maandag 29 augustus 2016

En de man, hij zwoegde voort

Elke ochtend gaat hij op weg naar weer een dag, van vaak 14 uur of langer, vol zware arbeid. Zeven dagen per week, 365 dagen per jaar. Het werk is slopend en de verdiensten zijn mager. De man loopt elke dag naar zijn werk, 5 kilometer heen en 5 kilometer terug, want hij heeft geen auto, niet eens een fiets. Elke dag maakt hij overuren, maar extra uren worden nooit uitbetaald. Hij krijgt wat ze noemen 'tijd voor tijd', maar heeft nooit, en krijgt nooit, tijd om zijn inmiddels honderden vrije dagen op te nemen.

Nooit vakantie, nooit eens een dagje weg. Niet dat de man daar geld voor heeft, met een dagsalaris van € 50,-, maar alleen het idee zou al leuk zijn. De man heeft een vrouw, die in hun te kleine woning zorgt voor hun zoon van 12. Een fijne jongen, die klusjes doet in de buurt, om zo een paar euro extra voor het gezin te verdienen. Hij maait het gras van de buurvrouw, lapt de ramen bij het oude mannetje aan de overkant en wast de auto van veel buurtbewoners. Het is allemaal niet veel, maar de jongen doet echt zijn best om zijn steentje bij te dragen. Op een dag blijft de jongen wakker tot zijn vader thuis komt. Als zijn vader voorbij zijn slaapkamer loopt, roept hij hem, en vraagt hem, als zijn vader de slaapkamer is binnen gekomen, of hij 25,- euro kan lenen. Zijn vader legt uit dat hij zelf maar 50,- euro per dag verdient en dus niet de helft weg kan geven. De jongen dringt echter aan, waarop zijn vader kwaad wordt en de jongen een flinke uitbrander geeft. Hierop springen bij de jongen de tranen in zijn ogen. Zijn vader ziet dit, en met spijt in zijn stem vraagt hij de jongen waar hij het geld voor nodig heeft. De jongen gaat met zijn hand onder zijn kussen en pakt daar 25,- euro onder vandaan. Zijn vader ziet dit en zegt kwaad: "Dus je hebt gewoon stiekem 25,- euro gespaard, die wij heel goed kunnen gebruiken, en vraagt daar vrolijk nog een keer 25,- euro bij? Wat ben jij voor een zoon?"

De zoon antwoord hierop: "Kijk papa, ik heb heel hard gespaard om 25,- euro bij elkaar te krijgen, en nu wil ik bij jou 25,- euro lenen, zodat ik in totaal 50,- euro heb en ik jou kan huren, zodat je één hele dag bij mij kan blijven.

Jan van Oranje

zondag 21 augustus 2016

Red mijn vakantie

"Hallo, Nederlanders?" De vraagsteller komt me vaag bekend voor. Maar ik ben op mijn hoede. Een paar jaar geleden heeft een simpel "Ja" op die vraag mij bijna een Time-Share villa opgeleverd. Dus antwoord ik wat voorzichtig "Ja, dat klopt". Ik laat wel meteen merken dat ik niet zit te wachten op snelle verkooppraatjes.

"Mag ik mij eerst even voorstellen? Mij naam is Thijs Zeeman."
"Ah, van die goedkope textielzaak?"
"Eh, nee, van het SBS6 programma 'Red mijn vakantie'."
"Dus we hebben geen gratis setje handdoeken gewonnen?"
"Nee meneer, wij zijn hier om u te helpen met uw vakantieproblemen."
"Oh, maar wij hebben geen vakantieproblemen."
"'U bent hier toch op vakantie?"
"Eh… ja."
"En u verblijft in een accommodatie?"
"Nee, wij slapen op het strand."
"Echt waar?"
"Nee natuurlijk niet. Maar zoals mijn leraar altijd zei; 'op een domme vraag krijg je een dom antwoord'."
"Oh, ha,ha,ha... ja, erg grappig. Mag ik vragen waar u verblijft?"
"Ja hoor, dat mag u."
……………………. "Oh, ja, ha,ha,ha... ik snap hem."
"'Mooi, mogen wij dan nu alstublieft verder?"
"Maar u heeft toch wel problemen?"
"'Met u? Absoluut."
"Nee, met uw accommodatie."
"Nee hoor, wij hebben het prima naar ons zin."
"Is het niet vuil?"
"Nee, eerlijk gezegd hebben wij nog nooit zo'n schone accommodatie getroffen."
"Maar het eten dan. Het eten is niet zoals thuis natuurlijk."
"Nee, logisch, we zijn ook niet thuis."
"Het eten is te koud, te gaar, vies, eenzijdig?"
"Nee, nee, nee en nee. Er is helemaal niets mis met het eten."
"Heeft u dan in ieder geval geluidsoverlast?"
"Onze accommodatie is heerlijk rustig gelegen."
"Maar er moet iets mis zijn."
"Waarom?"
"Als er niets mis is, dan kunnen wij uw vakantie niet redden."
"Het spijt me heel erg meneer… eh... wat was uw naam ook al weer?"
"Zeeman, Thijs Zeeman."
"Het spijt me heel erg meneer Zeeman, maar alles is echt naar wens."
"Kunt u dan misschien net doen alsof er wel iets mis is?"
"Waarom zouden wij dat doen?"
"Dan kunnen wij uw vakantie redden en regelen wij voor u, als dank, een luxer onderkomen. Kijk, ik zal heel eerlijk zijn, in de meeste accommodaties is helemaal niets mis. Op de tv ziet het er wel uit alsof er een beer is klaargekomen in de douchecabine, maar iedere huisvrouw weet dat het gewoon sporen van kalk zijn. En ingezoomde beelden van stofvlokken, vieze toiletten en dergelijke, hebben wij natuurlijk in ons archief zitten. Mijn collega test het eten, maar een te warme salade heeft eerst een half uur de lamp van de camera er overheen gehad, en te koud vlees laten wij even afkoelen tot het de door ons gewenste temperatuur heeft bereikt. Het leukste zijn de geteste zwembaden. Mijn collega heeft er de ballen verstand van, maar een beetje slap gelul over Ph-waardes en te laag chloorgehalte doet veel, want wie heeft er in Nederland nou een zwembad? De jongeren werken maar wat graag mee met ons stukje toneelspel, want zij boeken een rothut in een achterbuurt en komen onder dreiging van onze camera's ineens in een vier sterren hotel. Zal ik mijn collega dan maar even bij u langs sturen? Zit ook u morgen met zijn allen all-Inclusive."
"Nee, dat doen we niet. We zitten in een klein familiecomplex en die mensen zijn reuze aardig. Daarbij komt dat ik het niet echt netjes vind hoe u hardwerkende ondernemers duppeert, puur voor een paar kijkcijfers. Om met de woorden van uw collega in het kwaad, meneer Rob Geus te spreken; Daar word ik niet vrolijk van."
"Ik begrijp uw weerstand, maar kunt u dan alstublieft heel goed nadenken of er misschien toch niet iets mis is?"
"Ja, nu ik zo nadenk, inderdaad, er is iets verschrikkelijk mis."
"Ziet u wel. Maar maakt u zich niet druk, wij redden uw vakantie. Vertelt u mij, wat is er mis?"
"Nou, wij worden al de hele vakantie lastig gevallen door allerlei irritante mensen van het televisie programma 'Red mijn vakantie' met de vraag of ze onze vakantie mogen redden. U kunt onze, en vele andere vakanties, redden, door uw programma te laten fuseren met een andere SBS6 programma, 'Opgelicht in het buitenland'."

Jan van Oranje

donderdag 18 augustus 2016

Volgevreten vetzak

Het is gebeurt, ik heb het echt gedaan. Nooit gedacht dat ik het ooit zou durven, dat ik de megastap zou durven zetten om een sportschool binnen te stappen en te zeggen: "Hallo, ik wil sporten want ik ben te dik". Het begint met het zelfbesef om te zien dat je dik bent. Dat klinkt heel stom, dat weet ik, maar als ik in de spiegel kijk zie ik mezelf, zoals ik altijd al was. Maar maak op dat zelfde moment een foto en ik zie een volgevreten dikke kerel die het er flink van heeft genomen de laatste jaren.

Maar er iets aan doen? Waarom zou ik? Ik heb toch verder geen klachten? Gelul! Natuurlijk heb ik die wel en natuurlijk hijg ik als een molenpaard als ik nog maar een trap zie en natuurlijk schaam ik me kapot als ik op het strand met moeite omhoog kom, naar het water waggel, om bij het uit het water komen de mensen verbaast te zien kijken hoe die walvis ineens pootjes heeft gekregen. Maar dat ga ik natuurlijk tegen niemand zeggen. Als ik een hellende straat oploop heb ik duizend smoezen om even stil te blijven staan en stiekem op adem te komen. Van een steentje in mijn schoen tot een leuke etalage. Maar ik zal nooit toegeven dat ik mijn hart voel bonzen, dat ik bijna stik. En natuurlijk heb ik diëten gevolgd, ik ken ze allemaal. Maar ik had altijd wel een excuus om te stoppen. Tot ik begin juni naar mijn kinderen keek en dacht: "Waar ben ik verdomme mee bezig?" Vanaf die dag heb ik mijn dagelijkse calorie-inname met 75% vermindert. Ik eet ineens ook fruit, wat ik dus jarenlang niet heb gedaan. Ik ben ook meteen elke dag gaan zwemmen. Gewoon een half uurtje baantjes trekken. Niet echt spannend, maar wel een begin van bewegen.

En dan vandaag voor het eerst een sportschool van binnen gezien. Gelukkig was ik de enige atleet en had ik afgesproken dat ik begeleiding zou krijgen. Voor mij zag die apparatuur er namelijk uit als een soort middeleeuws martelwerktuig. Ik was ook bang dat ik op sommige zaken verkeerd om zou gaan zitten. Maar uiteindelijk heb ik een topmiddag gehad, wordt mijn programma voorzichtig opgebouwd, want voor de huidige Olympische spelen ben ik nu toch te laat, en weet ik nu al dat ik morgen ga verrekken van de spierpijn. Ik ben nu, 2 maanden later, 15 kilo kwijt, maar heb er nog veel meer te gaan. Op naar het lichaam van een jonge God.

Jan van Oranje

maandag 8 augustus 2016

Anna

“Hoi, ik ben Anna” zegt ze. Voor mij staat een ietwat verlegen meisje, die op mij de indruk wekt dat ze nog niet goed weet wat ze nu precies komt doen in de ‘grote mensen wereld’. Marianne, die naast haar staat, ken ik al van zien. Die maakt zeker geen verlegen indruk, maar is daarentegen één brok zelfverzekerdheid.

Beide dames zijn zojuist geland op het vliegveld, en mij is gevraagd om hen even op te halen, om ze van daar naar hun accommodatie te brengen, een kleine 75 kilometer verderop. Ik pak de uit de kluiten gewassen, fel oranje koffers van hen over, en prop ze in mijn nog net levende Renault Laguna, die ik speciaal voor deze gelegenheid maar eens een keer door de wasstraat heb gereden. Ik heb zelfs de binnenkant stofvrij gemaakt, zodat ik er weer een paar jaartjes tegenaan kan. Onderweg is het met name Marianne die het woord voert. Brabantse gezelligheid ten top, wat mist is een kopje koffie met een worstenbroodje. Bij Anna moet ik de woorden er toch wat meer uittrekken, tot ik over haar, toch niet alledaags beroep begin, dan gaan de vocale sluizen ineens open. Beide dames zijn achterin gaan zitten, zodat het gesprek met name via de spiegel verloopt. Bij elke blik die ik in de spiegel werp, kijk ik recht in de mooie ogen van Marianne, wat mij elke keer een beetje onwerkelijk gevoel geeft. Gezellig keuvelend, rijgen de kilometers zich aaneen, en voor ik er erg in heb zijn we bij hun accommodatie aangekomen. Ze hebben een appartement op de eerste verdieping, zonder lift, en als een ware gentleman sjouw ik de loodzware koffers naar boven. Het verbaast mij telkens weer dat ‘vrouwenkoffers’ altijd zoveel zwaarder zijn dan ‘mannenkoffers’. Tijdens hun verblijf zie ik beide dames een enkele keer, druk als ze zijn met hun bezigheden. Af en toe is er kort tijd voor een praatje. Na een week zit het er voor hen weer op en gaan ze terug naar huis. Ze rijden naar het vliegveld in een huurauto, en bij het afscheid vraagt Anna nog snel waar ze een beetje goede radiozender kan vinden, maar mijn muziekkeuze is duidelijk niet de hare.

Het is 7 augustus 2016, bijna half tien ’s avonds. Het ietwat verlegen meisje is uitgegroeid tot een meer dan zelfverzekerde vrouw, die nu precies weet wat ze wilt. En ook krijgt. Na een race die voor altijd in mijn herinnering zal blijven, wordt Anna van der Breggen Olympisch Kampioen.

Jan van Oranje

zondag 7 augustus 2016

Pindakaas


Pindakaas, al vreet je het potje tot op de bodem leeg, er is geen stukje kaas in te bekennen. Het lijkt niet eens op kaas. Want wees nou eerlijk, als je kaas hebt gekocht en die ziet er ineens uit als die pindaprut, dan sta je toch binnen een zucht en een scheet terug bij de kaasboer? Het smaakt niet naar kaas, heeft een compleet andere structuur dan kaas en de kleur komt niet eens in de buurt van kaas.

