We zouden om 14:45 uur vertrekken,
mijn negenjarig dochtertje en ik, om de enige Nederlandse zanger die zij de
moeite waard vindt op te halen. Met een filevrije afstand van 130 kilometer,
zou ik er net iets langer dan een uur over doen. Het vliegtuig landt om 16:25
uur, dus tijd zat mocht er onverhoopt toch vertraging zijn op de weg.
Als de jonge vrouw die ze is,
begint mijn dochter pas op het moment dat we zouden gaan rijden met de
ceremonie van het haar borstelen, tien keer van kleding wisselen en een vleugje
make-up van moeder jatten, om een onuitwisbare indruk achter te kunnen laten
bij haar Volendamse held. Na 25 minuten is mevrouw klaar en mag ik zien dat ik,
in een reistijd van een uur, 25 minuten inhaal. In plaats van mijn voorgenomen
slakkengangetje, gaat nu het gas er flink op en rij ik me bijna kleurenblind om
vooral niet te laat te komen. Eén van de voordelen van wonen in het camera-arme
Spanje, waar ze niet zo moeilijk doen over een paar kilometertjes meer, zolang
je maar tol betaalt. Om 16:10 uur kom ik aan bij het vliegveld en krijg ik de
complete parkeergarage te zien voordat ik een parkeerplek heb gevonden. Nou ja ‘plek’,
eerder ‘plekje’, want in een parkeervak dat ontworpen is voor een te heet
gewassen Seat 600, ben ik gedwongen om mijn auto asociaal in anderhalf vak te
parkeren. Wel makkelijk in- en uitstappen. Ik sleur mijn dochter de auto uit en
we vliegen laag naar de aankomsthal. Daar lees ik dat het vliegtuig de wind
flink in de rug gehad heeft en al om 16:05 uur geland is, met als vervelend
gevolg dat ik precies 25 minuten te laat ben. Ik kijk mijn dochtertje even aan
en zij begrijpt wat ik niet uitspreek. Zij kan ook rekenen.
Ik pak mijn mobieltje, en zoek in
‘contacten’ onder de ‘J’ naar Jan Dulles. De eerste drie pogingen leveren geen
verbinding op en ik voel het angstzweet al richting mijn poriën schieten. Het
‘Wat als…’ begint in mijn hoofd een eigen leven te leiden. Ik wil een vierde
poging wagen als mijn telefoon gaat: “Hoi Jan, waar sta jij?” Ik hoor het
Volendamse accent vlak achter me en in echo in mijn telefoon. Ik draai me om en
zie 33% van de 3J’s rond kijken met een blik die uitstraalt ‘Wat als…’. Ik tik
hem op zijn schouder en zeg; “Hallo Jan, ik ben Jan”. “Ik ook” zegt hij.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten