zondag 3 januari 2016

Opa en Oma

Ze had het bijna gehaald. Honderd jaar. Maar om de een of andere reden heeft het niet zo mogen zijn voor oma. Eén dag, nog geen 24 uur, voordat ze de mijlpaal van honderd zou halen, blies ze haar laatste adem uit. Het koninklijk telegram stond op de kast. Mijn opa was haar al wat jaartjes eerder voorgegaan. En dus was er nu definitief een einde gekomen aan het duo 'Opa & Oma'.

"We gaan naar opa en oma" bezorgde ons als kind altijd vrolijke kriebels. Niet alleen door de spannende grote reis, helemaal van Brabant naar Amsterdam. Naar opa en oma gaan was een feestje, met alle rituelen. Opa en oma woonden heel lang aan het IJ, in Amsterdam Noord. In een klein huisje, met een kleine woonkamer, een kleine keuken, een kleine slaapkamer en een nog kleinere badkamer. Een kabouterhuisje voor oude mensen, in de wijk 'Vogelenbuurt'. De gemeente had zich er bij het uitdelen van de straatnamen makkelijk van af gemaakt. Eerste Vogelenstraat, Tweede Vogelenstraat, etc. Tot de Zesde Vogelenstraat. Waarom moeilijk doen als het makkelijk kan. Opa en oma woonden aan de Vogelkade. Kon opa fijn bootjes kijken. Als er een langs kwam welteverstaan, want dat gebeurde zelden tot nooit.

Bij aankomst had oma ons al gewaarschuwd dat we gerust een snoepje mochten pakken, maar dan wel uit het speciale 'voor kinderen' snoeptrommeltje. Het andere trommeltje zat vol met heerlijke nougatblokken, maar die waren voor opa. En de 'kletskoppen' in het koektrommetje boven op de kast waren voor de visite. Binnen 10 minuten hadden wij de nougatblokken opgevreten, met als toetje de kletskoppen.

Mijn opa was een echte 'opa' opa. Klein mannetje, hoedje op zijn kale hoofd en altijd vrolijk. Aangekomen in het kleine huisje gingen we vaak wandelen met opa. In het Vliegenbos. In dat hele bos was geen vlieg te bekennen trouwens. Wel muggen. Na het wandelen had oma dan het eten klaar. Echt oma eten; draadjesvlees, aardappelen en bloemkool met een papje. Als toetje stoofpeertjes of tuttifrutti. Ik weet nog dat oma zilver bestek had. Heel prettig als je dan met je kiezen, vol met vulling, op je vork beet.

En dan ineens was het voorbij. Werden we weer met vier kinderen achter op de bank gepropt van de Renault 16 van mijn vader. Steevast kotste ik dan de longen uit mijn lijf door een overdosis nougatblokken. Maar dat kan ook aan de snoepzak, die oma nog snel even in onze handen drukte, gelegen hebben.

Jan van Oranje

Geen opmerkingen:

Een reactie posten