Pindakaas is geen Nederlandse uitvinding, maar een Amerikaanse, ergens in 1893 ontwikkeld door John Harvey Kellogg, inderdaad, die van de Cornflakes. Meneer Kellogg zat met een overschot van het bijproduct van pindaolie in zijn maag, en weggooien was zonde. Dat goedje noemde hij 'peanut butter', ook een naam die nergens op slaat trouwens. In de hele wereld heet het smeersel 'Pindaboter', maar in Nederland ging die vlieger niet op, omdat de benaming 'boter' gereserveerd was voor roomboter, om de verwarring met margarine te voorkomen. Dan heb je dus net een scheepslading vol pindabrij gekocht van John Harvey, maar moet je een andere naam verzinnen. Het zou zomaar kunnen dat de naam 'Pindakaas' ontstaan is op één van de beruchte oudejaarsfuiven van de belegfabrikant. Aan het einde van het feest, als niemand meer normaal op zijn hoeven kan staan, heeft iemand een handje pinda's in zijn mond gestopt, die er in een jolige bui na flink kauwen weer uitgehaald en aan zijn buurman gevraagd: "Moet jij ook pinda's, Klaas?". Iedereen lachen, en meneer Calvé misschien wel het hardst, omdat hij met zijn zwaar benevelde hoofd en zijn toch al slecht functionerende oren verstond: "Moet jij ook Pindakaas?" en daarmee meteen een naam had voor zijn tot moes gestampte olienootjes. Het kan ook dat het achtervoegsel 'kaas' werd gekozen toen de 'butter' werd vergeleken met 'leverkaas', ook een broodbeleg waar geen milligram kaas in te ontdekken valt.

Maar dan 'Gestampte Muisjes'. Nadat ik een keer vol op een muis ben gaan staan, krijg ik het spul in ieder geval niet meer weg zonder te kokhalzen. Als je niet beter weet dan zou je toch minimaal verwachten dat het muizenbloed uit het doosje druipt na opening? Benamingen van producten, het blijft een lastig iets. Als je dat niet gelooft, moet je maar eens proberen thee te trekken uit een theedoek, of je goudvis trachten om te smelten als je een keer krap bij kas zit.

Jan van Oranje

dinsdag 2 augustus 2016

Neuken doe je zo

"Waar is je boek te koop?" Het is een vraag die ik veel gekregen heb sinds ik wereldkundig heb gemaakt dat mijn boek gepubliceerd is. Buiten dat het mij vrij logisch lijkt dat een boek te koop is in een boekwinkel, heb ik voor de zekerheid op mijn facebookaccount, waar ik het nieuws als eerste de wereld in heb geslingerd, een grote banner geplaatst, met daarop de cover van mijn boek en in grote chocoladeletters, er schuin doorheen, de tekst: "BINNENKORT IN DE BETERE BOEKWINKEL." Maar natuurlijk staat het een ieder vrij om het bij de plaatselijke bakker te proberen.

"Ik kan je boek niet vinden op Bol.com." Dat is ook niet zo vreemd, want de goede lezer had gezien dat ik in de tekst van de aankondiging had gezet "verkrijgbaar vanaf 5 augustus 2016." En aangezien ik het bericht op 1 augustus 2016 geplaatst heb, zou het dus met een grote mate van waarschijnlijkheid zomaar zo kunnen zijn dat mijn boek nog helemaal niet verkrijgbaar is op 1 augustus 2016. Het blijft toch een vreemd fenomeen dat mensen, die nog leesblinder zijn dan ikzelf, een boek willen kopen waar geen plaatje in te vinden is. Langs de andere kant streelt het wel mijn ego als een grote groep mensen er werkelijk alles aan doet om mijn boek te kopen, ruim voor mijn boek überhaupt in de boekwinkel ligt. Het zal mij dan ook niet verbazen als op 5 augustus blijkt dat een grote menigte voor de plaatselijke boekwinkel zijn tenten heeft opgeslagen, en de website van Bol.com er al aan het begin van de dag uit ligt, om als eerste mijn boek te kunnen kopen. Hoewel het ook kan zijn dat de mensenmassa net een zeldzame Pokemon heeft gespot, maar daar ga ik in mijn optimisme niet vanuit.

Voor de enkeling die mijn bericht gemist heeft: Vanaf 5 augustus 2016 is mijn boek 'Bondig' verkrijgbaar via www.janvanoranje.nl, www.mijnbestseller.nl, Bol.com, Bruna.nl en zo'n beetje alle boekwinkels in Nederland en Vlaanderen. Mocht je per toeval in een van de spaarzame boekwinkels binnenstappen waar het boek nog niet ligt of, meer waarschijnlijk, reeds is uitverkocht, vraag je naar 'Bondig' het nieuwe boek van Jan van Oranje, verschenen onder ISBN 9789463182874. En voor de personen die bij de titel van dit verhaal iets heel anders verwacht hadden, sorry, maar ik wilde zeker weten dat ik je aandacht had. Ik wens iedereen alvast veel leesplezier :-)

Jan van Oranje