zaterdag 24 juni 2017

Als ik aan mijn moeder denk...

Als ik aan mijn moeder denk, dan denk ik aan gehaktballen met een afmeting waar de gemiddelde voetbal jaloers op is. Of aan de enorme pan met soep die ze, geheel gemaakt naar eigen fantasie, elke zaterdag klaar had staan, of er nou wel of niet iemand op visite kwam. Zekerheid voor alles. Mee-eten  bij mijn moeder stond gelijk aan bunkeren. Kipfilets werden aangedragen in een hoeveelheid waar je een klein weeshuis goed mee kon voeden. Alleen zaten er bij ons slechts 6 man aan tafel. Het Paasontbijt was traditioneel en de bakkers vochten bijna om ons als klant te hebben, want dan was de te halen Paasomzet reeds gegarandeerd.

Als ik aan mijn moeder denk, dan denk ik ook aan het hamsteren van voedsel voor de zomervakantie. Wij gingen elk jaar 3 weken naar Spanje, maar ze had voor 3 maanden eten bij. Blikken met groente, aardappelen, soep, noem maar op. En alles moest in de caravan, die met het voedsel meteen overbeladen was, en dan moesten de voortent, onze koffers, stoeltjes, etc. er nog bij. Op de camping aangekomen gingen we vervolgens vanaf dag één uit eten, met als gevolg dat mijn moeder aan het einde van de vakantie veel mensen gelukkig maakte met blikken voedsel, soep, aardappelen, etc. Mijn moeder had het in haar jeugd niet al te makkelijk gehad, en dat wilde ze, denk ik, compenseren met enorme hoeveelheden voedsel. Maar als ik aan mijn moeder denk, dan denk ik ook aan het 'handje drukken', dat ze deed met de mannelijke klanten van de bar die mijn ouders ooit hadden in Sitges, nabij Barcelona. En dat mijn moeder altijd won, hoe groot de kerel ook was. Behalve van mij, van mij heeft ze nog nooit gewonnen. Of ze heeft mij altijd laten winnen, dat kan ook.

Maar het meest van alles denk ik aan de onvoorwaardelijke liefde die mijn moeder gaf aan al haar kinderen, en hoe ze haar kinderen beschermde tegen de boze wereld, op een manier die je misschien alleen nog ziet bij leeuwinnen. Hoewel ik liever met een leeuwin te maken zou hebben dan met mijn moeder als ze voor haar kinderen opkwam. Stiekem verkneukelde ik mezelf als mijn moeder op school even ging 'praten' met een leraar die mij niet al te netjes had behandeld. Ik ben weleens door zo'n beste man aan mijn oor getrokken, ik denk dat ik het er wel naar gemaakt had want ik was niet zo'n braaf manneke, maar dat interesseerde mijn moeder helemaal niets; van haar kinderen bleef je af.

Andere kinderen zeiden altijd dat ze hun grote broer of hun vader er wel even bij gingen halen als we ruzie hadden. Ik haalde dan altijd mijn moeder. Mijn moeder, ik mis haar soms weleens. Niet heel vaak hoor, ik denk misschien slechts 365 dagen per jaar, en zo heel af en toe een dagje meer.

Jan van Oranje

woensdag 21 juni 2017

Het uitzicht

Een dame van ongeveer mijn leeftijd, maar dan een paar jaartjes jonger, heet mij welkom in haar strak getrokken woning. Wat dat betreft passen haar woning en zij goed bij elkaar. Het is een zakelijk bezoekje wat ze, zo zegt ze zelf, vanwege de hitte liever op het terras achter de woning wil houden. Ze gaat mij voor naar het terras en wijst mij op het, volgens haarzelf, "fantastische uitzicht". Ik kijk naar de vele woningen die rondom haar stulpje zijn opgetrokken en ergens tussen de huizen en bomen door zie ik zowaar iets blauws, wat de zee blijkt te zijn. Hoe drie letters de waarde van een woning omhoog kunnen stuwen blijft wonderbaarlijk.

Ik kies een vierkante stoel uit van iets wat we vroeger gewoon een 'rieten tuinset' noemde, maar wat tegenwoordig een 'rotan lounge-set' schijnt te heten. Op de stoel ligt slechts de hoes van het kussen, althans dat is mijn eerste indruk. Bij nadere inspectie blijkt het toch om het kussen zelf te gaan. Ik zie dat vaker, na de verbouwing van de woning is het geld op, wil men toch een 'lounge-set' op het terras, en dan bezuinigt men op de kussens. Met als gevolg een hele zomer een bepaalde vorm van zadelpijn. De dame gaat zelf tegenover mij zitten, op precies zo'n dun kussentje. Ze draagt iets wat tussen een ultra kort jurkje en een oversized T-shirt zit, het is in ieder geval groen van kleur en ze kan het qua figuur zeker hebben.Doordat de dame een beetje heen en weer schuift, kruipt het niemendalletje wat omhoog, waardoor er zo goed als niets meer te raden overblijft, en mijn blik wordt hierdoor als vanzelf richting haar gebruinde benen getrokken. Op de plek waar haar benen plegen samen te komen, zie ik een witte flits. Omdat ik nieuwsgierig van aard ben, kijk ik nogmaals naar de plek waar ik de witte flits heb waargenomen en ontwaar een witte slip. Nou ja, slip, de naam 'hor' is meer op zijn plaats. "Waarom heeft zij op die plek nou een hor?" vraag ik mij in al mijn onnozelheid af. Het zal de warmte zijn denk ik, waardoor het wat langer duurt dan gebruikelijk voor ik besef dat ik ongegeneerd vol in haar kruis zit te turen. Ik bedoel, als het haar bedoeling is om met dat gaaswerk ongewenste blikken op haar zorgvuldig geëpileerde vulva tegen te houden, dan moet ik haar teleurstellen, want zelfs de ramen in mijn huis laten minder licht door dan haar textiele frutseltje. Ondertussen babbelt de dame over van alles en nog meer, terwijl ik al mijn concentratie nodig heb om in ieder geval één oog richting haar gezicht te forceren.

Soms schijn ik wel eens te loensen en dit is zo'n moment. Met rechts kijk ik haar aan en met links hang ik aan haar lippen. Na een uur dringt het vaag tot mij door dat de dame aan het einde van haar verhaal is gekomen. We nemen afscheid en ik ga weer huiswaarts, terwijl ik totaal geen idee heb waar ze het allemaal over heeft gehad. Maar in één ding had ze in ieder geval gelijk; het uitzicht op haar terras was werkelijk fantastisch.

Jan van Oranje