcentra. Die "rellen" blijken later kleine vechtpartijtjes, voortkomend uit een logische frustratie.

Ik lees, zie en hoor dat asielzoekerscentra zijn aangevallen door Nederlanders. Gewoon omdat ze dat een goed idee vonden. Ik lees, zie en hoor dat asielzoekers uitgescholden worden, bespuwd worden, uitgekotst door mijn landgenoten. Ik lees, zie en hoor alleen maar hoe deze mensen stinken, hoe smerig ze zijn, dat het maar goed is dat er zoveel verzuipen. Steeds lees, zie en hoor ik dat de barbaren komen. Maar ik heb nieuws, ze komen niet, ze waren hier al. Al heel lang. En ze zijn dichter bij dan je denkt. Zo dichtbij als de dichtstbijzijnde spiegel.

Jan van Oranje

Nieuwe bril

Ik heb een nieuwe bril. En ik kan er nog door kijken ook. Dat klinkt heel logisch, want daar neem je tenslotte een bril voor. Maar na mijn laatste Specsavers ervaring is dat niet zo logisch als het lijkt.  Daar kreeg ik een ijzerdraadje met twee glazen waar ik alleen veraf iets mee kon zien. Dichtbij was ik blinder dan Jules de Korte en Stevie Wonder bij elkaar. Veraf trouwens ook.

Dus een andere brillenwinkel gezocht én gevonden. Nu was Robin Look de klos. Is een Duitse organisatie die door heel Europa paddenstoelen de grond uit laat ploppen en daar brillenwinkeltjes van maakt. En met de gedachte dat Duits degelijk behoort te zijn, ging ik vol vertrouwen naar binnen. Na mijn Specsavers probleem uit de doeken te hebben gedaan, werden mijn ogen getest. Die waren dus achteruit gegaan ten opzichte van de Specsaverstest.

Daarna begon het brillenpassen. Brilletje op, brilletje af. De leuke gingen links, de niet leuke naar rechts. Totdat dochterlief alle brillen door elkaar husselde en het op en af zetten van voor af aan kon beginnen. Uiteindelijk koos ik voor een zwarte zogenaamde studentenbril. Ik dacht dat als dan het studeren niet aan mij was besteed, ik de slimme uitstraling gewoon koop. Hielp geen zak. Ik zag er ook niet slimmer uit. Mijn vrouw was mee gegaan en haar beslissing zou doorslaggevend zijn. Tenslotte moest zij er tegenaan kijken. Ik er alleen doorheen. "En?" vroeg ik. "Wat denk je van zo'n zwarte studentenbril?" Haar antwoord was een echt vrouwen antwoord; "Ja, is weer eens wat anders hé." Het werd dus de zwarte. Een weekje later kon ik de nieuwe bril ophalen.

Met mijn nieuwe bril op naar huis. Thuis aangekomen kijkt mijn vrouw me aan en zegt; "Is toch wel erg groot hoor, die bril." De volgende dag hoor ik; "Als je aan komt lopen zie je eerst heel veel bril en dan pas jou." Ik zeg dat het gewoon wennen is. "Die bril geeft je een streng uiterlijk." Ik kijk haar aan en maak er maar een grapje over. "Alsof er een andere man naast me zit." De grapjes komen nu wat geforceerd mijn keel uit. "Waarom heb je die bril eigenlijk genomen? Hij staat je echt voor geen meter." Ik check de openingstijden van de brillenwinkel.

Een paar dagen terug heb ik mijn nieuwste nieuwe bril opgehaald. Het is een vergelijkbaar model die ik gewoonlijk op mijn neus pleeg te zetten. Ik kom thuis, nieuwe bril op. Geen hond die het ziet.

Jan van Oranje

U bent allen welkom

In 1961 kwamen de eerste officiële gastarbeiders naar Nederland. Ze werden met open armen ontvangen. In de jaren 80 wilde men liever van de gastarbeiders af. Tenslotte waren ze hier maar tijdelijk en het werd tijd dat ze weer terug gingen naar het land van herkomst.

In 1950 kwamen ongeveer 12.500 mensen vanuit de Molukken naar Nederland. Op de vlucht voor de wraak van het Indonesische leger. Het was een "tijdelijke" oplossing. Het merendeel van de vaders van de gezinnen had gevochten aan de kant van Nederland. Ze waren dus beroepsmilitair. Bij aankomst in Nederland kregen deze vaders te horen dat ze uit de militaire dienst waren ontslagen. Bedankt en zoek het maar uit. De eerste jaren woonden de "Ambonezen", zoals ze toen meestal genoemd werden, in  centrale woonoorden, waaronder de voormalige concentratiekampen Westerbork en Vught. Doelbewust werden de Molukkers buiten de Nederlandse samenleving gehouden. Ze mochten ook niet werken, want ze gingen immers weer terug. Al snel werd toch het onvermijdelijke duidelijk, Nederland zou ze niet terug naar de Molukken brengen. Ik kan me echter niet voorstellen dat er veel mensen bij waren die het gevoel hadden dat ze welkom waren in Nederland.

Vanaf 1980 kwamen de eerste bootvluchtelingen in het nieuws. Ze kwamen uit Vietnam. Op de vlucht omdat hun leven gevaar liep. De enige kans die ze hadden was de zee op en hopen. Hopen dat ze een Westers schip tegen zouden komen. Vaak gebeurde dat ook, maar liet zo'n Westers schip ze gewoon dobberen. En daarmee sterven. De bootvluchtelingen die het wel redden, gingen naar verschillende landen in Europa. Nederland kreeg 18.441 vluchtelingen van Vietnamese komaf. Die mensen werden bespot, genegeerd en uitgescholden. Oh, wat was Nederland massaal verontwaardigd over de hulp die gegeven werd. "Oprotten met die spleetogen. Ze stinken naar loempia's, ze zijn vies, het zijn misdadigers" Dat was zo'n beetje de toon. Er zullen niet veel Vietnamezen zijn die het gevoel hadden dat ze welkom waren.

In de jaren negentig is discriminatie net zo normaal als ademhalen. "U draagt een hoofddoek? Sorry, maar dan hebben wij in ons bedrijf geen plaats voor u". Heel normaal en niemand die het raar vond of zich opwond. Behalve dan de mevrouw met de hoofddoek naar ik aanneem. Nog steeds ziet Nederland de buitenlanders liever gaan dan komen. Uit een in 1997 gehouden enquête blijkt dat ruim 80% van de Nederlanders geen traan zou laten als allochtonen verplicht werden om terug te keren naar het land van herkomst.

Op 11 september 2001 vliegen twee vliegtuigen het WTC in New York binnen. De hele wereld haat spontaan alles wat moslim is. Op 2 november 2004 wordt Theo van Gogh vermoord door Mohammed B. die eigenlijk Bouyeri heet. Nederland ontploft, is verontwaardigd en de kreet "alle buitenlanders opgerot" ligt bij een ieder op zijn of haar lippen. Eind 2007 start de financiële crisis. De werkeloosheid stijgt naar historische hoogte. De roep om buitenlanders het land uit te sturen en de grenzen te sluiten wordt luider en luider.

Op 24 december 2005 vertrok vanuit de jachthaven van Praía, op het Kaapverdische eiland Santiago, een boot met 52 passagiers aan boord, op weg naar de Canarische Eilanden, Spanje. Vier maanden later, op 29 april 2006, werd de boot terug gevonden voor de kust van Barbados, drieduizend kilometer uit koers, met nog slechts elf, door de zeewind gemummificeerde, lijken aan boord. Niemand van de passagiers overleefde de tocht. Twee opvarenden van het dodenschip hadden een boodschap achtergelaten, vergezeld door wat geld. "Ik kom uit Senegal maar ik heb een jaar op de Kaapverdische eilanden gewoond. Het gaat slecht. Ik denk niet dat ik dit overleef", schreef Diaw Sounkar Diemi. "Ik wil aan degene die dit vindt vragen dit geld naar mijn familie te sturen." De andere brief, niet ondertekend, bevatte hetzelfde verzoek en besloot: "Vergeef me en vaarwel. Dit is het eind van mijn leven in deze grote Marokkaanse zee."

Duizenden mensen zijn sinds die datum op de vlucht vanuit Senegal en wagen de gok om via het Afrikaanse vasteland, vaak vanuit Marokko, naar de Canarische Eilanden te varen. Naar Spanje, Naar Europa. Meer dan 40% zal de tocht niet overleven. De mensen die het wel redden worden niet welkom geheten. Krijgen geen kleding, fietsen, huizen, geld. eten. Nee, ze worden opgepakt en als de mogelijkheid daar is, teruggeschopt naar het land van herkomst. Niemand die er wat van zegt. Niemand die protesteert.

Het is 2015. Zodra men nog maar het vermoeden heeft dat je vluchteling bent, wordt je welkom geheten. Ongeacht wat je komt uitspoken. Je wordt volgepropt met afdankertjes, krijgt gratis onderdak en nog wat geld op de koop toe. Niemand die zegt dat de buitenlanders op moeten rotten. Het is bijna een hype om een vluchteling in huis te nemen. "Heb jij nog geen vluchteling in huis? Joh, dan hoor je er niet meer bij heur". Als je ook maar iets zegt wat niet lijkt op "jullie zijn welkom" ben je ineens een racist. Laat staan dat je zegt dat alle buitenlanders het land uit moeten, de grenzen gesloten moeten worden en de vluchtelingen beschuldigd van crimineel gedrag.....

Gek, ik dacht altijd dat niets zo veranderlijk was als het weer. Maar de mens kan er ook wat van.

Jan van Oranje

Ali uit Syrië

Beste familie,

Zoals beloofd hier een briefje van jullie geliefde zoon. Ik ben verheugd te schrijven dat het mij gelukt is. De overtocht was een beetje klote. Veel golven. Maar met hulp van Allah en zijn profeet heeft 80% het toch gered en dat schijnt een hoog gemiddelde te zijn. Het was wel een beetje druk op dat Griekse eiland, maar al snel werden we in comfortabele bussen naar een hele grote boot gebracht. Leek wel een cruise. Echt waar, ik lieg het niet. Vervolgens werden we naar een plaats gebracht waar we werden geregistreerd.

Vandaar uit ben ik al liftend naar Hongarije gegaan. Daar wilde ze mij niet hebben en toen ben ik via Oostenrijk en Duitsland naar Nederland gegaan. Dat is een soort Duitsland, maar dan heel klein. Ik ben hier eerst opgevangen in een hele grote zaal. Het leek erg op de kamer waar wij in Syrië met de hele familie sliepen, maar dan veel groter. Wel jammer dat er ook ongelovigen in de zelfde ruimte mochten komen. Beetje respectloos vond ik dat. Maar langs de andere kant was dat weer wel goed voor de verveling, want daar kan je heerlijk op spugen. Er was zelfs een landgenoot die 's nachts over een ongelovige vrouw ging plassen. Dat vond ik echt nergens op slaan, want de WC was veel dichterbij.

Ik heb gisteren een huis gekregen. Van steen in plaats van kamelenpoep. Met 3 slaapkamers en warm water gewoon uit een kraan. Echt waar, ik lieg het niet. Aparte kamers om in te slapen en om te poepen hoef ik geen kuiltje meer te graven. Kan gewoon binnen. Wel een beetje lastig om steeds op zo'n hoge witte pot te klimmen, want probeer daar je evenwicht maar eens op te houden. Op een gegeven moment zat die pot vol. Toen kwam ik er achter dat je op een knopje moest drukken om alles weg te spoelen. Maar ja, er zat al teveel in, dus die pot stroomde over. Er komt hier gelukkig een buurvrouw elke dag schoonmaken. Dus die ruimt dat wel op. Gisteren mochten we kiezen uit allerlei spulletjes die de mensen hier hebben verzameld. Kunstgebitten,hoofddoekjes, pyjama's, stukken zeep, tandenborstels, kleding, schoenen om te dragen en schoenen om te gooien, eten en zelfs complete bankstellen. Echt waar, ik lieg het niet. Ik weet ook niet waarom, maar hebben is hebben. Ik heb een garage aan het huis en die zit nu van onder tot boven nokvol. Wat ik niet kan gebruiken kan ik hier op een markt heel duur verkopen.

Ik krijg ook zomaar geld. Zonder te werken. € 2.800,- in totaal. Per maand. Echt waar, ik lieg het niet. Ik zal de helft elke maand naar jullie overmaken, zodat jullie daar voor mij kamelen en grond van kunnen kopen in mijn geliefde vaderland. Je kan hier ook gewoon alcohol drinken. En ja, ik weet dat het niet mag, maar niet gezondigd is niet geleefd. Op straat lopen duizenden ongesluierde hoeren. Veel met mooi blond haar. Die kan je gewoon verkrachten zonder dat je hoofd eraf gaat. Echt waar, ik lieg het niet. Ze stoppen je een nacht in een cel, zeggen dat je het nooit meer mag doen en de volgende dag pak je er gewoon nog een. Een paar dagen terug hebben we ook even laten zien wie hier de baas is en hebben we de politie in elkaar gerost. Dat mag hier gewoon. Je mag hier ook in winkels stelen zonder dat ze je handen eraf hakken. Niemand die iets doet. Er zijn hier ook bijna in elke plaats moskeeën. Moet je voorstellen dat wij in elke plaats een kerk zouden hebben. Dat is toch om je te bescheuren?

Ik ga binnenkort zorgen dat mijn vier vrouwen ook hier naar toe kunnen komen. Samen met mijn 18 kinderen. Want per persoon krijg ik er € 150,- per maand bij. Dan heb ik dus in totaal € 6.100,-. Zomaar, helemaal gratis en voor niets. Echt waar, ik lieg het niet. Ik moet daar wel huur voor het huis van betalen, maar een deel wordt door Nederland voor mij betaald. Ik mag ook met korting met het openbaar vervoer reizen en de kinderen kunnen gratis naar school. De dokter is gratis en de tandarts voorlopig ook. Ik wil nog proberen of Nederland een mooie auto voor mij gaat kopen. Ik denk wel dat dit mij gaat lukken. Ik heb nu een fiets, maar het regent hier vaak en het is koud. Dus ik wil een auto met verwarming.

Ik heb trouwens ook een leuke bijverdienste bedacht. De bootovertocht van Turkije naar Griekenland was nogal duur zoals jullie weten. Bijna € 10.000,- per persoon. En het was nog gevaarlijk ook. Daarom ga ik vliegreizen organiseren. Voor € 9.500,- per persoon kunnen landgenoten dan van Syrië naar Amsterdam vliegen. Ik haal ze op per luxe touringcar en zorg dat alles alvast geregeld is met de Nederlandse regering. Kunnen ze direct hun luxe woning betrekken, zonder eerst in die grote zalen te moeten slapen. Ik denk dat het een gat in de markt is.

Ik ga nu afsluiten, want ik wordt zo opgehaald om gratis naar een voetbalwedstrijd te gaan kijken. Echt waar, ik lieg het niet.

Jullie geliefde zoon,

Ali

Dit stukje is niet geschreven om vluchtelingen belachelijk te maken, of uit het oogpunt van vreemdelingenhaat. Dit stukje is geschreven omdat ik denk dat veel vluchtelingen ronduit verbaast zijn over de wijze waarop zij welkom zijn geheten in de diverse Noord Europese landen en ik me voorzichtig afvroeg hoe zij naar hun thuisfront zouden reageren. Het is geschreven met een hele vette knipoog. Waarom? Omdat de werkelijkheid al ellendig genoeg is. Echt waar, ik lieg het niet.

Jan van Oranje

Ponypaardje

Ik woon midden in het centrum van ons dorpje. Met al zijn voor- en nadelen. En het centrum van een dorpje aan de kust nodigt vakantiegangers uit. Tegenover ons is dan ook een appartement gelegen wat in de vakantieperiodes verhuurd wordt. En op de een of andere manier snappen de daar van hun welverdiende vakantie genietende mensen niet dat een raam langs twee kanten doorzichtig is. Ook die in hun slaapkamer.

De doorlopende voorstelling begon dit keer met een jongeman die zo'n beetje al zijn onderbroeken aan het proberen was en dus steeds in zijn blote slurf stond. Minder interessant voor mij, maar mijn kinderen hadden de grootste lol. En hoe hetero je ook bent, je hoofd draait toch automatisch de kant op van dat slaapkamerraam. En meer specifiek richting de bungelende worst. Die gast had dan ook een stuk gereedschap hangen waar menig pony jaloers op zou zijn. Die jongen heeft twee weken onwetend rondgelopen met de bijnaam "ponypaardje".

Later zaten er twee jongens in de woning die een meisje hadden meegenomen. Al dan niet tegen betaling. Het meisje deed in ieder geval haar best om serieus genomen te worden. Nou, dat is haar die nacht zeker gelukt! Toen ik nog jong was en het lichaam had van een jonge God, was ik zeker niet het braafste jongetje van de klas en ik heb meer geëxperimenteerd dan de gemiddelde laboratoriummedewerker. Maar wat ik toen zag ging alles wat ooit in mijn fantasieën was voorgekomen te boven. Ver te boven. Ik heb dingen gezien waarvan ik niet wist dat het menselijk lichaam dat mogelijk maakte. En geloof me, ik dacht echt dat ik alles wel zo'n beetje gezien had. Niet dus. De situatie bestuderend kon ik er niets aan doen dat ik een liedje begon te neuriën; "Van voor naar achter, van links naar rechts…."

Dan ineens zit je op je terras, genietend van een heerlijk avondzonnetje, als daar, zonder enige vooraf gegeven waarschuwing, een soort berin zichzelf aan gaat kleden. Hoe ze het voor elkaar gekregen heeft weet ik nu nog niet, maar de dame wrong zich in een soort van string die zeker 6 maten te klein was. Dat een klein stukje stof zo rekbaar kan zijn. Mevrouw moest denk ik wat oprapen, want ineens bukte ze zich voorover, waardoor ik zicht kreeg op een bilpartij, welke netjes in tweeën was gesplitst door een tot het uiterste gespannen sleepkabel. Haar slaapkamerraam was compleet gevuld met bil. Alsof het volle maan was, maar dan heel dichtbij. Ze draaide zich om en met een blik vol ongeloof keek ik naar de plek waar haar benen bij elkaar komen. Een stukje stof, met de afmeting van een uitgerekte postzegel, werd omringd met meer haar dan een schaap met een wintervacht. Ik stelde mij zo voor dat haar partner met een GPS systeem de weg moest zoeken. Dat zicht is mij gelukkig gespaard gebleven.

Nu het seizoen zo'n beetje ten einde loopt, komen de koopjesjagers. Vaak gezinnen met kleine kinderen. Geef ze eens ongelijk. Tot gisteren zat er een gezin in het vakantiegebeuren met een kleine baby. Maar wel één met enorme longen. Dat kind heeft volgens mij de hele dag én nacht honger of in zijn luier gescheten. De eerste keer dat ik 's nachts recht overeind in mijn bed zat, dacht ik dat het inbraakalarm afging en ik stond al met een eind hout in de woonkamer om de inbrekers mijn huis uit te meppen, toen het tot mij doordrong dat het lawaai van buiten kwam. Van de overkant om precies te zijn. Het viel mij op dat er in meer woningen licht aan was dan te doen gebruikelijk om drie uur 's nachts.

Vanochtend was het opvallend rustig aan de overkant. De rolluiken waren allemaal dicht en de woning zag er weer net zo onbewoond uit als het grootste deel van het jaar het geval is. Even geen blote konten meer, even geen bengelende slurven meer, even geen lawaaibaby's meer, even rust. En als nou de supermarkt aan de overkant wat olie in zijn rolluik wil gieten en in plaats van om 07.00 uur om 09.00 uur  zijn tent open gooit, is het hier niet eens zo gek wonen.

Jan van Oranje

Echt Hollands

Hij keek mij recht aan. Ik zag de twijfel in zijn kleine kraaloogjes. Moet ik blijven zitten of vluchten? De reuze kakkerlak zat daar op mijn broodje kaas, te genieten van het nazomerzonnetje, alsof het de normaalste zaak van de wereld was. Zelden zo’n uit de kluiten gewassen exemplaar gezien. De zojuist door mij genomen hap hing nog half in mijn keel, maar ik wist nu al dat deze er zo meteen kokhalzend uit zou vliegen.

De door mij gealarmeerde serveerster kwam nonchalant aanschuifelen. Haar megabillen natrillend in haar half doorschijnende legging bij elke stap die ze deed. Door de brok brood in mijn keel kon ik slechts vage geluiden maken, onderwijl wijzend naar de kakkerlak, die het zo nodig vond om juist mijn broodje kaas uit te kiezen als vakantiewoning. Ik probeerde niet te denken aan de hoeveelheid kakkerlakbroedsel die ik wellicht zojuist mijn keelgat in had geslikt.

De troela keek naar de kakkerlak alsof zij en het monster al jaren bevriend waren. Het zou mij niets verbazen. Met een tik van haar op een braadworst gelijkende vinger dwong ze haar kakkerlakkenvriend zich te verwijderen van mijn broodje kaas. Ze gaf mij een blik die mij duidelijk maakte dat ik me niet zo moest aanstellen en drilde weer terug naar haar plek achter de bar. Met enige moeite hees ze zich op een kruk, waarbij ik niet kon wachten op het moment dat deze spontaan in haar zou verdwijnen, als ware zij Hans Klok himself. Haar meer dan stevige D cup plaatse zij met beide kolenscheppen met een stevige bons op de bar. Mevrouw had zich weer geïnstalleerd en de hele wereld mocht het weten.

Mijn weerzin won het ondertussen van mijn honger en met een flinke boog schoot het sompige deeg met kaas en al mijn keel uit, achtervolgt door de rest van mijn maaginhoud. Mij met een smerige smaak in mijn mond achterlatend. De kakkerlak zag ik ondertussen snel weer naar binnen rennen, zo snel zijn vele pootjes hem konden dragen. Ik verliet het terras en besloot op zoek te gaan naar een ander onderkomen voor mijn dagelijkse bakje koffie met broodje kaas. Dit heb ik nu gevonden bij de bakker in ons dorpje. Het zaakje ligt in dezelfde straat als het kakkerlakkenterras, dus ik hoef er niet eens voor om te lopen.

“Echt Hollands” hangt er boven de gevel. Hoewel ik normaliter juist verre blijf van alles wat “echt Hollands” is, neem ik toch de gok en besluit de galsmaak in mijn mond weg te spoelen met een kopje koffie. Ik wordt vriendelijk ontvangen door een fris ogende jongedame zonder drilbillen. Achter in de zaak staat een oudere man brood te bakken. Zal vader wel zijn schat ik zo in. Moeder is bezig de voorraad van het barretje aan te vullen. “Kan ik u helpen?” vraagt het meisje achter de balie vriendelijk. Het ruikt binnen naar vers brood en dat maakt hongerig. Dus broodje kaas bij mijn bakje koffie. Voorzichtig neem ik een klein slurpje van de koffie. Lekker, dat wordt straks een tweede. Misschien is die wel gratis. Hoewel, als een zaak "Echt Hollands" heet, dan moet je wat dat betreft je verwachtingen niet te hoog instellen. Vader maakt ondertussen mijn broodje klaar in het keukentje. Netjes pakt hij de plakjes kaas met een tang en deponeert deze op het broodje. Het broodje kaas is wat ik van een broodje kaas mag verwachten. Meer dan vers broodje, echte boter en niet te scheutig met de belegen kaas. Ik draai het broodje om en om. Geen beestjes. Ik neem een flinke hap en geniet, ondertussen een lieve glimlach van de jongedame achter de balie verwerkend. Gezellig, echt Hollands…….

Jan van Oranje

Stel je voor dat...

Stel je voor dat ik terrorist zou zijn. En stel je voor dat ik dan ook nog Moslim zou zijn. Dan zou ik me, als ik mezelf ook maar een beetje serieus zou nemen als terrorist, direct aansluiten bij IS. En als ik me dan toch zou aansluiten bij IS, dan zou ik natuurlijk zo hoog mogelijk in de hiërarchieën willen opschuiven. Stel je voor dat ik het opperhoofd van de terroristen van IS zou zijn. Stel….. dan zou ik het spelletje als volgt spelen…….

In de eerste plaats zou ik zorgen dat ik vriendjes werd met bijvoorbeeld Rusland. Niet openlijk natuurlijk, maar een beetje stiekem. Tenslotte moeten mijn wapens ergens vandaan komen. Vervolgens zou ik zorgen dat de Verenigde Staten het wel uit hun hoofd zouden laten om mij, over de grond althans, aan te vallen. Hoe? Heel eenvoudig, door de VS te betrekken in een oorlog in het Midden Oosten waar een paar duizend soldaten compleet voor niets zouden sneuvelen. Een soort klein Vietnam. Al die bodybags zouden er voor zorgen dat de publieke opinie fel tegen een tweede grondoorlog zouden zijn. Daar komt bij dat het ze dan al zoveel geld heeft gekost, dat ze er niet eens meer de financiën voor hebben. Dus eerst laat ik ze compleet voor Jan Doedel Sadam Hoessein aanvallen en later voor de Kat zijn Kut Afghanistan een beetje bezetten. Sadam moet sowieso verdwijnen, want die zit in de weg.

Als dat dan gelukt is, zorg ik ervoor dat mijn Moslim kameraden, met de stilzwijgende steun van meneertje Poetin, een revolutie veroorzaken in zoveel mogelijk Arabische landen. Hierdoor bereik ik in de eerste plaats dat de sterke leiders, die alle stammen eronder houden, verdwijnen en het een grote chaos wordt. En in chaos voelt elke terrorist zich prettig. Na de revolutie zullen meer extreem gelovigen de leiding krijgen en is het volk rijp voor de “Rode Revolutie”. Met angst zou ik regeren. Bloed vergieten van onschuldigen om het volk eronder te houden en om te zorgen voor een vluchtelingenstroom om de ongelovigen bezig te houden. Daarbij snij ik links en rechts wat hoofden af, zodat men denkt met een stel geloofsfanaten van doen te hebben. Ik heb ook land nodig en besluit Syrië aan te vallen. Want dat is het enige land waar de oorspronkelijke leider nog op zijn plek zit. En het ligt lekker centraal. Het heeft ook niet al te veel bodemschatten, dus totaal niet interessant voor de VS om in te grijpen. Kost ze alleen maar geld en levert ze niets op.

Als ik dan Syrië onder de duim heb, ga ik verder naar Turkije aan de ene kant en naar Marokko aan de andere. Waarom? Ik wil land. Veel land. De hele wereld is misschien teveel van het goede, voor dit moment althans, maar half Afrika, Zuid-Europa en een stukje Azië moet toch kunnen. Via Turkije heb ik eenvoudig toegang tot Europa en Azië en via Marokko hoef ik slechts de Straat van Gibraltar over te steken om het land, wat ooit Moslimgebied was, weer terug te heroveren op de ongelovigen. En Afrika komt vanzelf mijn kant op.

Ik kan natuurlijk niet zomaar Europa binnenvallen. Nee, dat doe ik een stuk slimmer. Ik heb al gezorgd voor een flinke stroom vluchtelingen die flink betalen, is goed voor de oorlogskas, en die overal waar het mogelijk is in Europa aan land gaan. Af en toe slaat er eens een boot om. Jammer van de boot, maar goed voor de "internationale steun". Nu ik zeker weet dat de ongelovigen mijn boten helpen om in Europa te komen, stuur ik in kleine gammele bootjes mijn terroristenvriendjes mee het water op om via Kos, de Spaanse oostkust en een of ander vergeten Italiaans eiland, Europa binnen te komen. Deze vriendjes verspreiden zich volkomen legaal over Europa, krijgen nog papieren ook, en wachten daar op mijn teken om in actie te komen, om zo grote delen van Europa van binnenuit te bezetten. Natuurlijk plegen ze eerst links en rechts wat aanslagen. Om in vorm te komen zeg maar. Er zijn nu al meer dan 150.000 "vluchtelingen", dus het schiet lekker op zo. Is dat even slim bedacht? En het leuke van alles is, niemand heeft het in de gaten.

Maar gelukkig is dit geen werkelijkheid. Zou een beetje eng zijn….. toch???

Even voor de duidelijkheid. Dit verhaal is puur speculatief en eigenlijk niets meer dan een gedachtenspinseltje. Ik heb geen problemen met mensen van welk geloof, ras of nationaliteit dan ook. Maar ik geloof wel in vrijheid van meningsuiting en het recht om te zeggen wat je op je hart hebt.

Jan van Oranje

De Avondwandeling

Zeven uur 's avonds. Tijd voor mijn avondwandeling. Ik moet 10 kilometer per dag lopen. Omdat ik dat nog niet in één keer kan, doe ik het gewoon in twee keer. Heel eerlijk gezegd, is het me nog nooit gelukt. Ik loop 9,5 kilometer per dag. Maar vandaag ga ik voor de 10. Minimaal. Het wordt hetzelfde stukje parcours als vanochtend. Over de boulevard heen en terug.

Ik loop de straat op en merk het meteen. Het is nog steeds extreem warm. Echt gezond kan dit niet zijn, maar wat moet dat moet. Ik draai de boulevard op en adem meteen een stoot hete lucht naar binnen. Smerig. Alsof je een föhn in je mond hebt gestopt. Daar waar ik me vanmorgen nog de enige persoon op de wereld voelde, zo druk is het nog om zeven uur 's avonds. Ik denk dat het zand gewoon nog te heet is om overheen te lopen, want het strand is mudvol. De strandgangers zijn gegijzeld door een mijnenveld van kokendhete strandkorrels.

Het was me al eens opgevallen dat 's ochtends met name de mensen gaan lopen die liever niet gezien willen worden. Mensen met een mankementje of, zoals ik, met overgewicht. 's Avonds daarentegen lopen er alleen mensen die juist wel gezien willen worden. De meeste mannen lopen half naakt te trimmen, zodat de dames maar goed kunnen zien dat ze spieren hebben op plekken waarvan ik niet eens wist dat daar spieren zitten. Er komt een man tegemoet wandelen. Shorts en ontbloot bovenlijf. En wat voor lijf. Je zou er bijna gay van worden. Bijna hè.

Daar waar ik in de ochtend zo'n beetje alle bejaarde dorpsgenoten tegenkom, daar wordt ik in de avond door menig strak vrouwpersoon voorbij gelopen. Dat is dan wel weer een voordeel van wandelen in de avond. Net even meer te zien. Maar daar stopt het voordeel ook meteen. Want het is heet op de boulevard. Ik snak naar een stukje schaduw. Al was het een milliseconde schaduw van een lantaarnpaal, alle beetjes zijn welkom. Het zweet komt uit plekken die normaal gezien onmogelijk zweet kunnen produceren. Ik ben drijfnat. En ik heb pas 500 meter van de 5 kilometer erop zitten.

Maar ik ga door. Want vandaag moet het me lukken. Ik loop door. Blik op oneindig. Verstand ook. Heel langzaam kom ik in een soort roes. het helpt een beetje. Ik kijk naar de goedgevulde terrassen en zie een man met open mond zijn eten naar binnen werken. Het lijkt wel een ongeluk in een tunnel, zo smerig. Een meisje, ik schat haar 20 lentes jong, staat achter een ijskraam. Ze kijkt verveelt. Niemand neemt een ijsje. Misschien dat het zal helpen als ze niet € 2,50 per bol vraagt.

Ik hoor opvallend veel Russisch om me heen. Ik verdenk Poetin ervan dat hij al een invasie van Europa is begonnen en zijn leger, als toeristen vermomd, de grens over heeft gestuurd. Het zou me niets verbazen. Ik kom weer bij het hellende gedeelte van mijn wandelroute. Was dat 's ochtends al zwaar, nu is het bizar. Ik sleur mezelf omhoog en krijg nog meer respect dan ik al had voor de wielrenners in de Tour de France die zichzelf bergop sleuren. En mijn helling is maar 100 meter. Ik neem een slokje water uit het flesje dat ik had meegenomen. Het is lauw geworden. Beetje vies.

In de verte zie ik het keerpunt. Het is welkom. Erg welkom. Teruglopend snak ik nog meer naar schaduw. Ik vond de hoogbouw altijd twee keer niks, maar nu ben ik er dankbaar voor. Schaduw. Heerlijke schaduw. En daarna weer de brandende ploert. Het lijkt wel alsof de zon twee keer zo heet is als je uit de schaduw komt. Mijn water is inmiddels van lauw naar warm gegaan. Alsof ik een bakkie thee drink dat niet eens naar het theezakje heeft mogen kijken. Van beetje vies naar ronduit smerig. Het zweet loopt in mijn ogen en mijn zonnebril weigert nog langer op mijn neus te blijven hangen.

Nog een paar honderd meter. Dan mag ik de boulevard verlaten en is het nog 2 minuten lopen naar huis. Vol in de schaduw. Ik kan bijna niet wachten, want ik ben kapot. Echt helemaal leeg. Van vermoeidheid kijk ik naar beneden en loop bijna een kinderwagen in. Dat kleintje zal nooit weten hoe dicht hij bij een totale verpletting geweest is. Ik verlaat de boulevard en steek de drukke winkelstraat over. Een man komt aanlopen en wil nog net voor mij langs. Verkeerde beslissing, want ik ruik de stal en dan heb ik geen remmen. Hij loopt tegen mij op en leert mij de mooiste vloeken. Wat kan taal toch prachtig zijn.

Ik ben thuis. Zwetend, moe, Leeg. Maar ik heb het wel gedaan. De 10 kilometer op één dag zijn volbracht. Daar waar ik in oktober van 2014 nog geen 50 meter kon lopen, loop ik nu 10 kilometer. Het interesseert me geen reet of iemand dit leest of dat mensen dit raar vinden, maar ik ben trots op mezelf. Zo trots als een hond met 7 lullen. Op naar de 20 kilometer.

Jan van Oranje