woensdag 26 oktober 2016

Apekool

Het zijn de mannetjes pauwen, de hanen, op wie het spreekwoord ‘zo trots als een pauw’ van toepassing is. De vrouwtjes, de hennen, zien er tamelijk saai uit. Eigenlijk zelfs spuuglelijk, zelfs zo lelijk dat je jezelf serieus afvraagt wat een pauwenhaan in hemelsnaam ziet in zo’n hen. De mannetjes hebben een lange sleep, bestaande uit ongeveer 150 kleurige en sterk verlengde staartdekveren, die aan hun uiteinde een ‘pauwenoog’ vertonen. Als de haan zijn sleep opzet om een wijfje te veroveren, zijn deze veren het duidelijkst te zien en oogt hij trots, ‘zo trots als een pauw’.
In tegenstelling tot pauwen, zijn bij apen juist de vrouwtjes vaak mooier. Daar zijn de mannetjes in de regel buitenproportioneel gebouwd, soms met hangkwabben op plekken waar je, als zelfrespecterend man, beslist geen hangkwabben wilt hebben. Neem nu de mannetjes Orang Oetan. Sorry, maar deze met overdreven veel rood haar getooide rakkers zijn alleen als baby het aanzien waard, maar worden, naarmate ze ouder worden, steeds lelijker. De gorilla heeft, als hij de pech heeft het Alfa mannetje te zijn, ook nog last van een soort gordelroos en een mega dikke reet. Of wat te denken van de mandril, die eruit ziet als een verwijfd kereltje dat stiekem in moeders make-updoos heeft lopen graaien. Over bavianen zal ik het verder niet hebben, want dat is gewoon tuig van de richel, man en vrouw, en daar wil zelfs een aap niet mee vergelijken worden.
De chimpansee wordt door wetenschappers gezien als de nauwste nog levende verwant van de mens en op basis van DNA-onderzoek, als nauw genoeg om, net als de mens, in het geslacht Homo te plaatsen. Bij de vrouwtjes is de huid van het achterste, tijdens de  menstruatiecyclus, gezwollen en roze van kleur. Dat is weer wat minder smakelijk, maar voor een chimpansee waarschijnlijk buitengewoon opwindend. Chimpansees zijn zeer sociale dieren, die coalities vormen en vrienden voor het leven. Bovendien heeft onderzoek bewezen dat chimpansees empathie bezitten en zich tot op zekere hoogte kunnen inleven in een ander. Ze adopteren soms verweesde jongen van niet verwante groepsleden, wat wijst op altruïstisch gedrag, en kennen verdriet bij het sterven van verwanten.
Als Johan Derksen in Voetbal Inside dus stelt dat Sylvana Simons ‘zo trots is als een aap’, zou Sylvana zich niet beledigd, maar juist buitengewoon gecomplimenteerd moeten voelen. Want bij een dergelijk vergelijk is er maar één partij die het recht heeft zich beledigd te voelen, en dat is de aap.
Jan van Oranje

zondag 23 oktober 2016

Het rijk alleen

"Zeg…"
"Ja…"
"Heb jij ook zin?"
"In wat?"
"Nou gewoon, in dat."
"Oh, dat…"
"Weet jij nog hoe het moet?"
"Nou heel vaag, het is best een tijd geleden hoor."
"Volgens mij moeten we op bed gaan liggen."
"Oké, dat vind ik niet zo erg. En wat dan?"
"We moeten eerst onze kleren uit doen geloof ik."
"Alles?"
"Ja, ik geloof van wel."
"Ik weet niet of ik daar wel zo veel zin in heb."
"Anders gaat het niet volgens mij."
"Zo warm is het anders niet."
"Maar met al je kleren aan kan ik er toch niet in?"
"Waar in?"
"Ik moet toch ergens in bij jou?"
"Gadverdamme man, doe niet zo raar."
"Nou ja, dat staat mij nog bij."
"Waar wou je in dan?"
"Ja, dat weet ik dus niet meer."
"En met wat dan?"
“Ja, ook dat is nog een goeie vraag."
"Wat een gedoe eigenlijk hè?"
"Ja, best wel, ik heb ook eigenlijk niet zo veel zin meer."
"Zullen we dan maar naar 'The Voice' gaan kijken?"
"Ja, gezellig, laten we dat maar doen."
"Jij nog een wijntje?"
"Ja, lekker, en doe er een stukje kaas bij."

Jan van Oranje

woensdag 12 oktober 2016

Zeg eens K...

"Gefeliciteerd met je verjaardag, en als oma straks beter is komt ze samen met opa weer naar je toe hoor". Hij mompelt een beleefd bedankje door de telefoon, waarna de verbinding verbroken wordt. Hij wordt vandaag 12 en beseft niet dat dit de laatste woorden zijn die hij zal horen van zijn oma. De laatste woorden die zijn oma überhaupt ooit zal zeggen. Het heeft haar heel veel inspanning gekost om deze paar woorden nog uit te kunnen spreken. Een paar dagen heeft ze bewust gezwegen, wetende dat de verjaardag van haar kleinzoon er aankwam en die wilde ze, koste wat het kost, feliciteren.

Ze weet dat ze haar kleinkinderen, die in een land ver bij haar vandaan wonen, nooit meer zal zien. Haar zoon heeft het haar uitgelegd, in een lang gesprek op het moment dat de diagnose 'terminale kanker' bij haar gesteld was, dat hij haar wilde herinneren hoe ze was, en niet hoe ze zou worden. Ze begreep het, had er vrede mee, en samen namen ze op dat moment afscheid van elkaar. Zijn moeder, een grote sterke vrouw, die altijd voor haar kinderen klaar stond, die als een tijgerin waakte over haar welpen en nu zoveel moeite had om haar kinderen alleen te laten. Heel lang heeft ze gedacht dat ze de kanker kon overwinnen. Maar de laatste paar dagen beseft ze dat ze verloren heeft. Dat de ziekte haar, heel gemeen, even het gevoel gaf dat het misschien wel zou lukken, maar nu keihard toeslaat. Nog maar een paar maanden geleden slechts, was ze de grote sterke vrouw die ze altijd geweest was. Nu lijkt ze haast gekrompen, merkt ze ook dat haar geest haar af en toe in de steek laat. Dat haar lichaam niet langer doet wat zij wilt. Met het uur wordt ze zwakker, waziger. Maar ze heeft volgehouden tot deze dag, om met haar allerlaatste reserves haar kleinzoon een fijne verjaardag te wensen, iets wat de kanker haar niet af heeft kunnen pakken.

Nu kan ze zich overgeven aan het onvermijdelijke, en de volgende avond, omringd door haar man, haar kinderen en haar kleinkinderen, geeft ze de strijd op. Het is geen kwestie van niet meer willen, het is een kwestie van niet meer kunnen. Op het moment dat ze voor de laatste keer haar adem uitblaast, gaat de telefoon, het is haar zoon. Op 21 oktober 2010 verloor mijn moeder de ongelijke strijd tegen kanker. Ze werd 75 jaar.

Jan van Oranje

zaterdag 8 oktober 2016

Dichter bij de horizon

Ik start de auto, schuif 'Dichter bij de horizon' van de 3J's in de daarvoor bestemde gleuf, en geniet van de stem van Jan Dulles, als hij inzet bij 'Til me op'. Het diepzinnige 'Dichter bij de horizon' volgt daarna en ik zing luidkeels mee. In mijn fantasie genieten mijn vrouw en kinderen optimaal van mijn stem, die voor mijn gevoel weinig onderdoet voor die van de Volendamse troubadour, tot ik de sterk afkeurende blik van mijn vrouw ontmoet en drie chagrijnige gezichten in mijn binnenspiegel.

