In Spanje zijn ze gek op
bloedprikken, zelfs als je slechts een verstuikte enkel hebt wil men bloed
zien. Dat bloedprikken gebeurt in een soort slachthuis dat men de naam ‘medisch
centrum, heeft gegeven, op werkdagen om acht uur ’s ochtends, en gaat op
afspraak. Alleen is het zo jammer dat iedereen een afspraak heeft om acht uur ’s
ochtends. Met als gevolg dat alle gangen verstopt zijn met wachtende mensen.
Wachtende mensen die bij elkaar in het gezicht ademen, waardoor je na een paar
minuten meteen weet wie wel en wie geen knoflook gegeten heeft.
Ik heb het geluk omringt te zijn door
culinaire mislukkelingen die overal knoflook indonderen om zo nog enigszins iets
met smaak binnen te krijgen. Tel daar de vele ongewassen lichamen bij op, en je
begrijpt een beetje het heerlijke aroma wat in de gangen heerst. Omstreeks kwart
over acht, want waarom zouden we op tijd beginnen, komen de bloedprikkers één
voor één aansloffen. Nadat alle nieuwtjes onderling zijn uitgewisseld en men
even rustig heeft kunnen genieten van een kopje koffie, komt een dame de gang
op om, gelijkwaardig mijn favoriete visverkoopster op de plaatselijke markt, de
namen te gillen van de eerste slachtoffers. De Spaanse namen spreekt ze al
onverstaanbaar uit, laat staan een lekkere Hollandse naam, zodat ik bij elke
door haar verkrachte naam voor de zekerheid vraag of ze mij daar misschien mee
bedoelt.
Het valt mij ondertussen op dat
het gros van de mensen met iets van een wandelstok of anders ondersteunend
gereedschap aan is komen schuifelen. Ik zie zelfs mensen met Nordic walkingstokken
en een oud besje met een dikke tak die ze volgens mij net van buiten heeft
meegenomen. Het blijkt dus zo te zijn dat mensen die moeilijk ter been zijn
eerder geholpen worden. Dus zie ik mensen halfdood naar binnen strompelen, om,
zodra zij hun bloed gegeven hebben, wonderbaarlijk genezen weer naar buiten te
dansen, als ware zij zojuist in de kerk van Lourdes geweest. Bij het
bloedprikken hoort ook het inleveren van urine of ontlasting. Mensen schamen
zich klaarblijkelijk om met een potje pies of poep rond te wandelen, dus pakt
men dat in, in zilverpapier. Met de gedachte dat dan niemand door heeft dat ze
gewoon met een ingepakt potje pies of poep rondlopen.
Ik had een afspraak om acht uur,
en was om half tien eindelijk aan de beurt. Ik denk dat ik straks eerst maar
eens een leuke wandelstok ga kopen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten