Het stormt in
Nederland, het is code rood.
Bomen waaien uit
de grond, compleet met stam en aardkloot.
Het stormt in
Nederland, vooral aan zee.
Plek zat nu op
het strand en in het strandcafé.
Het stormt in
Nederland, met donder en regen.
Een paraplu helpt
niet meer, die kan daar niet tegen.
Het stormt in
Nederland, niet een beetje maar extreem veel.
Alles waait
kapot, omver, niets blijft er heel.
Het stormt in
Nederland, van noord naar zuid, oost naar west.
Het was twee
dagen mooi weer, maar nu is het niet best.
Het stormt in
Nederland, de Goden zijn een beetje boos.
Het blijft maar
waaien en regenen, het duurt eindeloos.
Het stormt in
Nederland, maar gelukkig ben ik niet daar.
Ik lig heerlijk
aan het strand, met een zacht briesje door mijn haar.
Het stormt in
Nederland, je zou daar zitten, vakantie in eigen land.
Dan toch liever
de Spaanse Costa, met verkoeling op het strand.
Het stormt in
Nederland, het is nat, het is echt guur.
En het is zomaar
niet voorbij, niet voor het nachtelijk uur.
Het stormt in
Nederland, of had ik dat al een keer gezegd?
Het bezorgt mij
een kleine glimlach, of ben ik nu heel slecht?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten