zaterdag 24 juni 2017

Als ik aan mijn moeder denk...

Als ik aan mijn moeder denk, dan denk ik aan gehaktballen met een afmeting waar de gemiddelde voetbal jaloers op is. Of aan de enorme pan met soep die ze, geheel gemaakt naar eigen fantasie, elke zaterdag klaar had staan, of er nou wel of niet iemand op visite kwam. Zekerheid voor alles. Mee-eten  bij mijn moeder stond gelijk aan bunkeren. Kipfilets werden aangedragen in een hoeveelheid waar je een klein weeshuis goed mee kon voeden. Alleen zaten er bij ons slechts 6 man aan tafel. Het Paasontbijt was traditioneel en de bakkers vochten bijna om ons als klant te hebben, want dan was de te halen Paasomzet reeds gegarandeerd.

Als ik aan mijn moeder denk, dan denk ik ook aan het hamsteren van voedsel voor de zomervakantie. Wij gingen elk jaar 3 weken naar Spanje, maar ze had voor 3 maanden eten bij. Blikken met groente, aardappelen, soep, noem maar op. En alles moest in de caravan, die met het voedsel meteen overbeladen was, en dan moesten de voortent, onze koffers, stoeltjes, etc. er nog bij. Op de camping aangekomen gingen we vervolgens vanaf dag één uit eten, met als gevolg dat mijn moeder aan het einde van de vakantie veel mensen gelukkig maakte met blikken voedsel, soep, aardappelen, etc. Mijn moeder had het in haar jeugd niet al te makkelijk gehad, en dat wilde ze, denk ik, compenseren met enorme hoeveelheden voedsel. Maar als ik aan mijn moeder denk, dan denk ik ook aan het 'handje drukken', dat ze deed met de mannelijke klanten van de bar die mijn ouders ooit hadden in Sitges, nabij Barcelona. En dat mijn moeder altijd won, hoe groot de kerel ook was. Behalve van mij, van mij heeft ze nog nooit gewonnen. Of ze heeft mij altijd laten winnen, dat kan ook.

Maar het meest van alles denk ik aan de onvoorwaardelijke liefde die mijn moeder gaf aan al haar kinderen, en hoe ze haar kinderen beschermde tegen de boze wereld, op een manier die je misschien alleen nog ziet bij leeuwinnen. Hoewel ik liever met een leeuwin te maken zou hebben dan met mijn moeder als ze voor haar kinderen opkwam. Stiekem verkneukelde ik mezelf als mijn moeder op school even ging 'praten' met een leraar die mij niet al te netjes had behandeld. Ik ben weleens door zo'n beste man aan mijn oor getrokken, ik denk dat ik het er wel naar gemaakt had want ik was niet zo'n braaf manneke, maar dat interesseerde mijn moeder helemaal niets; van haar kinderen bleef je af.

Andere kinderen zeiden altijd dat ze hun grote broer of hun vader er wel even bij gingen halen als we ruzie hadden. Ik haalde dan altijd mijn moeder. Mijn moeder, ik mis haar soms weleens. Niet heel vaak hoor, ik denk misschien slechts 365 dagen per jaar, en zo heel af en toe een dagje meer.

Jan van Oranje

woensdag 21 juni 2017

Het uitzicht

Een dame van ongeveer mijn leeftijd, maar dan een paar jaartjes jonger, heet mij welkom in haar strak getrokken woning. Wat dat betreft passen haar woning en zij goed bij elkaar. Het is een zakelijk bezoekje wat ze, zo zegt ze zelf, vanwege de hitte liever op het terras achter de woning wil houden. Ze gaat mij voor naar het terras en wijst mij op het, volgens haarzelf, "fantastische uitzicht". Ik kijk naar de vele woningen die rondom haar stulpje zijn opgetrokken en ergens tussen de huizen en bomen door zie ik zowaar iets blauws, wat de zee blijkt te zijn. Hoe drie letters de waarde van een woning omhoog kunnen stuwen blijft wonderbaarlijk.

Ik kies een vierkante stoel uit van iets wat we vroeger gewoon een 'rieten tuinset' noemde, maar wat tegenwoordig een 'rotan lounge-set' schijnt te heten. Op de stoel ligt slechts de hoes van het kussen, althans dat is mijn eerste indruk. Bij nadere inspectie blijkt het toch om het kussen zelf te gaan. Ik zie dat vaker, na de verbouwing van de woning is het geld op, wil men toch een 'lounge-set' op het terras, en dan bezuinigt men op de kussens. Met als gevolg een hele zomer een bepaalde vorm van zadelpijn. De dame gaat zelf tegenover mij zitten, op precies zo'n dun kussentje. Ze draagt iets wat tussen een ultra kort jurkje en een oversized T-shirt zit, het is in ieder geval groen van kleur en ze kan het qua figuur zeker hebben.Doordat de dame een beetje heen en weer schuift, kruipt het niemendalletje wat omhoog, waardoor er zo goed als niets meer te raden overblijft, en mijn blik wordt hierdoor als vanzelf richting haar gebruinde benen getrokken. Op de plek waar haar benen plegen samen te komen, zie ik een witte flits. Omdat ik nieuwsgierig van aard ben, kijk ik nogmaals naar de plek waar ik de witte flits heb waargenomen en ontwaar een witte slip. Nou ja, slip, de naam 'hor' is meer op zijn plaats. "Waarom heeft zij op die plek nou een hor?" vraag ik mij in al mijn onnozelheid af. Het zal de warmte zijn denk ik, waardoor het wat langer duurt dan gebruikelijk voor ik besef dat ik ongegeneerd vol in haar kruis zit te turen. Ik bedoel, als het haar bedoeling is om met dat gaaswerk ongewenste blikken op haar zorgvuldig geëpileerde vulva tegen te houden, dan moet ik haar teleurstellen, want zelfs de ramen in mijn huis laten minder licht door dan haar textiele frutseltje. Ondertussen babbelt de dame over van alles en nog meer, terwijl ik al mijn concentratie nodig heb om in ieder geval één oog richting haar gezicht te forceren.

Soms schijn ik wel eens te loensen en dit is zo'n moment. Met rechts kijk ik haar aan en met links hang ik aan haar lippen. Na een uur dringt het vaag tot mij door dat de dame aan het einde van haar verhaal is gekomen. We nemen afscheid en ik ga weer huiswaarts, terwijl ik totaal geen idee heb waar ze het allemaal over heeft gehad. Maar in één ding had ze in ieder geval gelijk; het uitzicht op haar terras was werkelijk fantastisch.

Jan van Oranje

dinsdag 30 mei 2017

De rotonde

Ik heb meerdere malen het 'genoegen' gehad om bij een Spaanse taxichauffeur in te stappen en ik kan je vertellen dat ik een dergelijke ervaring mijn ergste vijand nog niet zou toewensen. Nou ja, misschien juist wel, maar je begrijpt mijn punt. Met gevaar voor eigen en mijn leven wordt er ingehaald in bochten, op kruispunten en smalle bergpassen. Dat de Spaanse overheid ooit aan dergelijke waaghalzen een rijbewijs gegeven heeft, is reden genoeg om de gehele Spaanse overheid aan te klagen wegens misdaden jegens de menselijkheid.

Maar niet alleen de Spaanse taxichauffeurs zijn een ramp op wielen, ook de overige Spaanse verkeersdeelnemers hebben totaal geen benul van wat men aan het doen is als men auto rijdt. Dit heeft voor een groot deel ook te maken met de achterlijke Spaanse verkeerswet. Neem nu de regel die bepaald dat kinderen onder de 1.35 mtr. niet meer voorin mogen zitten, behalve als de achterbank reeds vol zit met andere dwergen. Dan denkt men "ach, je hebt er toch genoeg, dan maakt één meer of minder niet meer uit". Ook mogen fietsers in Spanje eindelijk onder de minimum snelheid fietsen. Tot voor kort was dit niet toegestaan en kwam het dus voor dat fietsers wettelijk verplicht waren 40 km per uur te fietsen, omdat de minimum snelheid voor alle voertuigen 50% van de maximum snelheid bedroeg. Nu is het ook meteen duidelijk waarom Spanje zoveel goede wielrenners heeft. Verder is het niet toegestaan om je elleboog meer dan 10 cm uit een open raam te laten steken, mag je niet bellen achter het stuur, maar nog wel een boek lezen en is alles wat geen vier wielen heeft bij wet vogelvrij verklaard. Maar het meest achterlijke van alles is de Spaanse rotonde. Een rotonde is, naar mijn weten en mits goed gebruikt, bedoeld om een vlotte doorstroming van het verkeer te waarborgen. Hoe werkt een rotonde in heel Europa behalve in Spanje? Je komt bij de rotonde aan en gaat, zonder het overige verkeer te hinderen, de rotonde op. Je geeft richting aan naar links, zolang je van plan bent op de rotonde te blijven. Tegelijk stuur je het voertuig naar de binnenste baan. Hierdoor blijft de buitenste baan zoveel mogelijk vrij, waardoor andere verkeersdeelnemers eenvoudig de rotonde op kunnen. Zodra je de rotonde weer wilt verlaten geef je richting aan naar rechts en stuur je, wederom zonder het overige verkeer te hinderen, naar rechts en verlaat je de rotonde. Hoe simpel kan het zijn.

Maar niet in Spanje! Hier ros je een ieder die het lef heeft om op 'jouw' rotonde te rijden van de weg, blijf je stoïcijns rechts rijden en als iemand, die per abuis op de linkerbaan terecht is gekomen, ook maar een poging doet om naar de rechterbaan te gaan, ram je jouw wagen zonder aarzelen in zijn portier. Wat er ook gebeurt, op een rotonde neem je de buitenste baan en blijf je op de buitenste baan. Met alle gevolgen van dien. Het is dus niet vreemd dat in Spanje de sleepdiensten omkomen in het werk.

Jan van Oranje

dinsdag 2 mei 2017

Het kippenvrouwtje

Ze houdt de kip dapper vast, ze lacht er ook bij. Een beetje verlegen, alsof ze niet goed raad weet met de wat ongewone situatie. Als ze lacht krult haar neus een beetje, wat haar een 'klein meisjes uiterlijk' geeft, terwijl ze de voor vrouwen magische 40 toch zojuist is gepasseerd. De kip, die door haar stevige greep geen kant uit kan, vindt het allemaal minder grappig, tenminste hij, of eigenlijk is het een zij, kijkt niet al te vrolijk uit haar kleine kippenoogjes. Eigenlijk kijkt de kip gewoon heel erg bang.

Het kippenvrouwtje knijpt haar ogen een beetje dicht tegen de felle zon, terwijl een grote zonnebril modieus naar achter geschoven haar hoofd siert. Ik zou in haar plaats de zonnebril op mijn neus hebben gezet, maar zo niet het kippenvrouwtje. 'Alles voor de perfecte foto' straalt ze uit. Ik bekijk de foto nog eens beter en zie rechts van haar, (of is het links van haar en voor de kijker rechts?) nog net een zwarte kip een veilig heenkomen zoeken, terwijl achter haar twee bruine kippen een witte kip de stuipen op het lijf aan het jagen zijn. Het verbaast mij telkens weer wat je allemaal op een foto kunt zien als je er wat langer naar kijkt. Uit een donker gat in de muur komt iets gekropen wat ook best een lopend 'meest veelzijdig stukje vlees' zou kunnen zijn, maar als iemand zou zeggen; "het is een eend" geloof ik het ook. Ik ga me ook altijd dingen afvragen bij een foto. Zo vraag ik me bij dit plaatje af of de kip het heeft overleeft of dat ze kort na de foto een make-over heeft gekregen en inmiddels is omgetoverd tot twee sappige drumsticks, gekruide vleugeltjes en een flinke filet, of dat ze nog even respijt heeft gekregen zodat het kippenvrouwtje elke ochtend haar vers eitje heeft. En hoe zit het met die witte kip? Heeft die kunnen ontsnappen aan zijn bruine belagers, of heeft ze uiteindelijk toch het onderspit moeten delven tegen de overmacht aan bruine soortgenoten?

Het is zomaar een foto die mij onder ogen kwam. Een blonde dame, zittend in een kippenren, met in haar handen een kip die het heel eigenwijs verdomd om fotogeniek te zijn, haar uiterste best doet om de foto te laten mislukken. Ik leg de foto weg, loop naar buiten en zie dat de kolen al lekker gloeien. De drumsticks kunnen erop.

Jan van Oranje

donderdag 30 maart 2017

Het schoolplein

Ik sta op het schoolplein te wachten op mijn dochtertje. Op een meter of 6 staat een man, te wachten op zijn kind. Ik ruik, zelfs op die afstand, dat de man op een misselijkmakende manier naar zweet stinkt. En geen vers, eerlijk verdiend zweet, nee, het is een allesoverheersende rotte lijken lucht die de man al dagen, zo niet weken bij zich moet dragen, om een dergelijke odeur gekweekt te kunnen hebben. Om zeker te zijn dat zijn omgeving goed mee kan genieten, draagt hij een mouwloos shirt met vrij hangende oksels, zodat het lichte briesje, hoe wreed kan het leven zijn, dat mijn kant op staat goed zijn werk kan doen.

Ik probeer de lucht te filteren door tussen mijn tanden door adem te halen, maar kom al snel in acute ademnood. Tegen wil en dank moet ik de walm, die in mijn verbeelding een ranzige groene kleur heeft, inhaleren. De gedachte aan de stank die rond de man moet hangen als ik binnen een straal van één vierkante meter zou staan, doet mij spontaan kokhalzen, en met moeite en flinke tegenzin slik ik het reeds door mijn keelgat ontsnapte gal terug. Het zorgt voor een brandend keelgat, waardoor ik, onbewust, flink inadem door mijn neus en daardoor buiten het nog in mijn keelgat balancerende gal ook mijn eerder op de ochtend genuttigde broodje kaas een poging doet om mij op een schoolplein vol ouders eeuwige roem te schenken. Ik loop met de wind mee weg van deze lichamelijke milieuterrorist en vind een plekje bij wat andere ouders. Eén van de mannen ziet in mij een nieuwe gesprekspartner en start een conversatie dat voor mij klinkt als het gemompel van de mol uit de Fabeltjeskrant. Daarbij heeft de man een gebit dat eerder donkerbruin is dan geel, en hangt er tijdens zijn gebrabbel een sompig gekauwde sigaar in zijn mondhoek, die vrolijk op de maat van zijn gespuugde woorden meedanst. De man had duidelijk iets verkeerds gegeten, of hij was gewoon maagpatiënt, want steeds voor hij weer een stortvloed van tekst, die ik niet versta noch begrijp, over mij heen stort, haalt hij eerst flink en vooral diep adem, om daarna een boertje te laten waarbij een lucht meekomt die het midden heeft tussen Oud Amsterdamse kaas en rotte vis, dit alles opgeleukt met een vleugje knoflook.

In de auto spreek ik met mijn dochtertje af dat papa in het vervolg bij de ingang van het schoolplein blijft staan. Ze kijkt me aan, ziet mijn bleke huidskleur en knikt heel wijs ter bevestiging.

Jan van Oranje
www.janvanoranje.nl

vrijdag 24 maart 2017

Een dag uit het leven van een eendagsvlieg

Je zal maar worden geboren als eendagsvlieg. Dan weet je in ieder geval dat je de volgende dag niet zal halen. Dat maakt het leven wel meteen erg overzichtelijk. Waarom je druk maken over allerlei zaken? Morgen ben je er toch niet meer. Wie dan leeft, die dan zorgt. De eendagsvlieg doet eigenlijk ook niet zoveel. Hij wordt geboren, gaat zo snel en zo vaak mogelijk van bil met een andere eendagsvlieg en dat is het. De vrouwtjes leggen vervolgens als een raket de, door het mannetje bevruchte, eitjes en dan kan de uitvaart geregeld worden. Eendagsvliegen kunnen trouwens niet eten. Heeft ook weinig nut als ze het wel zouden kunnen. Voordat de boel fatsoenlijk verteerd is, blaast het beestje zijn laatste adem uit. Geeft alleen maar een hoop gedoe, dus eten is er niet bij.

Laat ik voor het gemak eens een willekeurige dag pakken uit het leven van een eendagsvlieg. Gewoon om je enigszins een idee te geven wat zo'n vlieg, die eigenlijk bar weinig van een vlieg wegheeft, zo'n beetje uitspookt gedurende zijn ultra korte leven. Nadat hij zichzelf moeizaam uit het ei heeft gewurmd, gaat het mannetje, in een grote zwerm met nog veel meer mannetjes, op zoek naar een vrouwtje. Als de mannetjes dan een vrouwtje hebben gevonden, vindt er een ware gangbang plaats. Het eerste mannetje gaat als een waanzinnige tekeer, waarna hij al meteen door een ander ongeduldig wachtend mannetje wordt afgelost. Tot elk mannetje zijn behoeftes bevredigd heeft. Het vrouwtje laat het allemaal rustig gebeuren. Ze zal er op haar manier wel van genieten. Na de daad sterft het mannetje vrijwel meteen. Het vrouwtje leeft wat langer dan het mannetje. Zij moet namelijk nog even enkele duizenden eitjes uit haar minilijfje persen, maar sterft dan ook. Dat is het einde van een drukke dag, hun enige ook. God moet een bizar gevoel voor humor hebben gehad toen hij dacht; "laat ik eens een beestje scheppen dat niets anders doet dan uit een ei kruipen, neuken, eieren leggen en sterven. En dat alles binnen een dag. Het minnespel als enig levensdoel."

Dat heeft dan wel weer iets. Je wordt geboren met een allesoverheersende seksuele drang, gaat op zoek naar willekeurig welke vrouw, neemt haar waar en hoe het jou belieft en sterft dan, moe maar zeer voldaan. Eigenlijk zouden ze zo'n beestje beter de copulatievlieg kunnen noemen. Dekt wat meer de lading. Nee, het leven van een eendagsvlieg is zo gek nog niet. Behalve dan als je je dag niet hebt.

Jan van Oranje

dinsdag 14 maart 2017

Gediscrimineerde hamsters

Ik spoel mijn broodje weg met een bak cupjeskoffie. Brood van de plaatselijke super. Nee, niet die met die kuthamsters, want ik krijg altijd de neiging om met een flinke bijl die klote hamsters van het scherm te meppen. Komt omdat wij ooit zelf hamsters hadden en ik een ontzettende jeuk krijg van die ettertjes. Verschrikkelijke agressieve stinkdingen die ook nog flink kunnen bijten. Ik heb er overigens snel een eind aan gemaakt door het kooitje op dusdanige wijze onder een loshangende 220 volt kabel te plaatsen dat het snoer als ware het een spaghettisliert door de kooi hing. Een beetje smeerkaas deed de rest.

Naast mijn broodje lees ik de krant. Dat doe ik altijd. Broodje, koffie en krant. Digitale uitvoering, want die is gratis. Het is gewoon belachelijk wat je in Spanje voor een Nederlandse krant, die nota bene gewoon in Spanje gedrukt wordt, mag neerleggen. Voor echt lezen heb ik eigenlijk geen tijd, dus huppel ik al koppen vretend gewoon in krap vijf minuten door het wereldnieuws. Mijn oog valt op een stukje over de Belgische onderneming G4S, die in 2006 een moslima, die bij het bedrijf als receptioniste werkte, ene mevrouw Samira Achbita, heeft ontslagen omdat ze, na drie jaar trouwe dienstverlening, van de een op de andere dag ineens gehoofddoekt kwam werken. Mevrouw Achbita pikte dit niet, en vloog van de ene rechtbank naar de andere, tot uiteindelijk aan het Europees Hof van Justitie. Deze oordeelt nu dat werkgevers hun personeel mogen verbieden om een hoofddoek of een ander religieus symbool te dragen op de werkvloer, mits het verbod is gebaseerd op een bedrijfsreglement waarin de onderneming het zichtbaar dragen van enig politiek, filosofisch of religieus teken verbiedt. In dat geval is van discriminatie geen sprake, aldus het Hof.

Wanneer is iets dan wél discriminatie? Discriminatie betekent 'het onrechtmatig onderscheid maken tussen mensen of groepen'. Bij de vraag of het maken van onderscheid tussen mensen discriminatoir is, is het van belang om na te gaan of gelijke gevallen ook gelijk behandeld worden. Stel je hebt twee sollicitanten. De één is allochtoon en de ander autochtoon. Beide hebben dezelfde kwalificaties. Dus dien je volgens de wet beide gelijk te behandelen. Maar je kan er maar één aannemen. Discrimineer je dan als je jouw voorkeur geeft aan de autochtone sollicitant, omdat deze autochtoon is? Of discrimineer je wanneer je jouw voorkeur geeft aan de allochtone sollicitant, juist omdat je niet wilt discrimineren? En in hoeverre kan de staat een bedrijf verplichten een bepaald persoon uit een bepaalde doelgroep aan te nemen? Dat kan niet. Als bedrijf beslis je namelijk altijd zelf wie je aanneemt.

Hoe ik ook spit in de digitale krant van wakker Nederland, ik vind geen antwoord op mijn vragen. Jammer. Verder lees ik wel allerlei niet ter zake doende 'nieuws' over de aanstaande verkiezingen en het geleuter in Turkije, waar ze het maar niet eens kunnen worden hoe ze nazistisch Nederland gaan aanpakken. Tot slot schoffel ik razendsnel door de roddels van de dag. Touriya Haoud heeft een nieuwe liefde, ex-K3 huppeltrutje Josje heeft een nieuwe tatoeage en Adele schijnt zwanger te zijn. Of is ze schijnzwanger? Dat is me niet helemaal duidelijk.

Jan van Oranje

maandag 13 maart 2017

De slimme boer versus de domme kracht

De roverhoofdman in Turkije gooit een hengeltje uit en hap… Rutte, met in zijn kielzog de rest van de partijen, met uitzondering van DENK, weet niet hoe snel hij het hem toegeworpen aas naar binnen moet schrokken. Eindelijk kan hij het Nederlandse volk laten zien dat hij spierballen heeft. Een beetje domme kracht, dat dan weer wel.

Hoeveel slimmer was het geweest om de Turkse minister van Buitenlandse Zaken, Mevlüt Çavusoglu, gewoon toe te staan om zijn preek te houden in Nederland. Maar dan wel op een door Nederland te bepalen locatie, bij voorkeur ergens in een met zachte klei gevulde polder. Had toegestaan dat er camera's bij mochten en de schrijvende pers. Beroepsvolksmenner Recep Tayyip Erdoğan had hij dan meteen zijn grote mond gesnoerd. Die had dan misschien kunnen vallen over de niet zo fijne locatie, maar geen mens had daar echt naar geluisterd, en hem voor mierenneuker uitgemaakt. Weer eens wat anders dan geiten. Nu heeft de man waar hij vanaf het allereerste begin op uit was; de aandacht van de wereld. Nu kan hij laten zien dat hij de grootse ballen heeft van allemaal. Hij noemt een bevriend staatshoofd nazi en fascist en komt er nog mee weg ook. Sterker nog, de zwevende Turkse 'ja of nee stemmers' kiezen massaal zijn kant, zoals dat vaker gaat als een land wordt 'aangevallen'. Want dat is precies hoe deze slimme Turkse boer het brengt. Erdoğan beweert dat dit nooit was gebeurt als er geen verkiezingen zouden zijn in Nederland, en hij heeft nog gelijk ook. Als er geen verkiezingen zouden zijn geweest, dan had niemand in Nederland hier aandacht aangeschonken. De Turkse minister had Nederland in en uit kunnen reizen, en geen Hollandse haan die er ook maar een kraaitje aan zou verspillen. Heeft Rutte hier nu werkelijk iets mee gewonnen? Ook niet. De grote winnaar is waarschijnlijk de misselijkmakende lijsttrekker van DENK, Tunahan Kuzu, die zich openlijk achter zijn Turkse leider heeft geschaard. Persoonlijk vind ik dat al reden genoeg om iemand met pek en veren het land uit te knikkeren, maar dat mag je tegenwoordig niet meer hardop zeggen, dus schrijf ik het maar.

Valt dit nog te repareren? Natuurlijk wel, als Nederland zijn nederige excuses aan gaat bieden in Turkije, bij voorkeur in de vorm van een verse kudde jonge geiten. Dat heeft die opgeblazen kwal weer even iets anders te doen, en kan iedereen weer gewoon doorgaan met waar hij mee bezig was.

Jan van Oranje

zaterdag 25 februari 2017

Jean

Een jongetje uit Syrië staat heel erg zijn best te doen op het podium van The Voice Kids. Hij woont pas 6 maanden in Nederland, 6 hele maanden. Natuurlijk spreekt hij, op wat woordjes na, nog geen Nederlands. Vlak voor hij vertrok werd zijn vader vermoord, gingen ze met de rest van de familie te voet naar Turkije, om daar, na lang wachten in verschrikkelijke omstandigheden, met veel te veel mensen op een boot te worden gepropt. Uiteindelijk komt hij met zijn familie in Nederland aan, waar hij nu zes maanden in een noodruimte woont. Dat jongetje heeft als uitlaatklep het zingen ontdekt, en het is tijdens zijn optreden goed te zien dat hij het met veel plezier doet. Maar ja, hij spreekt geen Nederlands.

De volgende dag wordt er op verschillende facebookaccounts schande van gesproken. "Hoe is het toch mogelijk", vragen sommige zich af, "dat het jongetje geen Nederlands spreekt, want tenslotte woont hij al 6 maanden in Nederland". Dat het joch misschien eerst even de tijd heeft genomen om links en rechts wat trauma's te verwerken, ach, daar is hij vluchteling voor, hij moet dus niet zeiken. Dat Nederlands een verdomd moeilijke taal is, zelfs voor Nederlanders, daar gaat men maar aan voorbij, vaak in slecht Nederlands.

Ik woon zelf in Spanje, en ik ken hier kinderen, Nederlanders, die na een jaar de relatief eenvoudige Spaanse taal, niet of nauwelijks spreken. Ik ken hier mensen, Nederlanders, die hier al meer dan 20 jaar wonen, die nog niet fatsoenlijk een bak koffie kunnen bestellen. En dan kijk ik naar dat joch, Jean blijkt hij te heten, een te grote bril op zijn neus, eigenlijk net niet goed genoeg, maar zijn enthousiasme, dat door klinkt in zijn lied, helpt hem een ronde verder. En ik zie in zijn ogen iets van puur geluk. Heel even, een kort moment, denkt hij niet aan zijn vader die ze nooit meer hebben gevonden, denkt hij niet aan de boottocht die rampzalig had kunnen aflopen, denkt hij niet aan de lange tocht naar veilig Nederland, heel even is hij een ster, een ster die geen Nederlands spreekt.

Jan van Oranje

zaterdag 11 februari 2017

Er was er één jarig…

Gisteren zou mijn oma jarig zijn geweest, ze had dan 106 geworden. Eigenlijk heb ik altijd gedacht dat ze makkelijk 110 zou worden, maar ze heeft de 100 niet gehaald. Ze was er wel verdomd dichtbij, het scheelde maar zo'n uurtje of twaalf. Het telegram van de Koningin was zelfs al binnen, hoewel ik denk dat het een voorgedrukt dingetje is geweest, maar het idee op zich is leuk.

Het is iets heel raars met oma's, ze zijn er voor je gevoel altijd al geweest, komen voort uit een in jouw ogen stenen tijdperk, en zullen er waarschijnlijk ook altijd wel blijven. Daar zijn ze tenslotte oma's voor. Ik moest gisteren even denken aan wat mijn oma allemaal gezien en meegemaakt heeft. Ze heeft de opkomst van de auto meegemaakt, het vliegtuig zien komen, de telefoon, twee wereldoorlogen, nog een berg andere oorlogen, de moeder van Koningin Wilhelmina nog gezien, de opkomst van de mobiele telefoon, het internet, mijn drie kinderen. Ze heeft het allemaal bewust meegemaakt en alles ook gewoon kunnen bevatten. Geen moment van geestelijke zwakte, integendeel zelfs. Toen de mobiele telefoon populair was geworden, zo'n beetje half jaren negentig van de vorige eeuw, heeft ze met mijn mobiele telefoon voor het eerst 'mobiel' gebeld. Dat vond ze heel bijzonder, bellen op straat. Heeft heel wat uitleg gekost, maar ze snapte het wel. Zoals ze eigenlijk altijd alles wel snapte. Behalve e-mail, dat zag ze toch als een soort van telegram en ze begreep niet hoe een telegram binnen een seconde van Spanje op de computer van het tehuis waar ze woonde kon verschijnen. En dan ook nog met foto's erbij. Die ontwikkeling ging, zelfs voor mijn oma, net even te snel. Op minder dan één dag na is ze honderd jaar geworden. Dat is twee keer zo oud als ik nu ben, en ik voel me soms al stokoud. Het was op de verjaardag van mijn oma steevast slecht weer en in heel veel jaren lag er ook altijd sneeuw. Ook dit jaar schijnt het weer goed prut te zijn geweest in Nederland, en zelfs hier in Spanje was het niet best. Dat hoort ook zo, op de verjaardag van mijn oma, dan hoort het kutweer te zijn.

Ik heb gisteren een extra wijntje gedronken. Zomaar, om nog één keer haar verjaardag een beetje te vieren. Ik heb er geen water bijgedaan, zoals mijn oma altijd deed. Ik dronk het puur.

Jan van Oranje

dinsdag 31 januari 2017

Een gevaar op de weg

Laat ik het eens hebben over de weggebruikers in Spanje, het land waar het woord 'Wegpiraat' ooit is ontstaan. Er hoeft maar een bord met 80 te staan en de 'Machos' gaan 180 rijden of, als het even mogelijk is, nog een tandje harder. Links inhalen? Waarom, rechts is toch veel meer ruimte? Voorsorteren bij een stoplicht, natuurlijk, maar alleen als men zeker is dat men daar vooraan staat. Richting aangeven? Dat lukt natuurlijk niet als je ook nog moet bellen, roken, bellen, muziek luisteren en bellen achter het stuur.

Maar het wordt pas echt levensgevaarlijk als je een Spaanse chauffeur los laat op een rotonde. Ik sta onlangs bij een rotonde achter een wat oudere, naar mijn oordeel, Spaanse man (dit is de meest gevaarlijke combinatie, want dat is de generatie die het rijbewijs gekregen heeft bij twee ons Cerano ham). Voor de rotonde gaat hij stil staan en ik zie hem duidelijk eerst links kijken, daarna rechts en tot slot nog een keer links. Hallo Señor, dit is een rotonde, hier komt geen verkeer van rechts! Dat ik dat heel erg verkeerd zag bewees een paar dagen later een Spaanse, zwaar geblondeerde, schone, die bij een rotonde dacht: “hé dat is nog eens handig, twee banen! Dan kan ik natuurlijk ook linksom”. Op een ander moment moest ik de rotonde verlaten, dat is nu eenmaal het geval als je een rotonde opgaat, ooit moet je er weer vanaf. Dan begin je links, om zo het verkeer dat de rotonde op wilt niet te hinderen, en sorteer je, als je de rest niet hindert, voor naar rechts zodra je de rotonde wilt verlaten. Niet in Spanje. Je begint rechts, je blijft rechts rijden en je rost zo nodig een ieder die het lef heeft om rechts af te willen slaan gewoon van de rotonde af.

Rechts heeft in Spanje ook geen voorrang, nee, hij met de grootste 'cojones' heeft voorrang op het watje achter het stuur. De wet van de sterkste in het kwadraat. En parkeren? Dat doen we hier gewoon dubbel, of driedubbel. Zie je een bekende? Dan stop je meteen met autorijden om een praatje te maken, ongeacht hoelang de file wordt achter je. Het is namelijk onbeleefd om geen praatje te maken en dan het liefst een praatje van een half uur. Ja, Spanje is een land van vaak tot 10 tellen en geduld, soms heel erg veel geduld.

Jan van Oranje

zaterdag 21 januari 2017

Chagrijn

Ik kan natuurlijk een column schrijven over de eerste dag van Donald Trump als president, maar dat doe ik niet. Er is inmiddels genoeg over hem geschreven, en dus zou ik slechts in herhaling van een herhaling kunnen vallen, en ik hou niet van herhalingen.

Ik zou het ook kunnen gaan hebben over de rust die is wedergekeerd in huize Oranje, omdat onze extreem krolse poes geholpen is, en wij daarmee ook. Nu hebben we een kat in huis die nog half stoned van de narcose rond probeert te lopen, niet durft te gaan liggen omdat het waarschijnlijk te pijnlijk is en die we angstvallig in de gaten houden, bang als we zijn voor spontane incontinentie. Ik zou daar over kunnen schrijven, maar dat heb ik nu dus net gedaan, en meer valt er, voorlopig, niet over te zeggen. Ik kan het ook gaan hebben over het weer in Spanje, dat dusdanig van slag is, dat het hier meer en meer op Lapland gaat lijken en het mij niet zou verbazen als een dezer dagen de rayonhoofden samen komen, om de kwaliteit van het ijs te bespreken. Maar ook dat ga ik niet doen, want dan ben ik, voor zeker, binnen nu en 5 zinnen flink chagrijnig. Heel even dacht ik om dan maar een mooi stuk te gaan schrijven over het Nederlands Kampioenschap langebaanschaatsen dat dit weekend verreden wordt. Maar als ik aan schaatsen denk, denk ik aan ijs, en als ik aan ijs denk, dan denk ik aan kou en als ik aan kou denk, moet ik meteen weer aan het klote weer hier in Spanje denken, waar we na nachtvorst, sneeuwstormen, onweer, storm en megahagelstenen, nu weer regen hebben die met bakken uit de hemel naar beneden stort, en een temperatuur die maar net boven het vriespunt komt. Dan kan ik er niets aan doen dat ik dan moet denken aan kachels die vol staan te loeien om de kou uit een huis te krijgen dat perfect gebouwd is om de hitte buiten te houden, en dat nu dan ook perfect doet. Hoe alle kleren vochtig aanvoelen, omdat het nu eenmaal altijd zo verdomd vochtig is in Spaanse huizen als het hard regent. Maar ook denk ik dan aan dikke warme truien die ik ooit in Nederland heb weg geflikkerd omdat ik in het altijd warme Spanje ging wonen.

Ik kan hier zo chagrijnig om worden, dat is echt niet normaal. Dus schrijf ik maar niet over het schaatsen. En zeer zeker niet over het weer.

Jan van Oranje

zondag 15 januari 2017

Geile poes

Mijn poes is geil en de hele buurt mag het weten. Nooit gedacht dat ik dit naar 100% waarheid zou kunnen zeggen, maar helaas is het zo. In het gezin van Oranje leven twee poezen, die nu beide zo'n half jaar oud zijn. Poes 1, die de door mijn dochtertje verzonnen naam 'Minoes' meedraagt maar als roepnaam 'Dikke' heeft, was een paar weken terug al krols, maar omdat zij een of andere afwijking op haar poezenstembanden heeft, had zij daar als enige last van. Na een bezoekje aan de plaatselijke dierenarts was dat voor haar ook meteen de laatste keer.

Poes 2, een voortbrengsel van een straatslet uit de buurt, die de weinig originele naam 'Poes' heeft, doet haar afkomst eer aan. Alsof er 24 uur per dag een sirene afgaat, zo laat zij elke kater in een straal van een dikke kilometer weten dat ze zin heeft. Heel veel zin zo te horen. Omdat ik 's nachts ook nog wil slapen, hebben wij de dierenarts gevraagd of hij haar, en daarmee ons, niet meteen kan 'helpen'. Dat gaat dus niet, want dat is niet goed voor de hete sloerie. Op internet heb ik al gezocht naar kattendildo's, maar niemand die dat gat in de markt tot dusver is ingedoken. Ondertussen waken wij ervoor dat ze naar buiten schiet, want dan grijpt ze haar kans en ragt ze de hele buurt af, ons daarna opzadelend met een nest vol kittens, die dan natuurlijk weer zo lief zijn dat je ze niet weg kunt doen. Waarna de ellende een half jaar later in meervoud begint en het binnenhouden van de kudde ook geen nut meer heeft, omdat ze dan heel eenvoudig de incestueuze weg inslaan om aan hun gerief te komen.

Het standaard 'miauw' klinkt ook steeds meer als 'auw', maar dan heel lang gerekt. Ik heb het schepsel al proberen uit te leggen dat de eerste keer altijd een beetje pijn doet, maar dat leverde alleen nog maar hardere kreten op. Het schijnt ongeveer een week te kunnen duren, deze natuurlijke roep om eens flink genomen te worden. Daar zijn nu twee dagen van voorbij, en de afspraak bij de dierenarts staat voor over vijf dagen in de agenda. Nog vijf dagen slecht slapen omdat een kat in je oor gilt dat ze jeuk heeft. Even, heel even heb ik vanochtend gedacht om geheel per ongeluk de buitendeur op een kier te laten staan. Het was een verleidelijke gedachte.

Jan van Oranje

woensdag 4 januari 2017

Bloed, pies en kak

In Spanje zijn ze gek op bloedprikken, zelfs als je slechts een verstuikte enkel hebt wil men bloed zien. Dat bloedprikken gebeurt in een soort slachthuis dat men de naam ‘medisch centrum, heeft gegeven, op werkdagen om acht uur ’s ochtends, en gaat op afspraak. Alleen is het zo jammer dat iedereen een afspraak heeft om acht uur ’s ochtends. Met als gevolg dat alle gangen verstopt zijn met wachtende mensen. Wachtende mensen die bij elkaar in het gezicht ademen, waardoor je na een paar minuten meteen weet wie wel en wie geen knoflook gegeten heeft.

Ik heb het geluk omringt te zijn door culinaire mislukkelingen die overal knoflook indonderen om zo nog enigszins iets met smaak binnen te krijgen. Tel daar de vele ongewassen lichamen bij op, en je begrijpt een beetje het heerlijke aroma wat in de gangen heerst. Omstreeks kwart over acht, want waarom zouden we op tijd beginnen, komen de bloedprikkers één voor één aansloffen. Nadat alle nieuwtjes onderling zijn uitgewisseld en men even rustig heeft kunnen genieten van een kopje koffie, komt een dame de gang op om, gelijkwaardig mijn favoriete visverkoopster op de plaatselijke markt, de namen te gillen van de eerste slachtoffers. De Spaanse namen spreekt ze al onverstaanbaar uit, laat staan een lekkere Hollandse naam, zodat ik bij elke door haar verkrachte naam voor de zekerheid vraag of ze mij daar misschien mee bedoelt.

Het valt mij ondertussen op dat het gros van de mensen met iets van een wandelstok of anders ondersteunend gereedschap aan is komen schuifelen. Ik zie zelfs mensen met Nordic walkingstokken en een oud besje met een dikke tak die ze volgens mij net van buiten heeft meegenomen. Het blijkt dus zo te zijn dat mensen die moeilijk ter been zijn eerder geholpen worden. Dus zie ik mensen halfdood naar binnen strompelen, om, zodra zij hun bloed gegeven hebben, wonderbaarlijk genezen weer naar buiten te dansen, als ware zij zojuist in de kerk van Lourdes geweest. Bij het bloedprikken hoort ook het inleveren van urine of ontlasting. Mensen schamen zich klaarblijkelijk om met een potje pies of poep rond te wandelen, dus pakt men dat in, in zilverpapier. Met de gedachte dat dan niemand door heeft dat ze gewoon met een ingepakt potje pies of poep rondlopen.

Ik had een afspraak om acht uur, en was om half tien eindelijk aan de beurt. Ik denk dat ik straks eerst maar eens een leuke wandelstok ga kopen.

Jan van Oranje