De eerste tonen van 'Man in de spiegel' klinken door de speakers van de standaard in mijn Renault geflanste cd-speler, inclusief radio met kutontvangst. Bart Herman zingt in dit nummer mee, en voor mij is dit meteen ook het beste nummer. Maar als het morgen regent, kan het beste nummer zo maar veranderen in het nummer 'Stel je voor'. Hoewel 'Twee zielen' ook hoog scoort. Ik rij ondertussen op de snelweg, en moet dus harder zingen om boven Dulles en het razende asfalt uit te komen. Tot groot 'genoegen' van mijn vierkoppig publiek. Ik rij in mijn enthousiasme de afslag die ik moest nemen voorbij, als door de speakers het rocky 'Verdwaald' klinkt. En inderdaad, als ik de volgende afslag neem, moet ik echt even zoeken hoe ik nu terug moet rijden. 'Sta op en loop' zingen de J's in koor, maar dat lijkt me de minste optie. Na een minuut of 10 flink zoeken, kom ik op de weg die ik in eerste instantie moest hebben. "Ga je met mij mee?" vraagt het Volendamse trio in 'Terug naar een nieuw begin'. Uitslovers, alsof zij hier zo goed de weg weten. Als we teruggaan snappen ze het helemaal, want het dromerige 'Naar huis' begint precies op het moment dat we huiswaarts gaan.

Als we thuis zijn, wil ik de CD er weer uithalen en druk op 'reject'. Niets. Nogmaals drukken. Weer niets. Ik druk wederom, dit maal zo hard dat ik bang ben dat ik het knopje achter in de cd-speler pers. Nog steeds niets. De CD zit waar hij zit en weigert om eruit te komen. Dus had ik 3 opties; De radio aan, waardoor ik kan genieten van een amuzikale ruis, de cd-speler aanzetten en in extremis naar de 3J's luisteren of zelf zingen. Ik koos voor optie 2, maar mijn gezinsgenoten hebben, nadat het complete album dagenlang in hun kop zat, unaniem gekozen voor een vierde optie; Mij een nieuwe autoradio geven.

Jan van Oranje

donderdag 6 oktober 2016

Kom op nou!

De pijn, veroorzaakt door brandende spieren, waarvan ik niets eens wist dat ik ze had. Het zweet dat, als ware mijn poriën de Niagara Watervallen, langs mijn lichaam stroomt en zorgt dat het beetje kleding dat ik draag binnen enkele tellen doorweekt is. De keiharde muziek, voor zover je een monotone dreun muziek mag noemen, die je gehoor verdoofd. De alles overheersende geur van zwetende lichamen, vermengt met de lucht van ongewassen sokken en stinkschoenen. Welkom op mijn sportschool.

“Kom op nou!” Toen Tatjana het ongeveer elke 10 minuten op willekeurig welke zender riep, zag ik het wel zitten om lekker te gaan sporten met Tatjana. Tot zij werd vervangen door een bebaarde zwakzinnige met dezelfde boodschap, en ik spontaan last kreeg van sportimpotentie. Door te lange non-activiteit gedwongen, heb ik onlangs dan toch voor het eerst een sportschool van binnen gezien. Zittend op iets wat in mijn ogen net zo goed een martelwerktuig uit de Middeleeuwen had kunnen zijn, kreeg ik van een soort Rambo te horen dat ik verkeerd om zat. Nou ja, 50% kans en misgegokt. Vanaf dat moment maak ik, voor enkele euro’s meer, dankbaar gebruik van de ‘personal trainer’ die niet zo persoonlijk is als zijn titel doet vermoeden. Meer een beetje allemansvriend, maar goed, ik begin nu wel te begrijpen wat ik eigenlijk moet doen op die toestellen. Oefeningen gaan tot nu toe steeds in drie sessies, en tussen elke sessie door mag ik een volle minuut uitrusten. Ik begreep in eerste instantie al niet waarom ik steeds zoveel mensen niets zag doen, maar dat schijnt er dus bij te horen. Op die momenten kijk ik rond en valt het mij op dat met name de 45 plussers heel erg hun best gaan doen wanneer er iets vrouwelijks met een strakke bips voorbij komt. Ze gaan dan ook ineens geluid maken bij hun oefening, en trekken er een gezicht bij, wat een normaal mens trekt bij hevige obstipatie. Als ze dan klaar zijn met hun show, gaan ze breed rondlopen alsof ze blaren onder hun armen hebben en verwacht ik elk moment een pauwenstaart uit hun reet te voorschijn te zien schieten.

Gelukkig ben ik de 45 plus al gepasseerd en mag ik mij tot de 50 plus rekenen. Voor mij geen afleidend geschreeuw, geen harde poep gezicht. Ik blijf gewoon een minuutje langer zitten en kijk rustig naar het moois wat voorbij komt paraderen. Ach, verstand komt met de jaren.

Jan van Oranje