vrijdag 23 december 2016

Een selfie met Picasso

Wat als sociale media al langer dan een eeuw zouden bestaan? Stel je eens voor hoe dat dan geweest zou zijn. Ernest Hemingway die vanuit Cuba, lui hangend in een strandstoel, zijn zoveelste martini instagramt. Of Picasso die al zijn 'vrienden' eerst port en daarna bedelt om likes omdat ie weer iets onduidelijks heeft geschilderd. Jimi Hendrix die incheckt in Woodstock en een duimpje van Janis Joplin krijgt. Een eindeloze twitteroorlog tussen McCartney, Jagger, Lennon en Ono. De trotse vader van Frank Lloyd Wright die een filmpje van zijn met blokjes spelende zoon vlogt.

En stel je de keerzijde eens voor. Schokkerige livebeelden van de brand in de Reichstag, die meteen wereldwijd gedeeld worden. Misschien had iemand ook wel een filmpje geschoten van de echte dader en dit meteen op youtube gezet. Dan zou er in ieder geval geen gewag meer gemaakt worden van een valse coup. Joden die nietsvermoedend in Dachau arriveren, stiekem filmpjes sturend per whatsapp, of zou iemand misschien op het slimme idee zijn gekomen om hen even te waarschuwen de trein maar even te missen? Zouden we de updates van Josef Mengele liken, trots op de vooruitgang in de medische wetenschap? Of een hartje plaatsen 'dat we het helemaal geweldig vinden' als hij weer een tweeling blauwe verf in de ogen heeft gespoten? Of zouden 'we' toch proberen hem aan te klagen? Zou de verzetsbeweging enkel bestaan uit aanvallen op naziservers en darkwebs die foto's uit Auschwitz lekken? En hoeveel likes zou de pagina facebook.com/adolfhitler krijgen? Wat als we de foto's van de Holocaust via snapchat hadden doorgekregen? Zou de publieke verontwaardiging dan zo groot zijn geweest dat Churchill en Roosevelt veel eerder hadden ingegrepen? Of hadden ze misschien helemaal niet ingegrepen en de kant van de Duitsers gekozen? Zouden de SS'ers selfies maken met weer een Joods slachtoffer? Of had juist de tweede wereldoorlog nooit ontstaan. Of de moord op Kennedy, waar dan duidelijk uit duizenden filmpjes zou blijken wie nu echt die kogels heeft afgeschoten.

Wat als er vanuit Indonesië beelden van door Nederlandse soldaten gemartelde en afgeslachte mensen de wereld rondgestraald werden? Zouden er Kamervragen gesteld worden, of een parlementair debat ontstaan over de rol van Wilhelmina? Zouden we verontrust zijn over het welzijn van de burgers in onze kolonie? Of zouden we onze schouders ophalen en als volslagen idioten door de straten rennen, op zoek naar een virtueel monstertje met superkrachten?


Jan van Oranje

dinsdag 13 december 2016

Erin getrapt

Het is ergens eind jaren 80, als ik onderweg ben in mijn functie als chauffeur van een groothandel in tabak en zoetwaren. Mijn route is steevast ergens in het zuiden des lands, om daar de bestelde goederen rond te brengen bij winkels en horeca. Er wordt in die tijd nog flink wat afgepaft, en dat is dan ook te merken aan de tot de nok toe gevulde Mercedes bestelbus, maar meer nog aan de grote hoeveelheid adressen.

Het is dus zeker geen kwestie van lekker achterover hangen, maar meer van behoorlijk aanpoten en voortdurend het gas er flink op, tenminste, als ik voor het donker thuis wil zijn. Om tijd te winnen heb ik mezelf dan ook aangeleerd om zoveel mogelijk dozen in één keer te tillen, waardoor ik steevast, balancerend als een volleert circusartiest, met een hoge toren aan dozen in mijn handen een zaak binnenkom. Zo ook bij meneer Terlingen, van het bruincafé 'Polderzicht' in de polder van het mooie Brabantse land. Hier wordt schijnbaar goed doorgerookt, want met een ernstig belemmerd zicht door een megatoren aan dozen, ga ik, achteruitlopend, de deur met mijn elleboog openend, het café binnen waarbij ik meteen op iets ga staan dat heel vervelend onder mijn schoen blijft plakken. Omdat de eigenaar een grote hond in zijn zaak heeft liggen vrees ik het ergste. Ik wrijf een beetje heen en weer met mijn voet, maar de plak die onder mijn schoen zit gaat hierdoor slechts vaster zitten. Om de drek niet nog vaster in het profiel te prakken, hink ik richting bar, terwijl de dozen hoog boven mij uit torenen, en breek daardoor bijna mijn nek over de barkrukken. Ik begrijp hierdoor dat ik bij de bar moet zijn aangekomen en deponeer de bestelling op een leeg plekje, pak de factuur uit mijn kontzak en mijn portefeuille met wisselgeld uit mijn binnenzak. Meneer Terlingen, die al een beetje op leeftijd is, komt ondertussen aansloffen, onderwijl steeds een naam roepend die ik niet kan verstaan.

Terwijl meneer Terlingen vluchtig de bestelling bekijkt, wrijf ik met mijn schoen stiekem over een rand van de bar om zo de harde plak viezigheid onder mijn schoen uit te krijgen. Onder het afrekenen zegt meneer Terlingen terloops: “Kijk zo meteen een beetje uit waar je loopt chauffeurtje, want Koosje, mijn tamme parkiet, is ergens aan het wandelen.” Ik kijk naar beneden naar hetgeen onder mijn schoen vandaan is gekomen en zeg netjes: “Zal ik doen meneer Terlingen.”

Jan van Oranje

dinsdag 29 november 2016

Een beetje bang

Als ik me niet kan vinden in uitspraken van personen, dan schrijf ik daarover. Zo heb ik me onder andere kritisch of anders uitgelaten over Mark Rutte, Ron Brandsteder, Geert Wilders, Meneer Erdogan en Hans Kazan om er maar een paar te noemen. Maar sinds ik over mevrouw Simons een kritisch stukje heb geschreven, ben ik zo'n beetje voor alles uitgemaakt wat mogelijk is.

Laat ik duidelijk zijn, de video die over internet zwerft én dat achterlijk liedje over haar, gaan veel te ver. En dan druk ik mij nog zwak uit, dat is gewoon misselijkmakend. Maar om haar nu meteen tot heilige te verklaren is wel weer het andere uiterste. Op het moment dat nu iemand één ultra klein kritisch woordje over haar uit, loopt deze persoon direct het risico om met pek en veren de stad uitgejaagd te worden. "Want", wordt gedacht, "als je kritisch bent, ben je tegen haar, en het dus eens met alle aan haar gerichte uitspraken en bedreigingen". Mensen vragen niet of het ook zo is, maar trekken meteen hun conclusie. En dat is niet alleen dom, dat ook heel beangstigend. Want als iemand een uitspraak doet waar ik mij niet in kan vinden, dan wil ik dat gewoon kunnen zeggen, wil ik gewoon kritiek mogen leveren, zonder meteen voor racist, of erger, uitgemaakt te worden. Zonder het verwijt te krijgen dat 'mensen zoals ik' er de oorzaak van zijn dat Sylvana bedreigd wordt. Zonder dat ik elke ochtend mijn mailbox open en daar de meest walgelijke teksten in tegenkom. Want door een columnist aansprakelijk te houden voor een door een waanzinnige idioot gemaakte video, is zo'n beetje hetzelfde als een autofabrikant verantwoordelijk houden voor ongelukken veroorzaakt door dronken automobilisten. Door het niet eens te zijn met iemand, door je niet te kunnen vinden in een mening van een ander, zet je namelijk niet meteen aan tot haat. Daar is even iets meer voor nodig.

Ik vraag me steeds vaker af wat er gebeurd is, waar het mis is gegaan. Want als je niet langer kunt zeggen wat je denkt, als je het niet langer oneens kunt zijn met iemand, als je niet langer een mening mag hebben over een persoon, ongeacht geloof, seksuele geaardheid, geslacht of huidskleur, dan denk ik dat het nog erger gesteld is met de wereld dan ik al heel lang denk, en dan word ik soms best wel eens een heel klein beetje bang.

Jan van Oranje

donderdag 17 november 2016

Maagdelijke hersens

Er bestaat in Nederland een politieke partij waarvan de oprichters 'inwoners met een migratieachtergrond' zijn, die de mening zijn toegedaan dat er van alles mis is met de manier waarop men in Nederland omgaat met de rechten van inwoners met een migratieachtergrond en eigenlijk de hele manier waarop men überhaupt omgaat met inwoners met een migratieachtergrond.
Mocht je licht geïrriteerd raken om de veelvuldig gebruikte term 'inwoners met een migratieachtergrond' weet dan dat ik deze niet verzonnen heb. Ik denk namelijk dat je melk gerust 'witte vloeistof die na het knijpen uit de koe haar tiet stroomt' kunt noemen, maar het blijft gewoon melk. Deze politieke partij heet 'DENK'. Een beetje vreemde naam als je bedenkt dat de mensen achter deze partij de meest kwalijke onzin rondbazuinen zonder ooit de indruk te wekken waar dan ook over na te denken. In hun verkiezingsprogramma staat bijvoorbeeld dat, als zij het voor het zeggen zouden hebben, en God behoede ons dat dit ooit zal gebeuren, zij straatnamen die verwijzen naar het koloniaal verleden van Nederland willen aanpassen. Hoe zij de straten dan gaan noemen hebben ze nog niet over nagedacht, maar namen als; 'Atatürkstraat', 'Tulasteeg', Desi Bouterseplantsoen en Erdoğanweg zijn erg voor de hand liggend. Het klinkt allemaal heel nobel, ware het niet dat het gemekker dat er van alles mis is met de manier waarop men in Nederland omgaat met inwoners met een migratieachtergrond, steeds gekker wordt. Want stel dat ik als, bijvoorbeeld, genationaliseerd Turk in Turkije zou wonen, dan ben ik daar de 'inwoner met een migratieachtergrond'. Ik richt op een dag een politieke partij op en ga, zonder na te denken, als een malle te keer tegen de Turkse tradities en culturele zaken. Ik denk dat ik, samen met mijn familieleden en eventuele sympathisanten, binnen 24 uur opgepakt en gemarteld word, om daarna spoorloos te verdwijnen. Als ik geluk heb.
Dus beste mensen van DENK, doe de naam van jullie partij eens eer aan en ontmaagd jullie hersens. Het doet misschien een beetje pijn, maar dat is normaal de eerste keer. Dank God of wie dan ook op jullie blote knieën dat jullie in een land wonen waar men vrijheid van meningsuiting hoog in het vaandel heeft staan, waar het mogelijk is dat 'inwoners met een migratieachtergrond' dezelfde rechten hebben als 'inwoners met een Nederlandse achtergrond'. Denk en wees dankbaar, in plaats van op een slinkse en misselijkmakende manier haat en tweestrijd te zaaien.
Jan van Oranje

woensdag 9 november 2016

Wat als...

We zouden om 14:45 uur vertrekken, mijn negenjarig dochtertje en ik, om de enige Nederlandse zanger die zij de moeite waard vindt op te halen. Met een filevrije afstand van 130 kilometer, zou ik er net iets langer dan een uur over doen. Het vliegtuig landt om 16:25 uur, dus tijd zat mocht er onverhoopt toch vertraging zijn op de weg.

Als de jonge vrouw die ze is, begint mijn dochter pas op het moment dat we zouden gaan rijden met de ceremonie van het haar borstelen, tien keer van kleding wisselen en een vleugje make-up van moeder jatten, om een onuitwisbare indruk achter te kunnen laten bij haar Volendamse held. Na 25 minuten is mevrouw klaar en mag ik zien dat ik, in een reistijd van een uur, 25 minuten inhaal. In plaats van mijn voorgenomen slakkengangetje, gaat nu het gas er flink op en rij ik me bijna kleurenblind om vooral niet te laat te komen. Eén van de voordelen van wonen in het camera-arme Spanje, waar ze niet zo moeilijk doen over een paar kilometertjes meer, zolang je maar tol betaalt. Om 16:10 uur kom ik aan bij het vliegveld en krijg ik de complete parkeergarage te zien voordat ik een parkeerplek heb gevonden. Nou ja ‘plek’, eerder ‘plekje’, want in een parkeervak dat ontworpen is voor een te heet gewassen Seat 600, ben ik gedwongen om mijn auto asociaal in anderhalf vak te parkeren. Wel makkelijk in- en uitstappen. Ik sleur mijn dochter de auto uit en we vliegen laag naar de aankomsthal. Daar lees ik dat het vliegtuig de wind flink in de rug gehad heeft en al om 16:05 uur geland is, met als vervelend gevolg dat ik precies 25 minuten te laat ben. Ik kijk mijn dochtertje even aan en zij begrijpt wat ik niet uitspreek. Zij kan ook rekenen.

Ik pak mijn mobieltje, en zoek in ‘contacten’ onder de ‘J’ naar Jan Dulles. De eerste drie pogingen leveren geen verbinding op en ik voel het angstzweet al richting mijn poriën schieten. Het ‘Wat als…’ begint in mijn hoofd een eigen leven te leiden. Ik wil een vierde poging wagen als mijn telefoon gaat: “Hoi Jan, waar sta jij?” Ik hoor het Volendamse accent vlak achter me en in echo in mijn telefoon. Ik draai me om en zie 33% van de 3J’s rond kijken met een blik die uitstraalt ‘Wat als…’. Ik tik hem op zijn schouder en zeg; “Hallo Jan, ik ben Jan”. “Ik ook” zegt hij.

Jan van Oranje

zaterdag 5 november 2016

Open brief aan Sylvana Simons

Geachte mevrouw Simons,

Hoewel ik een voorstander ben van het tutoyeren, maak ik in uw geval liever een uitzondering, om niet te worden uitgemaakt voor een 'respectloos persoon'. Dat gezegd hebbende, wil ik u vragen hoe u iemand noemt die stelt dat hij, of zij, anders is dan iemand met een andere huidskleur, van een ander ras of volk. Iemand die keihard durft te stellen dat alles wat fout gaat in de maatschappij, de schuld is van de personen met een andere huidskleur, of die behoren tot een ander ras of volk.

Het lijkt mij, mevrouw Simons, dat u een dergelijk persoon een racist zult noemen, iemand die discrimineert en derhalve niet in onze multiculturele maatschappij thuis hoort. Mocht u zich niet herkennen in deze stelling, wil ik u vriendelijk vragen om de door u in de diverse media gedane uitingen er nog eens op na te lezen. Omdat u waarschijnlijk staat voor uw uitingen, wil ik u vragen hoe u uzelf dan wenst te omschrijven, op de momenten dat u, te pas en te onpas, al uw pijlen richt op personen met een blanke huid? Een huid, mevrouw Simons, waarvan u zelf keer op keer beweert dat deze anders is dan de uwe. U gaat nog een stapje verder en haalt, heel bewust, de cynische term “Ik geloof nog in de mythe van witte onschuld” aan, door u geleend uit het handboek van de 'Critical Theory Movement', die betoogt dat alle blanken medeplichtig zijn aan racisme en de onderdrukking van zwarten. U verwijt anderen dat ze zich schuldig maken aan racisme en onderdrukking, dat anderen zich schuldig maken aan discriminatie, maar in werkelijkheid bent u zelf geen haar beter. Alleen weet u het te verkopen als een natte scheet met rozengeur. Telkens weer speelt u het onschuldige lammetje, terwijl u in werkelijkheid de agressieve wolf bent.

U stelt dat u staat voor verbroedering, maar valt ondertussen een ieder, met een andere huidskleur dan de uwe, meedogenloos aan. U verwijt uw tegenstanders dat deze u beoordelen op uw huidskleur, maar zet zelf alle blanken weg als racisten, en beweert dat alle blanken schuldig zijn aan de slavernij. Alsof het ook zo logisch is dat alle donker gekleurde mensen schuldig zijn aan kannibalisme. Ook ik behoor tot 'alle blanken', mevrouw Simons, en ik voel me door u aangevallen, vernederd, beledigd tot op het bot, racistisch bejegend en gediscrimineerd. Maar dat zal u waarschijnlijk een zorg zijn, tot ik het omdraai.

Jan van Oranje

Hi, ha, hondenlul

Gisteren heb ik me verbaast over John Guidetti, aanvaller van de Spaanse voetbalclub Celta de Vigo. De beste man zoekt al ruim voor de wedstrijd bewust de confrontatie met de Ajaxsupporters, door bijvoorbeeld tijdens de opwarming obscene handgebaren te maken richting de zogenaamde 'harde kern' van de Amsterdamse voetbalclub. Enkele dagen voor de wedstrijd laat hij in een interview optekenen dat zijn club Feyenoord is, en dat hij niets heeft met Ajax en al helemaal niet met het Ajaxpubliek. Die mening had hij overigens niet toen Ajax hem deze zomer op de korrel had als nieuwe spits, maar dat terzijde. John Guidetti, die, als ik de Ajacieden moet geloven, praktiserend homoseksueel én een kutkakkerlak is, mag vanaf de reservebank beginnen. Waarschijnlijk uit pure frustratie, vindt meneer Guidetti het nodig om in de rust een middelvinger op te steken naar de F-side, wat hem meteen op een striemend fluitconcert komt te staan, onder de noemer 'wie kaatst kan de bal verwachten'.

Ergens rond de 60e minuut mag deze held gaan warm lopen, ter voorbereiding op zijn invalbeurt. Inmiddels staat Ajax met 3-0 voor, wat voor het altijd creatieve publiek het startsein is om wat plagerige liedjes te gaan zingen zoals: "3-0, 3-0 en Guidetti staat voor lul" en nog wat andere, geheel onschuldige, tekstueel hoogstaande liederen. Tegen het einde van de wedstrijd mag de ooit door Feyenoord gehuurde spits invallen en maakt hij prompt, met meer geluk dan wijsheid, een doelpunt. Voor 'John die het niet meer kon' reden om als een debiel rond te gaan rennen, met zijn handen achter zijn oren, ondertussen iets te schreeuwen wat hij zelf uitlegt als "Feyenoord, Feyenoord", maar wat voor de betere liplezer er meer uitzag als "Fuck off, fuck off", om zodoende het publiek nog wat verder te provoceren. Als het publiek vervolgens niet te beroerd is om aan zijn wens gehoor te geven, steekt hij 3 vingers in de lucht, waarbij hij doelt op de drie doelpunten die hij ooit, in een ver verleden, een keer gemaakt heeft tegen Ajax.

Waarschijnlijk wist meneer Guidetti niet dat in het verleden behaalde resultaten, ook in het voetbal, geen enkele garantie geven voor de toekomst, want Celta de Vigo verloor de wedstrijd, met 3-2.

Jan van Oranje

donderdag 3 november 2016

Afspraak is afspraak

"Afspraak is afspraak" zegt Rutte als iedereen over hem heen valt betreffende het zakgeld dat Hare Koninklijke Obesita vanaf haar achttiende verjaardag krijgt toegestopt. Op zich best netjes van onze Opperpinokkio om zich aan een ooit in aangeschoten toestand gemaakte afspraak te houden. Alleen is het zo jammer dat afspraken alleen bindend zijn als het hem goed uitkomt. Of als het gaat om afspraken met het Koninklijk huis. Want dan weigert Rutte om ook maar een millimeter toe te geven.

Ooit is afgesproken dat de pensioengerechtigde leeftijd 65 jaar zou bedragen. Maar ja, de mensen worden ineens stiekem allemaal ouder. Dus afspraak of geen afspraak, doorwerken, het liefst tot je er dood bij neervalt. Scheelt weer een paar centen. "Geen geld naar de Grieken," sprak Markje af in 2012. Hij keek er ook heel dreigend bij, en iedereen geloofde hem. Maar nog geen paar weken later werden de eerste kruiwagens met goudstaven al over de Griekse grens geduwd. Ook sprak Rutte af dat er onder geen voorwaarde gemorreld zou worden aan de hypotheekrenteaftrek en dat elke werkende Nederlander een belastingverlaging zou krijgen van duizend euro, oftewel een cadeautje van dik 7 miljard. Dat was natuurlijk te mooi om waar te zijn. Tenslotte waren er meer belangrijke doelen waar geld naar toe moest, zoals de Grieken, bootladingen vol vluchtelingen en een Koninklijke uitkering. En je kunt natuurlijk niet verwachten dat de beste man dit allemaal uit eigen zak gaat betalen. "Afspraak is afspraak", het klinkt zo mooi, zo dapper ook. Alsof niemand het in zijn hoofd moet halen om aan de door Mark Rutte gemaakte afspraken te komen. Alsof hij het ook werkelijk meent, dat hij zijn afspraken na zal komen, wat de consequenties ook zullen zijn. Als hij dan geconfronteerd wordt met zijn loze beloftes, zegt deze gladjanus, uiteraard met het oog op de aankomende verkiezingen, een paar keer ongemeend "Sorry jongens" maar veegt niet veel later wederom zijn politieke reet af met gedane beloftes aan het volk.

Het volk heeft ervoor gekozen om geen enkel verdrag met betrekking tot Oekraïne aan te willen gaan. Maar onze nationale draaikont interesseert dat geen bal, afspraak of geen afspraak, en gaat koste wat het kost het Oekraïneverdrag ondertekenen. Want kom op, beter je afspraken niet nakomen in eigen land, dan voor paal staan voor heel Europa. Ik zou graag met hem afspreken dat hij zijn zetel ter beschikking stelt. Maar ik ben bang dat hij ook die afspraak niet na zal komen.

Jan van Oranje

dinsdag 1 november 2016

Doornroosje

Marianne Thieme wil de dierentuinen verbieden, want een dierentuin is, volgens haar, niet meer van deze tijd. Maar weet deze aanvoerster van de Partij van de Dieren wel dat veel diersoorten nog niet zijn uitgestorven juist omdat er dierentuinen zijn? Als je een politieke partij opricht voor het belang de dieren, dan denk ik dat het niet onverstandig is om je eerst een klein beetje in te lezen. Het is een beetje dom gebrul om te verkondigen dat een dierentuin moet verdwijnen, omdat je onderbuik dat nu eenmaal aangeeft, of, wat waarschijnlijker is, omdat het leuk klinkt met betrekking tot de verkiezingen.

Natuurlijk, er was ooit een tijd dat dieren in Nederland in veel te krappe kooien zaten. Maar die tijd ligt, gelukkig, al heel lang achter ons. Ik zeg niet dat dieren nu gelukkiger zijn, want dat weet ik niet, net zo min als mevrouw Thieme dat weet. Wat ik wel weet is dat veel dierentuinen wereldwijd samenwerken om met uitsterven bedreigde diersoorten, middels een nauwkeurig fokprogramma, een kans te geven. De panda, het symbool van het WWF, is misschien wel het beste voorbeeld, evenals de Andescondor, die al jaren geleden uitgestorven zou zijn, als er geen dierentuinen waren geweest. Het is voor haar natuurlijk belangrijk om, een aantal maanden voor de landelijke verkiezingen, met haar hoofd de tv te halen, want anders komt er geen zeteltje bij. Maar als je, zoals mevrouw Thieme pretendeert, het belang van het dier verdedigd, dan sla je de plank volledig mis door dierentuinen af te willen schaffen. Dan verdedig je namelijk niet het belang van de dieren, nee, dan werk je bewust mee aan de uitroeiing van nu reeds bedreigde diersoorten.

Ik kan er dan ook niets aan doen dat mij bij de Partij van de Dieren een beetje het gevoel bekruipt dat deze partij nooit is opgericht om het belang van de dieren te dienen, maar uitsluitend het belang van de oprichtster. De arbeiders waren al weg, de democraten ook, het communisme was niet echt populair en christelijk zag ze niet zitten. Omdat ze te jong was voor een seniorenpartij, werd het een dierenpartij. Bijna vier jaar lang profiteren van een leuk zakcentje, om, zodra de verkiezingen eraan komen, uit een diepe winterslaap te ontwaken, om her en der wat opmerkingen te maken die op het gevoel werken, in de hoop dat je in ieder geval één zetel bemachtigd, om daarna, als ware zij Doornroosje, weer terug te zakken in een diepe slaap.

Jan van Oranje

woensdag 26 oktober 2016

Apekool

Het zijn de mannetjes pauwen, de hanen, op wie het spreekwoord ‘zo trots als een pauw’ van toepassing is. De vrouwtjes, de hennen, zien er tamelijk saai uit. Eigenlijk zelfs spuuglelijk, zelfs zo lelijk dat je jezelf serieus afvraagt wat een pauwenhaan in hemelsnaam ziet in zo’n hen. De mannetjes hebben een lange sleep, bestaande uit ongeveer 150 kleurige en sterk verlengde staartdekveren, die aan hun uiteinde een ‘pauwenoog’ vertonen. Als de haan zijn sleep opzet om een wijfje te veroveren, zijn deze veren het duidelijkst te zien en oogt hij trots, ‘zo trots als een pauw’.
In tegenstelling tot pauwen, zijn bij apen juist de vrouwtjes vaak mooier. Daar zijn de mannetjes in de regel buitenproportioneel gebouwd, soms met hangkwabben op plekken waar je, als zelfrespecterend man, beslist geen hangkwabben wilt hebben. Neem nu de mannetjes Orang Oetan. Sorry, maar deze met overdreven veel rood haar getooide rakkers zijn alleen als baby het aanzien waard, maar worden, naarmate ze ouder worden, steeds lelijker. De gorilla heeft, als hij de pech heeft het Alfa mannetje te zijn, ook nog last van een soort gordelroos en een mega dikke reet. Of wat te denken van de mandril, die eruit ziet als een verwijfd kereltje dat stiekem in moeders make-updoos heeft lopen graaien. Over bavianen zal ik het verder niet hebben, want dat is gewoon tuig van de richel, man en vrouw, en daar wil zelfs een aap niet mee vergelijken worden.
De chimpansee wordt door wetenschappers gezien als de nauwste nog levende verwant van de mens en op basis van DNA-onderzoek, als nauw genoeg om, net als de mens, in het geslacht Homo te plaatsen. Bij de vrouwtjes is de huid van het achterste, tijdens de  menstruatiecyclus, gezwollen en roze van kleur. Dat is weer wat minder smakelijk, maar voor een chimpansee waarschijnlijk buitengewoon opwindend. Chimpansees zijn zeer sociale dieren, die coalities vormen en vrienden voor het leven. Bovendien heeft onderzoek bewezen dat chimpansees empathie bezitten en zich tot op zekere hoogte kunnen inleven in een ander. Ze adopteren soms verweesde jongen van niet verwante groepsleden, wat wijst op altruïstisch gedrag, en kennen verdriet bij het sterven van verwanten.
Als Johan Derksen in Voetbal Inside dus stelt dat Sylvana Simons ‘zo trots is als een aap’, zou Sylvana zich niet beledigd, maar juist buitengewoon gecomplimenteerd moeten voelen. Want bij een dergelijk vergelijk is er maar één partij die het recht heeft zich beledigd te voelen, en dat is de aap.
Jan van Oranje

zondag 23 oktober 2016

Het rijk alleen

"Zeg…"
"Ja…"
"Heb jij ook zin?"
"In wat?"
"Nou gewoon, in dat."
"Oh, dat…"
"Weet jij nog hoe het moet?"
"Nou heel vaag, het is best een tijd geleden hoor."
"Volgens mij moeten we op bed gaan liggen."
"Oké, dat vind ik niet zo erg. En wat dan?"
"We moeten eerst onze kleren uit doen geloof ik."
"Alles?"
"Ja, ik geloof van wel."
"Ik weet niet of ik daar wel zo veel zin in heb."
"Anders gaat het niet volgens mij."
"Zo warm is het anders niet."
"Maar met al je kleren aan kan ik er toch niet in?"
"Waar in?"
"Ik moet toch ergens in bij jou?"
"Gadverdamme man, doe niet zo raar."
"Nou ja, dat staat mij nog bij."
"Waar wou je in dan?"
"Ja, dat weet ik dus niet meer."
"En met wat dan?"
“Ja, ook dat is nog een goeie vraag."
"Wat een gedoe eigenlijk hè?"
"Ja, best wel, ik heb ook eigenlijk niet zo veel zin meer."
"Zullen we dan maar naar 'The Voice' gaan kijken?"
"Ja, gezellig, laten we dat maar doen."
"Jij nog een wijntje?"
"Ja, lekker, en doe er een stukje kaas bij."

Jan van Oranje

woensdag 12 oktober 2016

Zeg eens K...

"Gefeliciteerd met je verjaardag, en als oma straks beter is komt ze samen met opa weer naar je toe hoor". Hij mompelt een beleefd bedankje door de telefoon, waarna de verbinding verbroken wordt. Hij wordt vandaag 12 en beseft niet dat dit de laatste woorden zijn die hij zal horen van zijn oma. De laatste woorden die zijn oma überhaupt ooit zal zeggen. Het heeft haar heel veel inspanning gekost om deze paar woorden nog uit te kunnen spreken. Een paar dagen heeft ze bewust gezwegen, wetende dat de verjaardag van haar kleinzoon er aankwam en die wilde ze, koste wat het kost, feliciteren.

Ze weet dat ze haar kleinkinderen, die in een land ver bij haar vandaan wonen, nooit meer zal zien. Haar zoon heeft het haar uitgelegd, in een lang gesprek op het moment dat de diagnose 'terminale kanker' bij haar gesteld was, dat hij haar wilde herinneren hoe ze was, en niet hoe ze zou worden. Ze begreep het, had er vrede mee, en samen namen ze op dat moment afscheid van elkaar. Zijn moeder, een grote sterke vrouw, die altijd voor haar kinderen klaar stond, die als een tijgerin waakte over haar welpen en nu zoveel moeite had om haar kinderen alleen te laten. Heel lang heeft ze gedacht dat ze de kanker kon overwinnen. Maar de laatste paar dagen beseft ze dat ze verloren heeft. Dat de ziekte haar, heel gemeen, even het gevoel gaf dat het misschien wel zou lukken, maar nu keihard toeslaat. Nog maar een paar maanden geleden slechts, was ze de grote sterke vrouw die ze altijd geweest was. Nu lijkt ze haast gekrompen, merkt ze ook dat haar geest haar af en toe in de steek laat. Dat haar lichaam niet langer doet wat zij wilt. Met het uur wordt ze zwakker, waziger. Maar ze heeft volgehouden tot deze dag, om met haar allerlaatste reserves haar kleinzoon een fijne verjaardag te wensen, iets wat de kanker haar niet af heeft kunnen pakken.

Nu kan ze zich overgeven aan het onvermijdelijke, en de volgende avond, omringd door haar man, haar kinderen en haar kleinkinderen, geeft ze de strijd op. Het is geen kwestie van niet meer willen, het is een kwestie van niet meer kunnen. Op het moment dat ze voor de laatste keer haar adem uitblaast, gaat de telefoon, het is haar zoon. Op 21 oktober 2010 verloor mijn moeder de ongelijke strijd tegen kanker. Ze werd 75 jaar.

Jan van Oranje

zaterdag 8 oktober 2016

Dichter bij de horizon

Ik start de auto, schuif 'Dichter bij de horizon' van de 3J's in de daarvoor bestemde gleuf, en geniet van de stem van Jan Dulles, als hij inzet bij 'Til me op'. Het diepzinnige 'Dichter bij de horizon' volgt daarna en ik zing luidkeels mee. In mijn fantasie genieten mijn vrouw en kinderen optimaal van mijn stem, die voor mijn gevoel weinig onderdoet voor die van de Volendamse troubadour, tot ik de sterk afkeurende blik van mijn vrouw ontmoet en drie chagrijnige gezichten in mijn binnenspiegel.

De eerste tonen van 'Man in de spiegel' klinken door de speakers van de standaard in mijn Renault geflanste cd-speler, inclusief radio met kutontvangst. Bart Herman zingt in dit nummer mee, en voor mij is dit meteen ook het beste nummer. Maar als het morgen regent, kan het beste nummer zo maar veranderen in het nummer 'Stel je voor'. Hoewel 'Twee zielen' ook hoog scoort. Ik rij ondertussen op de snelweg, en moet dus harder zingen om boven Dulles en het razende asfalt uit te komen. Tot groot 'genoegen' van mijn vierkoppig publiek. Ik rij in mijn enthousiasme de afslag die ik moest nemen voorbij, als door de speakers het rocky 'Verdwaald' klinkt. En inderdaad, als ik de volgende afslag neem, moet ik echt even zoeken hoe ik nu terug moet rijden. 'Sta op en loop' zingen de J's in koor, maar dat lijkt me de minste optie. Na een minuut of 10 flink zoeken, kom ik op de weg die ik in eerste instantie moest hebben. "Ga je met mij mee?" vraagt het Volendamse trio in 'Terug naar een nieuw begin'. Uitslovers, alsof zij hier zo goed de weg weten. Als we teruggaan snappen ze het helemaal, want het dromerige 'Naar huis' begint precies op het moment dat we huiswaarts gaan.

Als we thuis zijn, wil ik de CD er weer uithalen en druk op 'reject'. Niets. Nogmaals drukken. Weer niets. Ik druk wederom, dit maal zo hard dat ik bang ben dat ik het knopje achter in de cd-speler pers. Nog steeds niets. De CD zit waar hij zit en weigert om eruit te komen. Dus had ik 3 opties; De radio aan, waardoor ik kan genieten van een amuzikale ruis, de cd-speler aanzetten en in extremis naar de 3J's luisteren of zelf zingen. Ik koos voor optie 2, maar mijn gezinsgenoten hebben, nadat het complete album dagenlang in hun kop zat, unaniem gekozen voor een vierde optie; Mij een nieuwe autoradio geven.

Jan van Oranje

donderdag 6 oktober 2016

Kom op nou!

De pijn, veroorzaakt door brandende spieren, waarvan ik niets eens wist dat ik ze had. Het zweet dat, als ware mijn poriën de Niagara Watervallen, langs mijn lichaam stroomt en zorgt dat het beetje kleding dat ik draag binnen enkele tellen doorweekt is. De keiharde muziek, voor zover je een monotone dreun muziek mag noemen, die je gehoor verdoofd. De alles overheersende geur van zwetende lichamen, vermengt met de lucht van ongewassen sokken en stinkschoenen. Welkom op mijn sportschool.

“Kom op nou!” Toen Tatjana het ongeveer elke 10 minuten op willekeurig welke zender riep, zag ik het wel zitten om lekker te gaan sporten met Tatjana. Tot zij werd vervangen door een bebaarde zwakzinnige met dezelfde boodschap, en ik spontaan last kreeg van sportimpotentie. Door te lange non-activiteit gedwongen, heb ik onlangs dan toch voor het eerst een sportschool van binnen gezien. Zittend op iets wat in mijn ogen net zo goed een martelwerktuig uit de Middeleeuwen had kunnen zijn, kreeg ik van een soort Rambo te horen dat ik verkeerd om zat. Nou ja, 50% kans en misgegokt. Vanaf dat moment maak ik, voor enkele euro’s meer, dankbaar gebruik van de ‘personal trainer’ die niet zo persoonlijk is als zijn titel doet vermoeden. Meer een beetje allemansvriend, maar goed, ik begin nu wel te begrijpen wat ik eigenlijk moet doen op die toestellen. Oefeningen gaan tot nu toe steeds in drie sessies, en tussen elke sessie door mag ik een volle minuut uitrusten. Ik begreep in eerste instantie al niet waarom ik steeds zoveel mensen niets zag doen, maar dat schijnt er dus bij te horen. Op die momenten kijk ik rond en valt het mij op dat met name de 45 plussers heel erg hun best gaan doen wanneer er iets vrouwelijks met een strakke bips voorbij komt. Ze gaan dan ook ineens geluid maken bij hun oefening, en trekken er een gezicht bij, wat een normaal mens trekt bij hevige obstipatie. Als ze dan klaar zijn met hun show, gaan ze breed rondlopen alsof ze blaren onder hun armen hebben en verwacht ik elk moment een pauwenstaart uit hun reet te voorschijn te zien schieten.

Gelukkig ben ik de 45 plus al gepasseerd en mag ik mij tot de 50 plus rekenen. Voor mij geen afleidend geschreeuw, geen harde poep gezicht. Ik blijf gewoon een minuutje langer zitten en kijk rustig naar het moois wat voorbij komt paraderen. Ach, verstand komt met de jaren.

Jan van Oranje

zondag 25 september 2016

Peppi en Kokki


309.625.212 inwoners en dan presteren de Verenigde Staten van Amerika het, om in november 2016 een randdebiel als president te krijgen. Op zich best knap, ware het niet dat we het hier hebben over één van de machtigste landen van de wereld, die daarmee dus de machtigste persoon van de wereld in de met fluweel afgezette stoel in het ovale kantoor pleurt.

Donald Trump en Hillary Clinton, het maakt eigenlijk niet uit wie van de twee het uiteindelijk wordt. Mocht het Trump worden, dan ligt de wereldmacht voor minimaal vier jaar in handen van een leugenachtige psychopaat, en als het Clinton wordt dan wordt de wereld bestuurt door een vrouw met een minderwaardigheidscomplex die koste wat het kost zal willen bewijzen dat ze beter is dan haar man en, nog belangrijker, veel beter is dan de huidige president, die haar de oortjes flink heeft gewassen een jaartje of acht terug. Waren er nou echt geen betere kandidaten te vinden dan deze twee stoethaspels? Waarschijnlijk wel, ware het niet dat iemand die vol bij zijn verstand is en zijn politieke carrière niet meteen wil torpederen, nooit in de huidige slangenkuil zal stappen. Dus als Trump en Clinton een klein beetje realiteitszin hebben, wat ik ernstig betwijfel, dan weten zij nu al dat zij de geschiedenisboekjes in zullen gaan als de meest rampzalige president aller tijden. Uitzichtloze oorlogen, een continue terreurdreiging, een voorlopig niet op te lossen financiële puinhoop en een morrende, nog net niet muitende, bevolking die nu eindelijk eens een keer daden in plaats van woorden wenst te zien. Wordt het Trump, dan zal hij het land gaan besturen als ware het een van zijn bedrijven. Veel, soms ronduit onverantwoorde, risico's nemend, met als uiteindelijk resultaat een reële kans op een bankroet, wereldwijd. Wordt het Clinton, dan krijgen we te maken met een hysterische troela, die haar man wellicht zelfs wil overtreffen in het aantal te nemen stagiairs zonder met een van hen een seksuele relatie aan te gaan, die bij het minste geringste op alle knoppen tegelijk zal drukken en bij wie het woord 'diplomatie' al eeuwen geleden uit het woordenboek is geschrapt.

Trump of Clinton, Laurel of Hardy, Bassie of Adriaan, Peppi of Kokki, wit of zwart, het is geen lastige keuze, het is eenvoudigweg geen keuze. Maar misschien, heel misschien, valt het allemaal wel mee, en kunnen we er met zijn allen over een jaartje of vier verschrikkelijk hard om lachen.

Jan van Oranje

donderdag 22 september 2016

De grote broer

Je kijkt naar het nieuws op je Smart TV, vliegt over teletekst, zapt nog wat en dan naar je werk. Eerst tanken, waar je betaalt met je tankpas. Onderweg vallen de vele camera’s van verkeerstoezicht je eigenlijk niet eens meer op. Omdat je nog vroeg bent, besluit je binnendoor te gaan, en stel je de GPS in. Je werkt in de grote stad, dus om parkeerproblemen te voorkomen, ga je het laatste stukje met de trein. Op het station haal je de OV chipkaart door de gleuf en neem je, omdat je toch nog even moet wachten, in de restauratie een broodje en kopje koffie, en reken je af met je pinpas.

Het is vanaf het station een paar minuten lopen, maar hoewel het nog een beetje donker is, ben je niet bang. Zo’n beetje op elke straathoek hangt een camera, waardoor de politie alles goed in de gaten kan houden. Op je werk haal je de bedrijfspas door het tijdregistratiesysteem. Zoals gewoonlijk ben je te vroeg en blader je, om de tijd te doden, door de diverse online nieuwspagina’s. De computer heb je zo ingesteld dat elk cookie geaccepteerd wordt, dus geen storende pop up schermpjes. Een zachte ‘ping’ geeft aan dat je een Whatsapp hebt ontvangen op je mobiele telefoon. Het is je partner, die zegt dat je niet moet vergeten straks je bonuskaart te tonen bij Albert Heijn. Je bent heel blij met je mobieltje, en hebt hem ingesteld dat je, bij bijvoorbeeld diefstal, kunt zien waar hij is. Tussen de middag eet je bij McDonalds, omdat je daar een klantenkaart hebt, waar je afrekent met je creditcard. Op weg naar huis rij je iets te hard, en wordt je geflitst.

Op je werk heb je, via je mobiele telefoon, gezorgd dat het klimaat in huis geheel volgens jouw voorkeuren is. Aardig van die energiemaatschappij om zo’n systeem gratis te geven. Je besluit dat het hoog tijd wordt dat ook jij een Facebookpagina hebt. Je gaat naar de Facebookpagina en vult daar je naam, adres, telefoonnummer, e-mailadres, geslacht, leeftijd, seksuele voorkeur, beroep, adres van je werkgever en je biografie in. Ook maak je meteen maar kenbaar welke muziek je leuk vindt, welke boeken je leest en wat je verdere interesses zijn. Natuurlijk zet je de account vol met foto’s, die je allemaal tagt.

Weet je nog, de slogan; “Je mag alles van me weten, behalve mijn pincode?” Geloof me, die hebben ze allang.

Jan van Oranje

vrijdag 16 september 2016

Het kapotte rubbertje

Mijn eerste ouderloze vakantie was met mijn eerste 'vaste' verkering. Daarna zouden er nog vele 'vaste' verkeringen volgen, maar dat is een leuk onderwerp voor later. We gingen voor veel geld naar het Spaanse Lloret de Mar, wat je dus uit dient te spreken als Ljoret de Marrrr. Niet eens proberen, dat kost je gegarandeerd je tong. Ik had een jaar krom gelegen om een studio van krap 5 m2 te huren voor de periode van twee weken. Uiteraard met een krakkemikkige bus, want een vliegreis bestond toen slechts in mijn dromen. Het was een krot, zonder terras, zonder airco, met vochtplekken, schimmel, een lekkend bad, een druppende kraan, een koelkast die dacht dat hij een vriezer was, een buitendeur die niet sloot en een hufter van een eigenaar die voor klootzak speelde. Maar we klaagde niet, we zeurde niet en we belde zeker geen Rob Geus die onze vakantie wel even zou komen redden. Wij waren zonder ouders op vakantie en we waren gelukkig.

De huidige jeugd gaat voor een fooi met het vliegtuig naar dezelfde vakantieplaats, heeft de drempel van hun met zorg uitgekozen accommodatie nog niet gepasseerd of zoekt al tussen de contacten in hun iPhone 7 naar het nummer van 'hun mattie' Robbie Geus. En die komt, of er nu iets aan de hand is of niet. En de jeugd weet dat. Die weten dat heel erg goed. Heel bewust boeken ze de meest voordelige reis, bij voorkeur bij reisorganisator Beach Masters, kijken nog even op Zoover of het allemaal wel goor genoeg is, in de wetenschap dat ze, met hulp van Robbieboy, in een zucht en een scheet in een 4 sterrencomplex gepropt worden, bang als de reisorganisatoren zijn voor negatieve publiciteit. En ja, dat weet Geus dan weer heel erg goed.

Scheldend als een bootwerker gaat hij tekeer tegen mensen die de, grotendeels, asociaal gedragende Nederlandse jongeren spuugzat zijn en, misschien niet helemaal terecht maar begrijpelijk, alles wat jonger is dan 25 over één kam scheren. En maar ouwehoeren dat de kip te koud is en de sla te warm. Als kwakzalvende controle jodocus hoort Geus te weten dat dit nu eenmaal het nadeel is van dergelijk vreettroggen in buffetrestaurants. Niet Geus, die dendert door de zuidelijke vakantielanden, een spoor van ellende achterlatend, onder de noemer "alles voor de kijkcijfers". Hij heeft gelijk, en alles wat nog maar riekt naar een Spanjaard, Griek of Turk heeft bij voorbaat ongelijk. En daar word ik niet vrolijk van. Zo jammer, dat ouweheer Geus nooit heeft gelet op kapotte rubbertjes.

Jan van Oranje

zaterdag 10 september 2016

Zoete wraak

"Ik begrijp dat je kwaad bent en dat je wraak wilt, maar dit is toch geen oplossing?" zegt de man met angst in zijn stem tegen de vrouw die naast hem staat. Hij ligt op een lange tafel, geheel ontkleed en met zijn armen en benen vastgebonden aan de poten. Zijn benen zijn hierdoor gespreid, wat hem een ongemakkelijk gevoel geeft, maar waar hij niets aan kan veranderen. Ook al niet omdat hij een brede leren band om zijn middel heeft, die hem plat op de tafel houdt en hij voor de helft verlamd is door een plaatselijk ingespoten verdovend middel.

De vrouw reageert stoïcijns en gaat rustig door met waar zij mee bezig is. "Luister nou even naar me" zegt de man nogmaals, en hij hoort tot zijn ergernis hoe zijn stem een smekende ondertoon heeft. "Als ik nou beloof dat ik het echt nooit meer zal doen, kunnen we er dan niet even over praten?" Nu kijkt de vrouw hem voor het eerst recht aan. De woede die zij voelt straalt uit haar ijskoude ogen. "Je hebt ooit een tweede kans gekregen, en die zelf verprutst. Hoeveel kansen wil je precies hebben? Nee vriend, types als jij beloven veel, maar doen daarna bitter weinig." De man slikt het gal, wat een uitweg zoekt via zijn keel, met moeite weg en begint langzaam te begrijpen dat zijn lot onvermijdelijk is. Toch weigert hij zich er zomaar bij neer te leggen. "Luister, als je nu gewoon stopt, dan heb ik al een behoorlijke straf te pakken toch? Deze waarschuwing vergeet ik echt niet snel hoor." De vrouw draait zich zonder hem nog een blik waardig te gunnen om en gaat weer verder. Even later ziet de man haar iets weggooien in de prullenbak. "Nee… je hebt het gedaan, je hebt het verdomme echt gedaan." zegt de man, en hij begint zacht te huilen.

Nogmaals smeekt hij de vrouw om te stoppen. De vrouw kijkt hem weer aan en zegt; "Zoals je zelf al vele malen hebt gezegd, kan je er niets aan doen, want het is sterker dan jou. En daarom kon je er ook niets aan doen dat je met je poten aan mijn dochter zat, haar de bosjes in sleurde en haar daar meerdere malen op beestachtige wijze verkracht hebt. Dus zie mij niet als je beul, maar als je vriend, want na vandaag kan jij je altijd beheersen." En met een simpele knip werd ook zijn tweede teelbal verwijderd.

Jan van Oranje

maandag 29 augustus 2016

En de man, hij zwoegde voort

Elke ochtend gaat hij op weg naar weer een dag, van vaak 14 uur of langer, vol zware arbeid. Zeven dagen per week, 365 dagen per jaar. Het werk is slopend en de verdiensten zijn mager. De man loopt elke dag naar zijn werk, 5 kilometer heen en 5 kilometer terug, want hij heeft geen auto, niet eens een fiets. Elke dag maakt hij overuren, maar extra uren worden nooit uitbetaald. Hij krijgt wat ze noemen 'tijd voor tijd', maar heeft nooit, en krijgt nooit, tijd om zijn inmiddels honderden vrije dagen op te nemen.

Nooit vakantie, nooit eens een dagje weg. Niet dat de man daar geld voor heeft, met een dagsalaris van € 50,-, maar alleen het idee zou al leuk zijn. De man heeft een vrouw, die in hun te kleine woning zorgt voor hun zoon van 12. Een fijne jongen, die klusjes doet in de buurt, om zo een paar euro extra voor het gezin te verdienen. Hij maait het gras van de buurvrouw, lapt de ramen bij het oude mannetje aan de overkant en wast de auto van veel buurtbewoners. Het is allemaal niet veel, maar de jongen doet echt zijn best om zijn steentje bij te dragen. Op een dag blijft de jongen wakker tot zijn vader thuis komt. Als zijn vader voorbij zijn slaapkamer loopt, roept hij hem, en vraagt hem, als zijn vader de slaapkamer is binnen gekomen, of hij 25,- euro kan lenen. Zijn vader legt uit dat hij zelf maar 50,- euro per dag verdient en dus niet de helft weg kan geven. De jongen dringt echter aan, waarop zijn vader kwaad wordt en de jongen een flinke uitbrander geeft. Hierop springen bij de jongen de tranen in zijn ogen. Zijn vader ziet dit, en met spijt in zijn stem vraagt hij de jongen waar hij het geld voor nodig heeft. De jongen gaat met zijn hand onder zijn kussen en pakt daar 25,- euro onder vandaan. Zijn vader ziet dit en zegt kwaad: "Dus je hebt gewoon stiekem 25,- euro gespaard, die wij heel goed kunnen gebruiken, en vraagt daar vrolijk nog een keer 25,- euro bij? Wat ben jij voor een zoon?"

De zoon antwoord hierop: "Kijk papa, ik heb heel hard gespaard om 25,- euro bij elkaar te krijgen, en nu wil ik bij jou 25,- euro lenen, zodat ik in totaal 50,- euro heb en ik jou kan huren, zodat je één hele dag bij mij kan blijven.

Jan van Oranje

zondag 21 augustus 2016

Red mijn vakantie

"Hallo, Nederlanders?" De vraagsteller komt me vaag bekend voor. Maar ik ben op mijn hoede. Een paar jaar geleden heeft een simpel "Ja" op die vraag mij bijna een Time-Share villa opgeleverd. Dus antwoord ik wat voorzichtig "Ja, dat klopt". Ik laat wel meteen merken dat ik niet zit te wachten op snelle verkooppraatjes.

"Mag ik mij eerst even voorstellen? Mij naam is Thijs Zeeman."
"Ah, van die goedkope textielzaak?"
"Eh, nee, van het SBS6 programma 'Red mijn vakantie'."
"Dus we hebben geen gratis setje handdoeken gewonnen?"
"Nee meneer, wij zijn hier om u te helpen met uw vakantieproblemen."
"Oh, maar wij hebben geen vakantieproblemen."
"'U bent hier toch op vakantie?"
"Eh… ja."
"En u verblijft in een accommodatie?"
"Nee, wij slapen op het strand."
"Echt waar?"
"Nee natuurlijk niet. Maar zoals mijn leraar altijd zei; 'op een domme vraag krijg je een dom antwoord'."
"Oh, ha,ha,ha... ja, erg grappig. Mag ik vragen waar u verblijft?"
"Ja hoor, dat mag u."
……………………. "Oh, ja, ha,ha,ha... ik snap hem."
"'Mooi, mogen wij dan nu alstublieft verder?"
"Maar u heeft toch wel problemen?"
"'Met u? Absoluut."
"Nee, met uw accommodatie."
"Nee hoor, wij hebben het prima naar ons zin."
"Is het niet vuil?"
"Nee, eerlijk gezegd hebben wij nog nooit zo'n schone accommodatie getroffen."
"Maar het eten dan. Het eten is niet zoals thuis natuurlijk."
"Nee, logisch, we zijn ook niet thuis."
"Het eten is te koud, te gaar, vies, eenzijdig?"
"Nee, nee, nee en nee. Er is helemaal niets mis met het eten."
"Heeft u dan in ieder geval geluidsoverlast?"
"Onze accommodatie is heerlijk rustig gelegen."
"Maar er moet iets mis zijn."
"Waarom?"
"Als er niets mis is, dan kunnen wij uw vakantie niet redden."
"Het spijt me heel erg meneer… eh... wat was uw naam ook al weer?"
"Zeeman, Thijs Zeeman."
"Het spijt me heel erg meneer Zeeman, maar alles is echt naar wens."
"Kunt u dan misschien net doen alsof er wel iets mis is?"
"Waarom zouden wij dat doen?"
"Dan kunnen wij uw vakantie redden en regelen wij voor u, als dank, een luxer onderkomen. Kijk, ik zal heel eerlijk zijn, in de meeste accommodaties is helemaal niets mis. Op de tv ziet het er wel uit alsof er een beer is klaargekomen in de douchecabine, maar iedere huisvrouw weet dat het gewoon sporen van kalk zijn. En ingezoomde beelden van stofvlokken, vieze toiletten en dergelijke, hebben wij natuurlijk in ons archief zitten. Mijn collega test het eten, maar een te warme salade heeft eerst een half uur de lamp van de camera er overheen gehad, en te koud vlees laten wij even afkoelen tot het de door ons gewenste temperatuur heeft bereikt. Het leukste zijn de geteste zwembaden. Mijn collega heeft er de ballen verstand van, maar een beetje slap gelul over Ph-waardes en te laag chloorgehalte doet veel, want wie heeft er in Nederland nou een zwembad? De jongeren werken maar wat graag mee met ons stukje toneelspel, want zij boeken een rothut in een achterbuurt en komen onder dreiging van onze camera's ineens in een vier sterren hotel. Zal ik mijn collega dan maar even bij u langs sturen? Zit ook u morgen met zijn allen all-Inclusive."
"Nee, dat doen we niet. We zitten in een klein familiecomplex en die mensen zijn reuze aardig. Daarbij komt dat ik het niet echt netjes vind hoe u hardwerkende ondernemers duppeert, puur voor een paar kijkcijfers. Om met de woorden van uw collega in het kwaad, meneer Rob Geus te spreken; Daar word ik niet vrolijk van."
"Ik begrijp uw weerstand, maar kunt u dan alstublieft heel goed nadenken of er misschien toch niet iets mis is?"
"Ja, nu ik zo nadenk, inderdaad, er is iets verschrikkelijk mis."
"Ziet u wel. Maar maakt u zich niet druk, wij redden uw vakantie. Vertelt u mij, wat is er mis?"
"Nou, wij worden al de hele vakantie lastig gevallen door allerlei irritante mensen van het televisie programma 'Red mijn vakantie' met de vraag of ze onze vakantie mogen redden. U kunt onze, en vele andere vakanties, redden, door uw programma te laten fuseren met een andere SBS6 programma, 'Opgelicht in het buitenland'."

Jan van Oranje

donderdag 18 augustus 2016

Volgevreten vetzak

Het is gebeurt, ik heb het echt gedaan. Nooit gedacht dat ik het ooit zou durven, dat ik de megastap zou durven zetten om een sportschool binnen te stappen en te zeggen: "Hallo, ik wil sporten want ik ben te dik". Het begint met het zelfbesef om te zien dat je dik bent. Dat klinkt heel stom, dat weet ik, maar als ik in de spiegel kijk zie ik mezelf, zoals ik altijd al was. Maar maak op dat zelfde moment een foto en ik zie een volgevreten dikke kerel die het er flink van heeft genomen de laatste jaren.

Maar er iets aan doen? Waarom zou ik? Ik heb toch verder geen klachten? Gelul! Natuurlijk heb ik die wel en natuurlijk hijg ik als een molenpaard als ik nog maar een trap zie en natuurlijk schaam ik me kapot als ik op het strand met moeite omhoog kom, naar het water waggel, om bij het uit het water komen de mensen verbaast te zien kijken hoe die walvis ineens pootjes heeft gekregen. Maar dat ga ik natuurlijk tegen niemand zeggen. Als ik een hellende straat oploop heb ik duizend smoezen om even stil te blijven staan en stiekem op adem te komen. Van een steentje in mijn schoen tot een leuke etalage. Maar ik zal nooit toegeven dat ik mijn hart voel bonzen, dat ik bijna stik. En natuurlijk heb ik diëten gevolgd, ik ken ze allemaal. Maar ik had altijd wel een excuus om te stoppen. Tot ik begin juni naar mijn kinderen keek en dacht: "Waar ben ik verdomme mee bezig?" Vanaf die dag heb ik mijn dagelijkse calorie-inname met 75% vermindert. Ik eet ineens ook fruit, wat ik dus jarenlang niet heb gedaan. Ik ben ook meteen elke dag gaan zwemmen. Gewoon een half uurtje baantjes trekken. Niet echt spannend, maar wel een begin van bewegen.

En dan vandaag voor het eerst een sportschool van binnen gezien. Gelukkig was ik de enige atleet en had ik afgesproken dat ik begeleiding zou krijgen. Voor mij zag die apparatuur er namelijk uit als een soort middeleeuws martelwerktuig. Ik was ook bang dat ik op sommige zaken verkeerd om zou gaan zitten. Maar uiteindelijk heb ik een topmiddag gehad, wordt mijn programma voorzichtig opgebouwd, want voor de huidige Olympische spelen ben ik nu toch te laat, en weet ik nu al dat ik morgen ga verrekken van de spierpijn. Ik ben nu, 2 maanden later, 15 kilo kwijt, maar heb er nog veel meer te gaan. Op naar het lichaam van een jonge God.

Jan van Oranje

maandag 8 augustus 2016

Anna

“Hoi, ik ben Anna” zegt ze. Voor mij staat een ietwat verlegen meisje, die op mij de indruk wekt dat ze nog niet goed weet wat ze nu precies komt doen in de ‘grote mensen wereld’. Marianne, die naast haar staat, ken ik al van zien. Die maakt zeker geen verlegen indruk, maar is daarentegen één brok zelfverzekerdheid.

Beide dames zijn zojuist geland op het vliegveld, en mij is gevraagd om hen even op te halen, om ze van daar naar hun accommodatie te brengen, een kleine 75 kilometer verderop. Ik pak de uit de kluiten gewassen, fel oranje koffers van hen over, en prop ze in mijn nog net levende Renault Laguna, die ik speciaal voor deze gelegenheid maar eens een keer door de wasstraat heb gereden. Ik heb zelfs de binnenkant stofvrij gemaakt, zodat ik er weer een paar jaartjes tegenaan kan. Onderweg is het met name Marianne die het woord voert. Brabantse gezelligheid ten top, wat mist is een kopje koffie met een worstenbroodje. Bij Anna moet ik de woorden er toch wat meer uittrekken, tot ik over haar, toch niet alledaags beroep begin, dan gaan de vocale sluizen ineens open. Beide dames zijn achterin gaan zitten, zodat het gesprek met name via de spiegel verloopt. Bij elke blik die ik in de spiegel werp, kijk ik recht in de mooie ogen van Marianne, wat mij elke keer een beetje onwerkelijk gevoel geeft. Gezellig keuvelend, rijgen de kilometers zich aaneen, en voor ik er erg in heb zijn we bij hun accommodatie aangekomen. Ze hebben een appartement op de eerste verdieping, zonder lift, en als een ware gentleman sjouw ik de loodzware koffers naar boven. Het verbaast mij telkens weer dat ‘vrouwenkoffers’ altijd zoveel zwaarder zijn dan ‘mannenkoffers’. Tijdens hun verblijf zie ik beide dames een enkele keer, druk als ze zijn met hun bezigheden. Af en toe is er kort tijd voor een praatje. Na een week zit het er voor hen weer op en gaan ze terug naar huis. Ze rijden naar het vliegveld in een huurauto, en bij het afscheid vraagt Anna nog snel waar ze een beetje goede radiozender kan vinden, maar mijn muziekkeuze is duidelijk niet de hare.

Het is 7 augustus 2016, bijna half tien ’s avonds. Het ietwat verlegen meisje is uitgegroeid tot een meer dan zelfverzekerde vrouw, die nu precies weet wat ze wilt. En ook krijgt. Na een race die voor altijd in mijn herinnering zal blijven, wordt Anna van der Breggen Olympisch Kampioen.

Jan van Oranje

zondag 7 augustus 2016

Pindakaas


Pindakaas, al vreet je het potje tot op de bodem leeg, er is geen stukje kaas in te bekennen. Het lijkt niet eens op kaas. Want wees nou eerlijk, als je kaas hebt gekocht en die ziet er ineens uit als die pindaprut, dan sta je toch binnen een zucht en een scheet terug bij de kaasboer? Het smaakt niet naar kaas, heeft een compleet andere structuur dan kaas en de kleur komt niet eens in de buurt van kaas.

Pindakaas is geen Nederlandse uitvinding, maar een Amerikaanse, ergens in 1893 ontwikkeld door John Harvey Kellogg, inderdaad, die van de Cornflakes. Meneer Kellogg zat met een overschot van het bijproduct van pindaolie in zijn maag, en weggooien was zonde. Dat goedje noemde hij 'peanut butter', ook een naam die nergens op slaat trouwens. In de hele wereld heet het smeersel 'Pindaboter', maar in Nederland ging die vlieger niet op, omdat de benaming 'boter' gereserveerd was voor roomboter, om de verwarring met margarine te voorkomen. Dan heb je dus net een scheepslading vol pindabrij gekocht van John Harvey, maar moet je een andere naam verzinnen. Het zou zomaar kunnen dat de naam 'Pindakaas' ontstaan is op één van de beruchte oudejaarsfuiven van de belegfabrikant. Aan het einde van het feest, als niemand meer normaal op zijn hoeven kan staan, heeft iemand een handje pinda's in zijn mond gestopt, die er in een jolige bui na flink kauwen weer uitgehaald en aan zijn buurman gevraagd: "Moet jij ook pinda's, Klaas?". Iedereen lachen, en meneer Calvé misschien wel het hardst, omdat hij met zijn zwaar benevelde hoofd en zijn toch al slecht functionerende oren verstond: "Moet jij ook Pindakaas?" en daarmee meteen een naam had voor zijn tot moes gestampte olienootjes. Het kan ook dat het achtervoegsel 'kaas' werd gekozen toen de 'butter' werd vergeleken met 'leverkaas', ook een broodbeleg waar geen milligram kaas in te ontdekken valt.

Maar dan 'Gestampte Muisjes'. Nadat ik een keer vol op een muis ben gaan staan, krijg ik het spul in ieder geval niet meer weg zonder te kokhalzen. Als je niet beter weet dan zou je toch minimaal verwachten dat het muizenbloed uit het doosje druipt na opening? Benamingen van producten, het blijft een lastig iets. Als je dat niet gelooft, moet je maar eens proberen thee te trekken uit een theedoek, of je goudvis trachten om te smelten als je een keer krap bij kas zit.

Jan van Oranje

dinsdag 2 augustus 2016

Neuken doe je zo

"Waar is je boek te koop?" Het is een vraag die ik veel gekregen heb sinds ik wereldkundig heb gemaakt dat mijn boek gepubliceerd is. Buiten dat het mij vrij logisch lijkt dat een boek te koop is in een boekwinkel, heb ik voor de zekerheid op mijn facebookaccount, waar ik het nieuws als eerste de wereld in heb geslingerd, een grote banner geplaatst, met daarop de cover van mijn boek en in grote chocoladeletters, er schuin doorheen, de tekst: "BINNENKORT IN DE BETERE BOEKWINKEL." Maar natuurlijk staat het een ieder vrij om het bij de plaatselijke bakker te proberen.

"Ik kan je boek niet vinden op Bol.com." Dat is ook niet zo vreemd, want de goede lezer had gezien dat ik in de tekst van de aankondiging had gezet "verkrijgbaar vanaf 5 augustus 2016." En aangezien ik het bericht op 1 augustus 2016 geplaatst heb, zou het dus met een grote mate van waarschijnlijkheid zomaar zo kunnen zijn dat mijn boek nog helemaal niet verkrijgbaar is op 1 augustus 2016. Het blijft toch een vreemd fenomeen dat mensen, die nog leesblinder zijn dan ikzelf, een boek willen kopen waar geen plaatje in te vinden is. Langs de andere kant streelt het wel mijn ego als een grote groep mensen er werkelijk alles aan doet om mijn boek te kopen, ruim voor mijn boek überhaupt in de boekwinkel ligt. Het zal mij dan ook niet verbazen als op 5 augustus blijkt dat een grote menigte voor de plaatselijke boekwinkel zijn tenten heeft opgeslagen, en de website van Bol.com er al aan het begin van de dag uit ligt, om als eerste mijn boek te kunnen kopen. Hoewel het ook kan zijn dat de mensenmassa net een zeldzame Pokemon heeft gespot, maar daar ga ik in mijn optimisme niet vanuit.

Voor de enkeling die mijn bericht gemist heeft: Vanaf 5 augustus 2016 is mijn boek 'Bondig' verkrijgbaar via www.janvanoranje.nl, www.mijnbestseller.nl, Bol.com, Bruna.nl en zo'n beetje alle boekwinkels in Nederland en Vlaanderen. Mocht je per toeval in een van de spaarzame boekwinkels binnenstappen waar het boek nog niet ligt of, meer waarschijnlijk, reeds is uitverkocht, vraag je naar 'Bondig' het nieuwe boek van Jan van Oranje, verschenen onder ISBN 9789463182874. En voor de personen die bij de titel van dit verhaal iets heel anders verwacht hadden, sorry, maar ik wilde zeker weten dat ik je aandacht had. Ik wens iedereen alvast veel leesplezier :-)

Jan van Oranje

zondag 24 juli 2016

De kat

De kat komt binnen via de opengeschoven terrasdeuren. Meneer kijkt rond alsof hij de koning zelf is, gaat op zijn gemak midden op mijn pas aangeschafte tapijt liggen en begint misselijk makende braakgeluiden te maken. Voordat ik het beest bij kop en kont kan pakken om hem terug naar buiten te mikken, braakt hij een half verteerde muis uit, gevolgd door iets wat op een haarbal lijkt.

Hij ruikt even aan de smerige resten, om dan op te staan en richting mijn slaapkamer te lopen. Nu weet ik dat er dierenliefhebbers zijn die alles toe laten van hun lieveling op vier poten, maar ik hou niet zo van dieren die op, of nog erger, in mijn bed gaan liggen. Buiten de vaak tijdens warm weer in grote aantallen aanwezige vlooien en ander microscopisch klein gespuis, vind ik het gewoon smerig. Meneer heeft duidelijk lak aan wat ik vind of niet vind, en springt gracieus op mijn bed. Ik loop achter de kapsoneslijder aan om voor eens en altijd duidelijk te maken dan hij bij mij aan het verkeerde adres is. Ik sta net aan de rand van mijn bed als hij zijn rug kromt en moeilijk begint te kijken. Nu ben ik weleens aangevallen door een valse kater en die ervaring zorgt er nog steeds voor dat ik elke kat benader alsof het een tijger is. In dit geval volgt er geen aanval, maar hoor ik in plaats daarvan een hoop gespetter, waarna mijn pas verschoonde dekbed, op een oppervlakte van dik een vierkante meter, vol zit met spetters kattendiarree. Meteen hangt er een lucht in mijn slaapkamer die zelfs de kat te gortig wordt. Hij spring van mijn bed annex kattenbak af en schiet de keuken in, om daar een halve kip van een bord te grissen, welke klaar stond voor de latere barbecue.

Ik ben inmiddels in alle staten en voel een bepaalde moordzucht in mezelf naar boven komen. Met een bezem in mijn handen om hem, als hij dan echt niet wil stoppen met zijn kattenterrorisme, met een stevige hengst naar de kattenhemel te helpen, lukt het mij om hem richting de terrasdeuren te drijven. Met de halve kip nog in zijn muil, springt hij naar buiten en verorberd, puur genietend, in de tuin de gestolen kip. Nu zullen er dierenvriendjes zijn die vinden dat als je huisdieren neemt, je de lusten, maar zeker ook de lasten moet accepteren. Weet dan, beste vriendjes, dat ik helemaal geen kat heb.

Jan van Oranje

maandag 18 juli 2016

De grote Erdoğanshow

Ik heb even, een heel kort moment slechts, getwijfeld of ik iets over de ‘coup’ in Turkije moest schrijven. Getwijfeld, omdat mijn vorige berichten over Turkije mij meerdere blokkades van Facebook opleverde, met als kers op de taart het volledig verwijderen van mijn professionele Facebookpagina, met ruim 14.000 enthousiaste volgers. Moet ik mij dan de mond laten snoeren door de aanhangers van alleenheerser Recep Tayyip Erdoğan? Nee, toen niet, nu niet, nooit niet.

Als ik de media moet geloven, wat ik dus niet doe, was er een coup gaande in Turkije. Voor mij had het meer weg van een nieuw programma van John de Mol, zo goed was alles geregisseerd. Precies op het moment dat je hem ook verwachtte, verscheen het hoofd van Erdoğan op Facetime, om het volk op te roepen massaal de straat op te gaan. De straat op te gaan? Je stuurt je bevolking toch niet ongewapend op geweren en tanks af? Of kwamen een paar burgerslachtoffers hem stiekem goed uit? De laatste tijd ligt Erdoğan zwaar onder vuur en wordt de roep om zijn vertrek luider en luider. En dan ineens is daar een coup, die snel door Erdoğan wordt neergeslagen. Want een leider van een land moet bikkelhard zijn in de islamitische wereld, anders is het een mietje. Dat de Sultan van Ottomanië hierdoor nog meer dictatoriale macht naar zich toetrekt ontgaat de meerderheid. Dat hij bewust burgers de dood heeft ingejaagd, is voor het gemak de schuld van de coupplegers. Dat de militairen verklaren dat ze niet beter wisten dan dat het een oefening was, wordt gekwalificeerd als laf achteraf gejank. En natuurlijk krijgt Fethullah Gülen de schuld. De meeste tegenstanders van Erdoğan, zijn tenslotte aanhangers van Gülen.

In de media gebeurt niets dat de goedkeuring van Erdoğan niet heeft, waardoor het kinderlijk eenvoudig was om de Turkse bevolking te overtuigen van de coup en het volk massaal de straat op te sturen. Als een Joseph Goebbels 2.0 hitsen de machthebbers vervolgens het goedgelovige volk op, gebruik makend van angst en emotie. Door een gecontroleerde massahysterie zijn de burgers stuurbaar en gaan ze precies de kant op waar de machthebbers ze willen hebben. Na de grote Erdoğanshow heeft hij vervolgens alle reden om de totale macht te grijpen, en al zijn politieke tegenstanders definitief op te ruimen. Letterlijk. In 1933 stond de Reichstag in Berlijn in brand. Tegenstanders van het Nazi regime werd de schuld in de schoenen geschoven. De rest is geschiedenis.

Jan van Oranje

vrijdag 15 juli 2016

De witte dood

Quatorze Juillet 2016, het is feest in Frankrijk, het is feest in Nice. Op de boulevard, de Promenade des Anglais, is het druk met feestvierende mensen. De vuurwerkshow is zojuist afgelopen en de feestende menigte trekt richting de gezelligheid van barretjes en restaurants. Ze lopen waar ze lopen willen, want de weg is afgesloten voor voertuigen. Het is tegen 22.30 uur als een witte vrachtwagen de afzetting negeert. Bij het plaatselijke kinderziekenhuis draait de chauffeur zijn vrachtwagen de boulevard op, op weg naar twee kilometer dood en verderf. Met een waanzinnige snelheid vliegt de vrachtwagen door het feestende publiek, met de intentie om te doden, zoveel mogelijk te doden.

Binnen enkele minuten slaat de feeststemming over in blinde paniek. Mensen gaan rennen, niet wetend waar naar toe. Waar begint veilig en waar eindigt de hel? Mensen worden restaurants ingetrokken, of kruipen weg in een portiek. Achter hen komt de 'Witte Dood' al zigzaggend dichterbij, vergezeld door het gegil van in doodsangst verkerende mensen en het verschrikkelijke ploppende geluid van mensen die geraakt worden. Lichamen vliegen als kegels door de lucht. Een jogger, nietsvermoedend zijn dagelijkse rondje rennend, wordt een seconde later vermorzeld onder de grote wielen van de truck. Een gezin, dat net een ijsje heeft gehaald, vindt later die nacht hun dochtertje terug, herkenbaar aan haar knuffeltje, dat nog naast haar ligt. Een fietser probeert zigzaggend de vrachtwagen te ontwijken, terwijl de vrachtwagen alles op zijn dodenrit meesleurt, paaltjes, bomen, mensen. Hij haalt het niet. Enkele moedige mensen wagen hun leven door aan de deuren van de vrachtwagen te gaan hangen, in een dappere, maar tevergeefse poging, om het monster achter het stuur tot stoppen te dwingen. Achter de vrachtwagen blijft een spoor van verdriet achter, rood gekleurd door het bloed van onschuldige mensen. Mannen, vrouwen, kinderen, de dood heeft vandaag geen echte voorkeur. Een man loopt verdwaasd tussen de platgereden lichamen door, de verschrikking negerend, op zoek naar zijn dierbaren. Verderop klinken schoten door het lawaai van tientallen sirenes heen, wanneer de vrachtwagen doorzeefd wordt door politiekogels, de chauffeur dood in zijn stoel achterlatend.

Iedereen spreekt zijn afschuw uit over alweer een aanslag op weerloze mensen, die niets anders wilden dan gezamenlijk genieten van een feest. Wereldleiders vallen over elkaar heen om de eerste te zijn die zegt dat dit nooit meer mag gebeuren. Maar het gebeurt toch. En het gebeurt straks weer. Op de Promenade des Anglais heeft de wereld een zwarte rouwrand gekregen.

Jan van Oranje

zaterdag 9 juli 2016

In den beginne

De eerste dag schiep de kabouter de hemel en een bol van water. Hij maakte licht voor de dag en duisternis voor de nacht. Het werd avond en het werd ochtend, en voor hij het wist was dag 1 voorbij. De kabouter kwam er toen achter dat de tijd snel gaat als je lol hebt. Hij nam een afzakkertje en kroop zijn bed in.

De tweede dag schiep de kabouter een koepel om onder en boven te scheiden. Toen de koepel klaar was, zat hij een beetje met de naam. Na lang wikken en wegen besloot hij om de koepel 'Hemel' te noemen. Het werd avond en weer ochtend, dus was ook dag 2 voorbij voor hij er erg in had.

De derde dag schiep de kabouter het land, want hij had snel last van voetschimmel en moest dus droog kunnen staan. Dat was niet zo eenvoudig als het leek, omdat hij het water moest laten samenvloeien waardoor er droge stukken ontstonden. Deze droge stukken noemde hij 'land' en het water noemde hij 'zee'. Omdat hij toch lekker bezig was, schiep hij meteen maar wat planten en bomen. Hij ging zitten om alles eens goed te bekijken en besloot de volgende dag verder te gaan. Het werd avond en het werd ochtend. Dag 3 was voorbij.

De vierde dag schiep de kabouter de zon voor de dag, de maan voor de nacht en wat sterren voor het feestelijk effect. Als markering voor feestdagen, dagen, maanden, seizoenen en jaren schiep hij een kalender. Het werd avond en het werd ochtend. Dag 4 was voorbij.

De vijfde dag schiep de kabouter waterdieren en vogels. Hij pakte zijn hengel en ging de rest van de dag vissen. Het werd avond en het werd ochtend. Dag 5 was voorbij.

De zesde dag schiep de kabouter landdieren en 'de mens' dat op hem moest lijken. Zij moesten de boel een beetje draaiende houden. Na het scheppen zag hij dat de mens veel te groot was uitgevallen. Dus schiep hij er nog wat lilliputters en pygmeeën bij om het gemiddelde omlaag te brengen. Het werd avond en het werd ochtend. Dag 6 was voorbij.

De zevende dag besloot de kabouter niets te doen. Dat gaf ook niets, want hij was toch klaar met scheppen. Hij bekeek alles eens goed en schoot in de lach. "Wat een zooitje" dacht de kabouter en hij schiep nog snel even oorlog, overvloed en vraatzucht om kleine foutjes uit te wissen.

Jan van Oranje